6 Installatie
6.3 Wateraansluiting
6.3.1
Veilig werken bij de watertoevoer- en -afvoeraansluiting
Voor uw eigen veiligheid
Maak uzelf voor aanvang van de werkzaamheden vertrouwd met de onder 'Gevaren en veiligheids‐
maatregelen bij de installatie' op pagina 29 vermelde gevaren.
Kwalificatie van het personeel voor de watertoevoer- en -afvoeraansluiting
Alleen geschoolde vakkrachten voor watertoevoer- en -afvoerinstallaties van een geautoriseerd servi‐
cebedrijf mogen de combi-steamer op de watervoorziening en op het waterafvoersysteem aansluiten.
Persoonlijke beschermingsmiddelen
Draag de persoonlijke beschermingsmiddelen, de in het hoofdstuk 'Voor uw eigen veiligheid', para‐
graaf 'Persoonlijke beschermingsmiddelen' op pagina 43 voor de desbetreffende werkzaamheden ge‐
noemd zijn.
Voorschriften voor de wateraansluiting
Waterleidingen en wateraansluitingen moeten voldoen aan de lokale en nationale regelgeving. Dit zijn
met name:
DIN 1988 delen 2 en 4
■
EN 61770
■
EN 1717
■
Bij apparaten met NSF-certificaat moeten bovendien de volgende voorschriften worden nageleefd:
Voorschriften van de National Sanitation Foundation (NSF)
■
International Plumbing Code 2003
■
International Code Council (ICC)
■
Uniform Plumbing Code 2003, International Association of Plumbing and Mechanical Officials
■
(IAPMO)
Het apparaat moet met een geschikte terugstroombeveiliging worden geïnstalleerd, om aan de eisen
van de geldende wetgeving op nationaal, regionaal en lokaal niveau te voldoen.
Voor Australië en Nieuw-Zeeland:
De installatie van de waterleidingen moet gebeuren in overeenstemming met de richtlijnen AS/NZW
3500 voor sanitaire installaties en afvoerwater (Plumbing and Drainage Code).
Alleen voor Australië:
De met dit apparaat meegeleverde dubbele terugslagklep moet in de naar het apparaat leidende wa‐
teraanvoer ingebouwd worden, om te voldoen aan de door de Australische Richtlijnen voor sanitaire
installaties geëiste terugstroombeveiliging.
Voorschriften voor de waterafvoeraansluiting
Let op alle lokale en nationale bepalingen voor de uitvoering van de waterafvoeraansluiting en voor de
samenstelling van het afvalwater. Dit zijn onder andere:
DIN 1988 delen 2 en 4
■
DIN EN 1717
■
Plaatselijke afvalwaterverordening
■
Bij apparaten met NSF-certificaat moeten bovendien de volgende voorschriften worden nageleefd:
International Code Council (ICC) oder dem vereinheitlichten Plumbing Code der International Asso‐
■
ciation of Plumbing and Mechanical Officials (IAPMO)
Voorschriften van de National Sanitation Foundation (NSF)
■
Afvoerwaterleidingen en afvoerwateraansluitingen moeten overeenkomen met de International Plum‐
bing Code 2003, International Code Council (ICC) of de Uniform Plumbing Code 2003, International
Association of Plumbing and Mechanical Officials (IAPMO).
Installatiehandboek
99