Gereedschapstabel oproepen
Voordat u begint met de bewerking, selecteert u het te gebruiken
gereedschap uit de gereedschapstabel. De ND 522/523 houdt dan
rekening met de opgeslagen gereedschapsgegevens wanneer u met
gereedschapscorrectie werkt.
Gereedschap oproepen
Druk op de toets GEREEDSCHAP.
GEREEDSCHAPSNUMMER
Scroll met de pijltoetsen OMHOOG/OMLAAG door de
selectie van gereedschappen (1-16). Markeer het
gewenste gereedschap.
Controleer of het juiste gereedschap is opgeroepen
en druk op de C-toets om de functie te verlaten.
Nulpunttoets
Nulpunten bepalen de relatie tussen de asposities en de weergegeven
waarden.
Nulpunten kunnen het gemakkelijkst worden ingesteld met de
tastfunctie van de ND 522/523, wanneer u het werkstuk met een
gereedschapskant tast.
U kunt natuurlijk ook op de conventionele manier nulpunten instellen,
door de kanten van het werkstuk één voor één aan te raken met een
gereedschap en de gereedschapsposities handmatig als nulpunten in
te voeren (zie voorbeelden op de volgende pagina).
In de nulpunttabel kunnen maximaal 10 nulpunten worden
opgenomen. U hoeft dan meestal de asverplaatsing niet te berekenen
wanneer u werkt met ingewikkelde werkstuktekeningen met
meerdere nulpunten.
36
I Bedieningsinstructies