CONUSVERHOUDING
Voor het berekenen van de hoeken op basis van de
verhouding tussen diameterwijziging en lengte, drukt
u op de softkey CONUS: VERH..
Voer met de numerieke toetsen de gegevens in de
velden INVOER 1 en INVOER 2 in. Druk na elke
selectie op Enter.
De berekende verhouding en de hoek verschijnen in
de desbetreffende velden.
Voorinstellen
De functie Voorinstellen is eerder in dit handboek behandeld (Zie
"Voorinstellen" op pagina 40). De toelichting en de voorbeelden op die
pagina's zijn gebaseerd op freesbewerkingen. De grondbeginselen
voor deze toelichting zijn identiek voor draaibewerkingen, op twee
uitzonderingen na; correcties van gereedschapsdiameters (R+/-), en
invoer van radius t.o.v. diameter.
Correcties van gereedschapsdiametercorrecties zijn niet van
toepassing op draaigereedschappen. Deze functie is daarom niet
beschikbaar bij het voorinstellen voor draaibewerkingen.
Bij het uitvoeren van draaibewerkingen kunnen invoerwaarden zowel
radius- als diameterwaarden zijn. Het is belangrijk ervoor te zorgen dat
de door u ingevoerde voorinstellingsgegevens overeenstemmen met
de huidige status van de weergave. Een diameterwaarde wordt
aangeduid met het symbool Ø. De status van de weergave kan
worden gewijzigd met behulp van de softkey R
Softkey R
(radius/diameter)
X
Op tekeningen voor draaidelen staan doorgaans de diametermaten
aangeven. De ND 522/523 kan de radius of diameter voor u
weergeven. Wanneer de diameter wordt weergegeven, verschijnt het
diametersymbool (Ø) naast de positiewaarde. Zie Fig. I.58.
Voorbeeld: Radiusweergave, positie 1 X = 20 mm
Diameterweergave, positie 1 X = Ø 40 mm
Druk op de softkey R
en de diameterweergave te schakelen.
66
(zie hieronder).
X
om tussen de radiusweergave
X
Fig. I.58 Werkstuk voor weergave van radius/
diameter
I Bedieningsinstructies