Pagina 1
HEIDENHAIN Werken met de teller ND 286 • Ingavewaarde overnemen • teller vastleggen op waarde Weergave act. waarde en • Referentiepunt kiezen uit P79 (P80!) ingave (7-segment-LED, • in parameterlijst 8 cijfers met voorteken) Num. toetsenbord terug bladeren START PRINT <...
Referentiepunt bepalen Bij het bepalen van het referentiepunt wordt aan een bepaalde positie de bijbehorende afleeswaarde toegekend. Bij de ND 286 kunnen twee van elkaar onafhankelijke ref.punten worden vastgelegd. Referentiepunt 1 of 2 kiezen. Getalswaarde ingeven, b.v. 40. Ingegeven getalswaarde overnemen.
Meetreeksen Uit één meetreeks kan de teller één van de volgende waarden bepalen en weergeven: kleinste waarde (MIN), grootste waarde (MAX), verschil tussen grootste en kleinste waarde (DIFF), laatst verwerkte waarde (ACTL) De teller verwerkt tijdens één meetreeks iedere 550 µs een nieuwe meetwaarde. Meetreeks starten druk zo vaak op de toets MOD, totdat de gewenste status knippert, b.v.
Pagina 4
– ogenblikkelijke waarden m.b.t. referentiepunt 1 uitgeven (MIN/MAX/DIFF-afleeswaarden worden niet uitgegeven) Een verbindingskabel (b.v. naar een PC) kan bij HEIDENHAIN besteld worden (Id.-Nr. 206 420 ..); kabellengte tot en met 10 m. Bedrijfsparameters voor data-uitgave: P23, P53 tot P57 „AMP-CHAMP“-aansluiting (36-polig, bus)
Sub-D-aansluiting EXT (25-polig, stift) Gevaar voor interne onderdelen! De spanning van externe stroomkringen moet een „Funktionskleinspannung mit sicherer Trennung“ volgens VDE 0160, 5.88 zijn! Inductieve belasting alleen met vrijloopdiode parallel aan de inductiviteit aansluiten! Alleen afgeschermde kabel gebruiken! Scherm verbinden met stekerbehuizing! Pin Functie Functie meetwaarde ≥...
Data-uitgang en weergave-stop bij meetwaarde-uitgave De werking van het signaal voor meetwaarde-uitgave op de data-uitgang wordt in bedrijfsparameter P55 bepaald. meelopend, geen stop: de data-uitgang negeert opslagsignalen en geeft altijd de actuele meetwaarde uit ( gestopt / vasthouden: de data-uitgang stopt en houdt de meetwaarde vast tot het volgende signaal voor meetwaarde-uitgave ( gestopt/meelopend: de data-uitgang stopt totdat een signaal voor meet- waarde-uitgave verlangd wordt en geeft na het signaal weer de actuele meet-...
Pagina 7
Bedrijfsparameters De parameters zijn verdeeld in „gebruikerparameters“ en „beveiligde bedrijfsparameters“, die pas na ingave van een sleutelgetal toegankelijk zijn. Gebruikerparameters Gebruikerparameters zijn bedrijfsparameters, die veranderd kunnen worden, zonder het sleutelgetal in te geven: P00 tot P30, P79, P86 Gebruikerparameters opvragen Gebruikerparameters na het inschakelen van de teller opvragen: Druk op de toets MOD, zolang er op de teller staat.
Parameterinstellingen voor HEIDENHAIN lengtemeetsystemen Volgende instellingen gelden v. mm-maten: Afleesstap Onder- Tel- Pos. na de (maatsyst.: P01) verd., wijze, komma, Type inch LIF 121 één single 0,002 0,000 1 afst.c. 5 000 0,001 0,000 05 0,000 5 0,000 02 LS 176 één...
100 ... 240 V 50 ... 60 Hz Netspannings- schakelaar Externe Ingang voor HEIDENHAIN lengtemeetsysteem aardaansluiting met blokvormige uitgangssignalen (TTL), aansluitkabel maximaal 50 m lang, minimale flankafstand: 175 ns De data in-/uitgangen X1, X33 en X41 voldoen aan de "Sichere Trennung vom Netz"...