Inhoudsopgave
Advertenties
14
Signalering alarmen en storingen
PROBLEEM
ALARMSIGNALERING MOGELIJKE OORZAAK
LED POWER UIT
LED POWER UIT
De poort wordt
niet geopend of
niet gesloten.
Voorbeeld:
Geen stroomtoevoer.
Verbrande zekeringen.
Storing in de ingaande
voedingsspanning.
Initialisatie van de regeleenheid
mislukt.
Overstroom gedetecteerd in de
inverter.
Foute aansluiting met SEC1-
SEC2 van de transformator.
Gegevens lengte slag fout.
Wijziging parameter
.
Motor 1 niet aangesloten.
Motor 2 niet aangesloten.
Zekering F1 verbrand of
beschadigd.
Als de regeleenheid in de modus
batterij is gesteld, is de
signalering niet zichtbaar.
Fout in de
Encoder MOTOR 1 reageert niet,
is afwezig of defect.
Encoder MOTOR 2 reageert niet,
is afwezig of defect.
Foute verbinding tussen
regeleenheid en encoder MOTOR 1.
Foute verbinding tussen
regeleenheid en encoder MOTOR 2.
Weinig belangrijke storing van
Encoder MOTOR 1.
Weinig belangrijke storing van
Encoder MOTOR 2.
Storing magneet Encoder MOTOR
1. Ernstige fout Encoder.
Storing magneet Encoder MOTOR
2. Ernstige fout Encoder.
Foute detectie positie MOTOR 1
ten opzichte van de lengte van
de slag.
Onjuiste installatie van de
motoren
INGREEP
Controleer de stroomkabel.
Vervang de zekering. Er wordt aanbevolen om de
zekeringen enkel te verwijderen en opnieuw te plaatsen
wanneer de netspanning is uitgeschakeld.
Schakel de stroiomtoevoer uit, wacht 10 s, en
schakel de stroomtoevoer opnieuw in.
Als het probleem aanhoudt, neemt u contact op met
mogelijke assistentie.
Door op de TEST-toets te drukken, is het mogelijk
om de fout tijdelijk te verbergen en de parameters
van het bedieningspaneel te raadplegen.
Druk twee maal op de toets TEST of geef 3
bedieningen achtereenvolgens.
Verwissel de aansluiting tussen SEC1 en SEC2.
Druk op de toets TEST en controleer de veiligheid/
en die in alarm is/zijn.
Controleer de correcte positionering van de
mechanische aanslagen van MOTOR 1 en MOTOR 2.
Herhaal de procedure van de lering.
Bij elke variatie van de parameters geeft de display
het bericht van de vraag om positiegegevens
weer. Druk op de toets PROG zodat
op de display, en herhaal de procedure van de lering
(zie hoofdstuk 10).
Controleer de motorkabel.
Controleer de motorkabel.
Vervang de zekering.
Er wordt aanbevolen om de zekeringen enkel te
verwijderen en opnieuw te plaatsen wanneer de
netspanning is uitgeschakeld.
Controleer de aansluiting van de encoder.
Als het probleem aanhoudt, wordt aanbevolen om
de encoder te vervangen.
Controleer de aansluiting van de encoder.
Als het probleem aanhoudt, wordt aanbevolen om
de encoder te vervangen.
Controleer de aansluiting van MOTOR 1.
Controleer de aansluiting van MOTOR 2.
Controleer de aansluiting van MOTOR 1.
Controleer de voedingsspanning van de regeleenheid.
Controleer de aansluiting van MOTOR 2.
Controleer de voedingsspanning van de regeleenheid.
Als het probleem aanhoudt, wordt aanbevolen om
de encoder te vervangen.
Als het probleem aanhoudt, wordt aanbevolen om
de encoder te vervangen.
Controleer de instelling van de parameter
herhaal de procedure van het leerproces.
Als het probleem aanhoudt, wordt aanbevolen om
de encoder te vervangen.
Controleer of de motoren correct zijn geïnstalleerd.
SMARTY-motoren met SMARTY/EMA geïnstalleerd
mogen niet worden geïnstalleerd om de deur naar
verschijnt
en
227
Advertenties
Inhoudsopgave
