5.3 Regelmatige controleverrichtingen
- Controleren of de celtemperatuur de vooringestelde temperatuur nadert of daarmee samenvalt.
- Controleren of de afzuig- en uitlaatopeningen van de door condensor verwerkte lucht niet verstopt zijn.
- De verdamper controleren en manueel ontdooien als deze verstopt is met ijs. Indien het probleem zich herhaalt kan een wijziging van
de ontijzingsparameters noodzakelijk zijn.
5.4 Lange stilstandperiodes
Als u de koelunit opnieuw moet opstarten na een langdurige periode van stilstand, dient u de volgende voorzorgsmaatregelen te nemen.
Zet de stroom uit voordat u wat dan ook doet.
- Controleer of alle elektrische en hydraulische aansluitingen in goede staat zijn en contacteer eventueel een servicecentrum.
- Controleer of de ruimte rondom de luchtafzuig- en uitlaatroosters niet verstopt is of kleiner is dan deze moet zijn.
Bijzonder onderhoud
6.
De in dit hoofdstuk vermelde aanwijzingen zijn bedoeld voor gespecialiseerd onderhoudspersoneel.
6.1 De parameters programmeren
Alle bedrijfsparameters zijn reeds in de electronica voorgeprogrammeerd. Mocht u toch één van deze parameters willen wijzigen, ga dan
als volgt te werk:
U krijgt toegang tot de programmering door de SET knop langer dan 5 seconden ingedrukt te houden. Als PA1 verschijnt, drukt u
nogmaals op SET.
Druk op de pijlen UP en DOWN om de password in te voeren (zie technische documentatie, handboek 2) en druk weer op SET.
Vind de te wijzigen parameter en druk op SET. Stel met de pijlen UP en DOWN de gewenste waarde in. Sla deze op met SET.
Om de programmeringsmodus te beëindigen drukt u herhaaldelijk op ESC, of drukt u gedurende 10 seconden geen toetsen in.
WAARSCHUWING! Zet de machine eerst UIT en daarna weer AAN door met de hoofdschakelaar of met de thermische schakelaar de
stroomvoorziening te onderbreken, om de wijzigingen actief te maken. De parameters met vooringestelde waarden kunt u raadplegen in
de tabel.
6.2 Parameterbeschrijving
Zie technische documentatie.
De machine ontmantelen en het afval verwerken
7.
De in dit hoofdstuk vermelde aanwijzingen zijn bedoeld voor gespecialiseerd personeel. Voor het verwerken van de ontmantelde
machine dient u de voorschriften na te leven die gelden in uw eigen land. Het hiernaast afgebeelde symbool van een afvalbak
op wielen met een kruis betekend dat deze machine binnen de Europese Unie aan het eind van zijn levenscyclus dient te worden
ingeleverd als speciaal afval. Deze norm geldt, naast de machine zelf, ook voor alle meegeleverde accessoires waarop hetzelfde
symbool is aangebracht. Deze onderdelen dienen dus van het normale afval te worden gescheiden.
7.1 Het afval opslaan
In elk land zijn de milieuvoorschriften die u dient na te leven anders. Het is toegestaan speciale afvalmaterialen op te slaan in afwachting
van een definitieve verwerking/opslag. Geen enkel type koelmiddel HCFC of HFC mag in het milieu terechtkomen. Het is niet toegestaan
om zonder toestemming van de constructeur het koelmiddel te vervangen door een ander middel dan dat wat op het typeplaatje is
vermeld
7.2 Ontmantelingprocedure
Wat de ontmanteling van de machine betreft, moeten de plaatselijk geldende wettelijke en overheidsvoorschriften worden nageleefd.
Meestal dienen de machine en/of de onderdelen daarvan te worden overhandigd aan speciale ontmanteling- of opslagcentra.
Wij stellen de volgende procedure voor:
- Onderbreek de elektrische en hydraulische voeding.
- Demonteer het apparaat en groepeer de componenten volgens hun chemische aard.
- Wij herinneren u eraan dat de koelmachine smeerolie en koudemiddel bevat die kunnen worden hergebruikt.
- Ontmantel en vernietig de verschillende delen volgens alle desbetreffende wettelijke voorschriften.
ALLEEN DESKUNDIG PERSONEEL MAG DE MACHINE ONTMANTELEN.
Handboek
83