9. Instellingen
Dit display geeft een overzicht van de Instellingen submenu's.
Basisfuncties
Een reeks basisfuncties moet in dit menu worden ingesteld voor-
dat het systeem in bedrijf kan.
Zie paragraaf
9.1
Basisfuncties.
De meeste van deze functies zijn al ingesteld met de configura-
tie-wizard.
Submenu's:
•
Primaire instellingen
•
Put configuratie en debiet calculatie
•
Pomp vertragingen
•
Vlotterschakelaar functie
•
Niet in bedrijf
•
Geïnstalleerde modules.
Voorbeeld: Aantal pompen, besturingsmodus, naam van de
installatie en instellingen van de afvalwaterput zijn slechts enkele
van de functies die kunnen worden ingesteld met de configuratie-
wizard.
Geavanceerde functies
Functies die van invloed zijn op het dagelijkse bedrijf van het
systeem worden in dit menu ingesteld.
Zie paragraaf
9.2 Geavanceerde
Submenu's:
•
Anti-blokkeer
•
Dagelijkse leging
•
Schuimafvoer
•
Menger configuratie
•
Aanpassen van tellers
•
Alarmlog resetten
•
Pompgroepen
•
Door gebr. opgegeven functies
•
Aandrijvingen met variabele frequentie
•
Start niveauvariatie
•
Antiblokkering
•
Overstort.
Communicatie instellingen
Het type communicatiemodule dat met het systeem is meegele-
verd wordt in dit menu ingesteld.
Zie paragraaf
9.3
Communicatie-instellingen.
Submenu's:
•
Select.geïnstal. comm.module
•
Ethernet
•
Veldbus-adressen
•
SMS nummers
•
SMS schema
•
SMS hartslag bericht
•
SMS verificatie
•
GSM en SIM-kaartinstellingen
•
SCADA instellingen
•
Vergrendeling instellingen
•
GPRS instellingen.
Als de communicatie via GSM/GPRS verloopt moeten het
SCADA-telefoonnummer en SMS in dit menu worden ingesteld.
Bovendien wordt de koppelingsinformatie voor het GPRS-net-
werk via dit menu ingevoerd.
SMS-schema's en serviceperiodes kunnen ook in dit menu wor-
den ingesteld. Zo nodig kan de frequentie van de hartslagberich-
ten in dit menu worden ingesteld, d.w.z. hoe vaak het systeem
meldt dat het "leeft".
Het aantal submenu's hangt af van de geselec-
N.B.
teerde CIM-module.
22
functies.
I/O instellingen
De afzonderlijke ingangen, uitgangen en relais worden in dit
menu ingesteld.
Zie paragraaf
9.4
I/O-instellingen.
Submenu's:
•
Analoge ingangen
•
Digitale ingangen
•
Analoge uitgangen
•
Digitale uitgangen
•
Telleringangen
•
Alarmrelais.
Alarm instellingen
Ga in dit menu als volgt te werk:
1. Kies de alarmmeldingen en waarschuwingen die bewaakt
moeten worden.
2. Schakel de vereiste alarmmeldingen en waarschuwingen in.
3. Stel de alarm- en waarschuwingslimieten in, en kies zo nodig
voor verzending via SCADA of SMS.
Zie paragraaf
9.5
Alarminstellingen.
Submenu's:
•
Systeem alarmen
•
Pomp alarmen
– Alarmen, pompgroep 1
– Alarmen, pompgroep 2.
•
Menger alarmen
•
Combi alarmen.
Algemene instellingen, CU 361
Displaytaal, eenheden, datum, tijd, wachtwoord, ethernetadres
en GENIbus-nummer worden in dit menu ingesteld. De software-
versie wordt ook in dit menu weergegeven.
Zie paragraaf
9.6 Algemene instellingen, CU
Submenu's:
•
Doorloop de configuratie wizard nogmaals
•
Displaytaal
•
Eenheden en frequentie
•
Datum en tijd
•
Wachtwoord
•
Ethernet
•
Veldbus-adressen
•
Softwarestatus.
Pad: Instellingen >
Afb. 30
Instellingen
362.