PID instellingen
Het te gebruiken type besturingslus wordt geselecteerd in dit dis-
play.
Selecteer besturingslus.
•
P
•
PI
•
PD
•
PID.
Aangenomen wordt dat de gebruiker verstand heeft van PID-
besturingslussen. Zo niet, raadpleeg derden. Deze besturingslus-
sen worden niet gedetailleerd beschreven in deze instructies.
Pad: Instellingen > Geavanceerde functies > Aandrijvingen met
variabele frequentie > VFD instellingen, pomp 1 > PID instellin-
gen, pomp 1 >
Afb. 69
PID instellingen, pomp 1
Spoelinstellingen
"Spoelinstellingen" worden gebruikt om blokkering van de pomp
te voorkomen, en om het risico op afzetting in de leiding eerder in
het systeem te minimaliseren.
Schakel spoelfuncties in:
•
Omgekeerde start
•
Start spoelen
•
Spoelen
•
Stop spoelen.
Zie afb. 70.
f [Hz]
y
x
Afb. 70
Spoelen
48
Omgekeerde start
Voorzichtig
"Omgekeerde start" (x) wordt gebruikt ter voorkoming van pomp-
blokkering veroorzaakt door afzettingen in de put. De gebruiker
moet de functie inschakelen en de tijdsduur (in seconden) instel-
len dat de pomp in omgekeerde richting moet draaien.
"Min.vertr. tussen omkering" moet ook worden ingesteld.
Start spoelen
"Start spoelen" (y) schakelt de pomp in met hoog toerental en laat
de pomp enkele seconden draaien (ingesteld door de gebruiker).
Daarna wordt het toerental verlaagd tot aan de frequentie (z) con-
form de parameters die zijn ingesteld in de specifieke besturings-
modus.
Spoelen
"Spoelen" (rf) minimaliseert het risico op afzetting in de leiding
eerder in het systeem wanneer de pomp met laag toerental
draait. Het toerental van de pomp wordt verhoogd tot de nominale
frequentie, blijft daar gedurende een ingestelde tijd, en wordt
daarna weer verlaagd. De gebruiker moet de tijdsduur in secon-
den instellen alsmede het interval tussen "Spoelen" cycli.
Stop spoelen
"Stop spoelen" zorgt dat het toerental van de pomp wordt ver-
hoogd en dat de leiding eerder in het systeem wordt gespoeld
voorafgaand aan uitschakeling. De gebruiker moet de tijdsduur in
seconden instellen.
Pad: Instellingen > Geavanceerde functies > Aandrijvingen met
variabele frequentie > VFD instellingen, pomp 1 > Spoelinstel-
lingen, pomp 1 >
rf
rf
z
Deze functie mag alleen worden gebruikt als de
pomp is ontworpen voor omgekeerde start.
Afb. 71
Spoelinstellingen, pomp 1