Tellerinstellingen
Het invoerscherm TELLERINSTELLINGEN is de parameter waarmee
u de toepassing voor de uitlezing bepaalt. U kunt kiezen uit de
toepassingen Frezen of Draaien. Zie Fig. II.10
Een softkey STANDAARDCONFIGURATIE verschijnt in de keuzeopties
TELLERINSTELLINGEN. Wanneer hierop wordt gedrukt, worden de
configuratieparameters (gebaseerd op frezen of draaien) teruggezet
naar de standaardconfiguratie. De operator wordt gevraagd op JA te
drukken om de parameters in te stellen op de standaardwaarden, of
op NEE om te annuleren en terug te keren naar het vorige
menuscherm.
In het veld AANTAL ASSEN wordt het aantal benodigde assen
ingesteld. Er verschijnt een as-softkey waarmee gekozen kan worden
tussen 2 of 3 assen.
Diagnose
Het invoerscherm DIAGNOSE biedt toegang tot het testen van het
toetsenbord en display. Zie Fig. II.11
Toetsenbordtest
Een afbeelding van het toetsenbord geeft aan wanneer u een toets
indrukt en loslaat.
Druk op elke toets en softkey die u wilt testen. Wanneer u op een
toets drukt, wordt deze met een punt weergegeven. De punt laat
zien dat de toets goed werkt.
Druk tweemaal op de C-toets als u de toetsenbordtest wilt verlaten.
Displaytest
Als u het display wilt testen, drukt u op de Enter-toets om het
display op volledig zwart, volledig wit, en weer op normaal in te
stellen.
78
Fig. II.10 Invoerscherm TELLERINSTELLINGEN
Fig. II.11 Invoerscherm DIAGNOSE
II Technische informatie