3 Voor uw eigen veiligheid
3 Voor uw eigen veiligheid
Doel van dit hoofdstuk
In dit hoofdstuk is alle kennis opgenomen die u nodig hebt om veilig om te gaan met de combi-stea‐
mer zonder uzelf en anderen in gevaar te brengen.
Dit hoofdstuk moet u aandachtig lezen!
3.1
Belangrijke veiligheidsvoorschriften
Doel van deze voorschriften
Deze voorschriften moeten ervoor zorgen dat alle personen die met de combi-steamer omgaan zich
grondig informeren over de gevaren en de veiligheidsmaatregelen en rekening houden met de waar‐
schuwingen die in de gebruikshandleiding en op de combi-steamer staan. Als u deze voorschriften
niet opvolgt, loopt u risico op persoonlijk letsel met mogelijk dodelijke afloop, en op materiële schade.
Omgang met de handboeken van de klantdocumentatie
Volg de onderstaande voorschriften op:
Lees het hoofdstuk 'Voor uw eigen veiligheid' en de hoofdstukken over uw specifieke werkzaamhe‐
■
den volledig.
Houd de handboeken van de gebruikersdocumentatie te allen tijde voor naslag gereed.
■
Geef de handboeken van de gebruikersdocumentatie bij het doorverkopen van de combi-steamer
■
door.
Basisregel voor de installatie
De installatie moet in overeenstemming met alle officiële en nationale wetten en voorschriften, alsook
de lokale voorschriften van het plaatselijk energiebedrijf en van de autoriteiten en andere relevante
voorschriften plaatsvinden.
In Australië en Nieuw-Zeeland behoren daartoe (naast andere voorschriften):
AS 5601/AG 601
■
Omgang met de combi-steamer
Volg de onderstaande voorschriften op:
Alleen personen die voldoen aan de in deze gebruikshandleiding aangegeven eisen mogen de
■
combi-steamer gebruiken.
Gebruik de combi-steamer alleen voor de beschreven toepassing. Gebruik de combi-steamer in
■
geen geval voor andere, mogelijk verwante doelen.
Neem alle veiligheidsmaatregelen die in deze gebruikshandleiding en op de combi-steamer staan.
■
Gebruik in het bijzonder de voorgeschreven persoonlijke beschermingsmiddelen.
Verblijf alleen op de aangegeven bedieningsplaatsen.
■
Voer aan de combi-steamer geen wijzigingen uit, bijv. door het verwijderen van onderdelen of het
■
aanbrengen van niet-goedgekeurde onderdelen. In het bijzonder mag u geen veiligheidsinrichtin‐
gen buiten werking stellen.
Installatiehandboek
20