Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Avaya one-X Quick Edition Handleiding pagina 64

Systeembeheer. release 3.1.0.
Inhoudsopgave

Advertenties

Hoofdstuk 2: Het systeem configureren
Als de SIP-servers in het serviceprovidernetwerk back-upconfiguraties hebben,
1.
"redundantie" genoemd, die berusten op een DNS (Domain Name
System)-algoritme, worden DNS-servicerecords (DNS SRV) gebruikt om de locatie
van een specifieke SIP-server op te geven. In dit geval dient u het
proxypoortnummer op 0 in te stellen.
Verder bepaalt de serviceprovider welke (E.164)-telefoonnummers aan uw netwerk worden
toegewezen. Deze nummers hebt u nodig voor de communicatie tussen uw telefoons en de
SIP-apparaten op het serviceprovidernetwerk.
Serviceproviders vragen u "SIP-identiteiten" (gebruikersnamen en wachtwoorden) toe te wijzen
aan de apparaten in uw bedrijfsnetwerk zodat alle oproepen die via het SIP-netwerk
binnenkomen kunnen worden toegewezen aan en doorgestuurd naar een specifieke telefoon
en/of verwerkt door de systeemomvattende functie Auto-attendant. U kunt SIP-identiteiten
toewijzen via de opties voor serviceprovider. Elke identiteit die u toewijst wordt door het one-X
Quick Edition-systeem beschikbaar gesteld aan elke telefoon in het netwerk.
Vraag de serviceprovider de SIP-identiteiten (gebruikersnamen en wachtwoorden) voor uw
telefoons. De gebruikersnaam is doorgaans een telefoonnummer. Als u bijvoorbeeld drie
telefoons hebt die zijn geconfigureerd om inkomende oproepen rechtstreeks te ontvangen (via
een doorkieslijn), kan de serviceprovider u de volgende informatie bezorgen (één SIP-identiteit
en wachtwoord per telefoon):
SIP-identiteit 1:
SIP-identiteit 2:
SIP-identiteit 3:
Omgekeerd, als alle oproepen naar het one-X Quick Edition-netwerk door één persoon worden
ontvangen en handmatig naar de afzonderlijke telefoons worden omgeleid, krijgt u één enkele
SIP-identificatie van de serviceprovider:
SIP-identiteit:
U kunt SIP-identiteiten en wachtwoorden toewijzen aan afzonderlijke telefoon- of
groepstoestellen. Als u een SIP-identiteit aan een afzonderlijke telefoon toewijst, registreert
deze telefoon zich bij de SIP-proxyserver in het serviceprovidernetwerk om alle inkomende en
uitgaande oproepen te verwerken. Wijst u een SIP-identiteit aan een groep toe, dan registreert
één van de telefoons in de groep zich bij de SIP-proxyserver in het serviceprovidernetwerk. In
beide gevallen vindt het registratieproces automatisch plaats.
U kunt ook ervoor kiezen de systeemwijde functie Auto-attendant aan een SIP-identiteit toe te
wijzen. Als u een configuratie van Auto-attendant aan een SIP-identiteit toewijst, worden
inkomende oproepen gerouteerd naar het toestelnummer dat aan de configuratie van
Auto-attendant is gekoppeld.
64
Handleiding systeembeheer Avaya one-X Quick Edition release 3.1.0
1715557654
1715557655
1715557656
1715557600
Wachtwoord: 12000
Wachtwoord: 12001
Wachtwoord: 12002
Wachtwoord: 12700
Mei 2007

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave