Voorbeeld:gegevens invoeren en een gatencirkel maken. (Zie Fig.
I.37, Fig. I.38 & Fig. I.39.)
Gaten (aantal): 4
Coördinaten van het middelpunt: X = 10 mm / Y = 15 mm
Boutcirkelradius: 5 mm
Starthoek: (hoek tussen X-as en eerste gat): 25°
Gatdiepte: Z = -5mm
1e stap: gegevens invoeren
Druk op de toets GATENCIRKEL.
PATROONTYPE
Voer het type gatencirkel in (volledige cirkel). Ga met
de cursor naar het volgende veld.
GATEN
Voer het aantal gaten (4) in.
CIRKELMIDDELPUNT
Voer de X- en Y-coördinaten van het cirkelmiddelpunt
in.
Voorbeeld: (X = 10), (Y = 15) of druk op NOTEREN om
de coördinaat op de huidige positie in te stellen. Ga
met de cursor naar het volgende veld.
RADIUS
Voer de radius van de gatencirkel (5) in.
STARHOEK
Voer de starthoek (25°) in.
HOEKSTAP
Voer de hoekstap (90°) in (deze kan alleen worden
gewijzigd bij het invoeren van een "segment").
48
Fig. I.37 Openingsinvoerscherm Gatencirkel
Fig. I.38 Pagina 2 van invoerscherm Gatencirkel
Fig. I.39 Grafische weergave van gatencirkel
I Bedieningsinstructies