Hoofdstuk 2: Het systeem configureren
Als via een VPN verbinding met het one-X Quick Edition-netwerk is gemaakt, probeert de
client-telefoon van de telecommuter op de externe kantoorlocatie verbinding te maken met één
van de telefoons of PSTN-gateways (host van de telecommuter) in het one-X Quick
Edition-netwerk.
Is de host van de telecommuterserver niet beschikbaar, dan probeert de client-telefoon van de
telecommuter verbinding te maken met een ander one-X Quick Edition-apparaat totdat alle
mogelijkheden zijn uitgeput. Dit verbindingsproces verloopt cyclisch en kan voor onbepaalde
tijd worden herhaald totdat de client-telefoon van de telecommuter erin slaagt een
telecommutersessie tot stand te brengen.
Client van telecommuter lokaal aan het netwerk toevoegen
1. Sluit de nieuwe telefoon aan op het one-X Quick Edition-netwerk.
2. Voeg de telefoon toe aan het LAN (zie pagina 21).
3. Verplaats de client-telefoon van de telecommuter naar de externe kantoorlocatie.
4. Configureer op de externe kantoorlocatie een VPN-tunnel naar het one-X Quick
Edition-bedrijfsnetwerk. Raadpleeg de documentatie van de fabrikant om het virtuele
particuliere netwerk (VPN) te configureren. Vraag de LAN-beheerder aanvullende
VPN-instellingen in de bedrijfsvestiging te configureren om toegang te kunnen krijgen tot
het one-X Quick Edition-netwerk.
5. Controleer of de VPN-tunnel werkt en er verkeer in beide richtingen wordt doorgelaten.
6. Verbind de client-telefoon van de telecommuter op de externe kantoorlocatie met het
lokale netwerk (LAN).
Opmerking:
Het LAN van de externe kantoorlocatie moet zijn uitgerust met een router die
Opmerking:
verkeer via een VPN-tunnel naar het one-X Quick Edition-netwerk doorstuurt.
De client-telefoon van de telecommuter op de externe kantoorlocatie probeert verbinding
te maken met één van de apparaten in het one-X Quick Edition-netwerk om een
telecommutersessie tot stand te brengen. Eén van de telefoons of PSTN-gateways in het
one-X Quick Edition-netwerk functioneert als telecommuterserver om de client-telefoon
van de telecommuter te authenticeren en de telecommutersessie tot stand te brengen.
Opmerking:
U kunt de verbindingsstatus weergeven op het display van de client-telefoon van
Opmerking:
de telecommuter. De informatie wordt dynamisch bijgewerkt wanneer de
verbindingsstatus verandert. Zie het gedeelte
client-telefoon van de telecommuter weergeven op pagina 54
informatie.
7. Als u de telecommutermodus op de telefoon wilt activeren, selecteert u Telecommuter in
het menu Gebruikersopties.
8. Selecteer Modus in het menu Telecommuter.
9. Druk op de softkey Wijz om de telecommutermodus in of uit te schakelen.
52
Handleiding systeembeheer Avaya one-X Quick Edition release 3.1.0
Verbindingsstatus van de
voor meer
Mei 2007