Uitvoering
Voer de freesbewerking uit door het scherm voor schuinfrezen te
openen en op de Enter-toets te drukken. Het scherm schakelt over
naar de incrementele DRO-weergave.
De DRO toont eerst de huidige incrementele verplaatsingsafstand
vanaf het startpunt. Ga naar het startpunt en voer een
insteekfreesbewerking of voer de eerste bewerking over het
oppervlak uit. Druk op de softkey Volgende bewerking om verder te
gaan met de volgende stap langs de contour.
Nadat op VOLGENDE BEWERKING is gedrukt, toont de incrementele
weergave de afstand van de volgende stap langs de contour van de
lijn.
Indien er geen stapgrootte is opgegeven, toont de incrementele
weergave altijd de afstand tot het dichtstbijzijnde punt op de lijn.
Verplaats de beide assen in kleine stapjes om de contour te kunnen
volgen, en zorg ervoor dat de (X, Y) posities zo dicht mogelijk bij 0
blijven.
Bij het uitvoeren van een vlakfreesbewerking zijn er drie weergaven
beschikbaar: incrementele DRO, contour en absolute DRO. Druk op
de softkey WEERGAVE om door de beschikbare schermen te
schakelen.
De contourweergave toont de positie van het gereedschap ten
opzichte van het freesoppervlak. Wanneer het positiekruis waarmee
het gereedschap wordt aangeduid, zich op de lijn bevindt waarmee
het oppervlak wordt aangegeven, is het gereedschap in positie. Het
positiekruis van het gereedschap blijft vast in het midden van de
grafische weergave. Wanneer de tafel wordt bewogen, beweegt de
lijn van het oppervlak.
Druk op de softkey EINDE om de freesbewerking te verlaten.
Gereedschapsradiuscorrectie wordt toegepast op basis
van de radius van het huidige gereedschap. Als de
vlakselectie betrekking heeft op de gereedschapsas,
wordt aangenomen dat de gereedschapspunt een
kogeleinde heeft.
De richting van de gereedschapscorrectie (R+ of R-) wordt
toegepast op basis van de gereedschapspositie. Voor een
correcte gereedschapscorrectie moet de operator het
contourvlak vanuit de juiste richting benaderen.
54
I Bedieningsinstructies