5. Als u een statisch IP-adres aan het apparaat wilt toewijzen, geeft u een ongebruikt
IP-adres op in het gelijknamige veld. Dit adres moet overeenkomen met de
netwerkadresruimte die door het verbonden subnet wordt gebruikt (voor de
netwerkadresruimte 198.16.10.0 bijvoorbeeld, kunt u 198.16.10.100 als IP-adres
invoeren).
6. Controleer of het netwerkmasker overeenkomt met het IP-adres van de telefoon
(bijvoorbeeld 198.16.10.0). Geef zo nodig een ander netwerkmasker op om het
statische IP-adres te bepalen.
7. Als u het IP-adres van een gateway wilt opgeven (om het telefoonverkeer te routeren naar
de router van de volgende hop), geeft u het IP-adres van de gateway op in het veld
Gateway.
8. Klik op Verzenden.
Netwerkadresinstellingen wijzigen met een Quick Edition IP-telefoon
1. Open het menu Systeemopties op de telefoon die u wilt configureren.
2. Selecteer Netwerkopties in het menu Systeemopties.
3. Selecteer IP-adres in het menu Netwerkopties. De huidige instellingen worden
weergegeven.
4. Druk op de softkey Wijz.
5. Als u een statisch IP-adres aan de telefoon wilt toewijzen, geeft u een ongebruikt IP-adres
op in het veld IP-adres. Dit adres moet overeenkomen met de netwerkadresruimte die
door het verbonden subnet wordt gebruikt (voor de netwerkadresruimte 198.16.10.0
bijvoorbeeld, kunt u 198.16.10.100 als IP-adres invoeren). Druk op de softkey . om
scheidingstekens tussen de cijfers in te voegen.
6. Druk op de softkey Volg.
7. Controleer of het netwerkmasker overeenkomt met het IP-adres van de telefoon
(bijvoorbeeld 198.16.10.0). Geef zo nodig een ander netwerkmasker op om het
statische IP-adres te bepalen. Druk op de softkey . om scheidingstekens tussen de cijfers
in te voegen.
8. Druk op de softkey Volg.
9. Als u het IP-adres van een standaard-IP-gateway wilt opgeven (om het telefoonverkeer te
routeren naar de router van de volgende hop), geeft u het IP-adres op van de gateway.
Druk op de softkey . om scheidingstekens tussen de cijfers in te voegen.
10. Druk op de softkey Volg.
11. Als u het IP-adres voor een DNS-server wilt opgeven (om apparaatnamen op te lossen in
IP-adressen), voert u het host-IP-adres van de DNS-server in. Druk op de softkey . om
scheidingstekens tussen de cijfers in te voegen.
12. Druk op de softkey Volg en daarna op de softkey Opsl.
Handleiding systeembeheer Avaya one-X Quick Edition release 3.1.0
Apparaatbeheer
25
Mei 2007