Gebruik van de gereedschapstabel
Voorbeeld: correcties in gereedschapstabel invoeren
Gereedschapscorrecties instellen met GEREEDSCHAP/
INSTELLEN
Met de functie GEREEDSCHAP/INSTELLEN kunt u met een
gereedschap een gereedschapscorrectie instellen, wanneer de
diameter van het werkstuk bekend is. Zie Fig. I.49
Raak de bekende diameter in de X-as aan.
Druk op de toets GEREEDSCHAP. Scroll naar het
bekende gereedschap.
Druk op de Enter-toets.
Selecteer de astoets (X).
Voer de positie van de gereedschapspunt in,
bijvoorbeeld X=Ø 20 mm.
Zorg ervoor dat de ND 522/523 in de
diameterweergavemodus (Ø) staat als u een
diameterwaarde invoert.
Raak het werkstukvlak met het gereedschap aan.
Ga met de cursor naar de Z-as.
Stel de positie-uitlezing voor de gereedschapspunt in
op nul, Z=0. Druk op Enter.
60
Fig. I.49
I Bedieningsinstructies