6 Installatie
6.2 Gasinstallatie
6.2.1
Veilig werken bij de gasinstallatie
Voor uw eigen veiligheid
Maak uzelf voor aanvang van de werkzaamheden vertrouwd met de onder 'Gevaren en veiligheids‐
maatregelen bij de installatie' op pagina 29 vermelde gevaren.
Kwalificatie van het personeel voor de gasinstallatie
Alleen volgens de geldende nationale en lokale voorschriften geschoolde en gecertificeerde gasinstal‐
lateurs met een apparaatspecifieke scholing en autorisatie door het lokale gasbedrijf, mogen het ap‐
paraat volgens de lokale voorschriften aansluiten.
Persoonlijke beschermingsmiddelen
Draag de persoonlijke beschermingsmiddelen, de in het hoofdstuk 'Voor uw eigen veiligheid', para‐
graaf 'Persoonlijke beschermingsmiddelen' op pagina 43 voor de desbetreffende werkzaamheden ge‐
noemd zijn.
Voorschriften voor de gasinstallatie
Stel uzelf op de hoogte van alle officiële en nationale wetten en voorschriften, evenals van de lokale
voorschriften van plaatselijke energiebedrijven en autoriteiten, alsook van mogelijke andere relevante
voorschriften, die bij de installatie van dit gasapparaat op de betreffende standplaats van kracht zijn.
Volg deze beslist op!
Volg de op de betreffende standplaats geldende bouwvoorschriften en technische regels voor de in‐
stallatie van gasapparaten op.
De gasinstallatie moet overeenkomstig de voorschriften van de gasleverancier worden uitgevoerd.
De door de fabrikant of zijn gevolmachtigde verzegelde delen mogen niet door de installateur worden
verbroken.
In Duitsland gelden voor een vaste aansluiting en voor de aansluiting van vloeibaar gas de volgende
voorschriften:
Technische Regels Gasinstallatie TRGI (= DVGW werkblad G600)
■
Technische Regels Vloeibaar Gas TRF
■
Duitse drukvatenverordening inclusief de TRG (Technische Regels Drukgassen)
■
DVGW werkblad G631
■
DVGW werkblad G21
■
Voorschrift ter voorkoming van ongevallen door het gebruik van vloeibaar gas (BGV D34/tot nu
■
VGB 21)
Voorschrift ter voorkoming van ongevallen door het gebruik van gassen (BGV B6/tot nu VGB 61)
■
Voorschrift ter voorkoming van ongevallen bij werkzaamheden aan gasleidingen (BGR 500 para‐
■
graaf 2.31/GUV-R500 paragraaf 2.31)
VDI-richtlijn 2052: Ventilatietechnische inrichtingen in keukens
■
Verordening betreffende stookinstallaties (FeuVO, FAV) van de afzonderlijke deelstaten
■
Handelwijze bij gaslucht
Wanneer men gas ruikt, moeten de volgende punten beslist worden opgevolgd:
Gasvoorziening direct onderbreken.
■
Ruimte zorgvuldig ventileren.
■
Geen elektrische apparaten bedienen. Vonkvorming voorkomen.
■
Gebouw evacueren.
■
Gasbedrijf en evt. de brandweer per telefoon van buiten de gevarenzone informeren.
■
Installatiehandboek
90