Installatie celverlichting (indien van toepassing)
1.2.3
Installeer de plafondlamp (meegeleverd) in een positie waar deze goed zicht door de gehele binnenruimte van de koelcel mogelijk
maakt. Maak gebruik van het volgende gereedschap: schroevendraaier, schaar, boormachine.
A) Schroef de plafondlamp tegen het plafond met de meegeleverde schroeven (1) (afb. 1.2.3.a). Richt bij wandmontage de
kabelaansluiting naar onder.
B) Verwijder het beschermingsrooster en glas door de schroef los te draaien. Maak een gat om de kabel door de dop (2) de leiden.
C) Breek door de membraan heen, de meest geschikte voor de installatie, in de kabelgeleider (4). Steek de kabel, die uit de machine
komt (indien van toepassing) en met "LC" gekenmerkt is, door de dop (3) en kabelgeleider (4). Trek de overvloedige kabel door (afb.
1.2.3.b).
D) Knip de kabel op maat, strip de geleiders en sluit het aan op de aansluitklemmen in de lampvoet. Schroef de dop (3) op de
kabelgeleider en het peertje (meegeleverd) in de fitting. Monteer het glas en het beschermingsrooster.
Fig. 1.2.3.a
1
1.3 Electrische aansluiting
WAARSCHUWING! Het is aangewezen dat de elektrische aansluiting van de machine wordt uitgevoerd door een gekwalificeerde
technicus die verantwoordelijk is voor de voorbereiding van de installatieplaats, die vóór de aansluiting op het spanningsnet ook de
vereisten in de paragraaf "Algemene veiligheidsnormen" in acht neemt.
Voor alle elektrische aansluitingen verwijzen wij u naar het elektrische schema dat op de machine is bevestigd.
WAARSCHUWING! Indien u de voedingskabel en/of andere kabels wenst te verlengen, raadpleeg dan eerst onze Technische Dienst.
Het bedieningspaneel monteren en demonteren
1.3.1
- Schroef de wandhouder van het paneel tegen de celwand (afb. 1).
- Sluit de kabel aan de aansluitklemmen aan (afb. 1).
- Sluit het bedieningspaneel met de meegeleverde schroeven (afb. 2).
- Klem het bedieningspaneel in de wandhouder (afb. 3).
Aansluiting deurcontactschakelaar (indien van toepassing)
1.3.2
Indien een deurcontactschakelaar voorzien is, sluit deze dan aan volgens het bijgeleverde aansluitschema. Sommige machine's worden
geleverd met een overbrugd contact voor de deurschakelaar; deze brug dient verwijderd te worden indien een schakelaar wordt
aangesloten.
Gebruik alleen afgeschermde kabels om de deur schakelaar aan te sluiten (zie aansluitschema).
1.4 Aansluiting waterleidingen (indien van toepassing)
Respecteer bij de aansluiting van waterleidingen altijd de kleurcodering: blauw in, rood uit. Sluit de leidingen aan aan de daarvoor
bestemde aansluitpunten op het apparaat. Houdt er rekening mee dat de diameter van de waterleidingen nooit minder mag zijn dan die
van de aansluitpunten.
Voor een goede werking dient de waterdruk nooit lager te zijn dan minimaal 1 bar, of hoger dan maximaal 5 bar.
78
Handboek
Fig. 1.2.3.b
3
4
4