Voorinstellen
Met de functie Voorinstellen kan de operator de nominale (doel)positie
voor de volgende beweging aangeven. Zodra de nieuwe nominale
positie is ingevoerd, zal de weergave overschakelen naar de
werkstand Incrementeel en de afstand tussen de huidige positie en de
nominale positie weergeven. De operator hoeft nu alleen de tafel te
verplaatsen totdat de weergave op nul staat om de vereiste nominale
positie te bereiken. De informatie voor de plaats van de nominale
positie kan worden ingevoerd als een absolute verplaatsing vanaf het
huidige nulpunt of als een incrementele verplaatsing vanaf de huidige
nominale positie.
Met de functie Voorinstellen kan de operator ook aangeven met welke
kant van het gereedschap de bewerking in de nominale positie wordt
uitgevoerd. De softkey R+/- in het invoerscherm Voorinstellen bepaalt
de actieve verstelling tijdens de beweging. R+ geeft aan dat de
middellijn van het huidige gereedschap in een meer positieve richting
staat dan de kant van het gereedschap. R- geeft aan dat de middellijn
in een meer negatieve richting staat dan de kant van het huidige
gereedschap. Het gebruik van R+/- correcties past automatisch de
incrementele waarde aan, rekening houdend met de diameter van het
gereedschap. Zie Fig. I.31
Absolute weg voorinstellen
Voorbeeld: een kraag frezen door te verplaatsen tot de
nulwaarde wordt weergegeven, met behulp van de absolute
positie.
De coördinaten worden als absolute maten ingevoerd; het nulpunt is
het werkstuknulpunt. Zie Fig. I.32 & Fig. I.33.
1
Hoek
: X = 0 mm / Y = 20 mm
2
Hoek
: X = 30 mm / Y = 20 mm
3
Hoek
: X = 30 mm / Y = 50 mm
4
Hoek
: X = 60 mm / Y = 50 mm
Als u de laatst ingevoerde voorinstelwaarde van een
bepaalde as wilt oproepen, drukt u op de astoets.
40
Fig. I.31 Gereedschapsradiuscorrectie
Fig. I.32 Eén cyclus voorinstellen
I Bedieningsinstructies