Inbedrijfstelling
In het algemeen is de CANopen-optiekaart zo ontworpen dat de veldbusspecifieke in-
stellingen slave-ID en baudrate met een hardwareschakelaar op de optiekaart plaats-
vinden. Door deze handmatige instelling kan de applicatieregelaar in korte tijd in de CAN-
open-omgeving geïntegreerd en ingeschakeld worden. De parametrering kan volledig
geautomatiseerd door de overkoepelende CANopen-master uitgevoerd worden (para-
meter-download). Deze op de toekomst gerichte variant biedt het voordeel dat naast de
reductie van de inbedrijfstellingstijd van de installatie ook de documentatie van het ap-
plicatieprogramma vereenvoudigd wordt, daar nu alle belangrijke parametergegevens
van de aandrijving direct in het besturingsprogramma opgeslagen kunnen worden.
Afbeelding 1: CANopen met MOVIDRIVE
Bewakingsfuncties
De toepassing van een veldbussysteem vereist voor de aandrijftechniek extra bewa-
kingsfuncties, zoals bijvoorbeeld de tijdbewaking van de veldbus (fieldbus time-out) of
ook snelstopmogelijkheden. U kunt bijvoorbeeld de bewakingsfuncties van de MO-
VIDRIVE
de applicatieregelaar moet uitvoeren in het geval dat er een fout in de bus optreedt. Voor
veel toepassingen zal een snelstop zinvol zijn. U kunt ook echter de laatste gewenste
waarde laten fixeren, zodat de aandrijving met de laatst geldende wenswaarde verder
draait (bijvoorbeeld transportband). Daar de functionaliteit van de besturingsklemmen
ook in veldbusbedrijf gewaarborgd is, kunt u nog steeds veldbusonafhankelijke snel-
stopfuncties via de klemmen van de applicatieregelaar realiseren.
Diagnose
Voor de inbedrijfstelling en service biedt de applicatieregelaar MOVIDRIVE
mogelijkheden voor de diagnose. Met de geïntegreerde veldbusmonitor kunt u zowel de
door de overkoepelende besturing verzonden gewenste waarden alsook de actuele
waarden controleren.
Bovendien ontvangt u veel aanvullende informatie over de status van de veldbusoptie-
kaart. De monitorfunctie van de veldbus biedt u een comfortabele diagnosemogelijk-
heid, die behalve de instelling van alle aandrijvingsparameters (inclusief de veldbuspa-
rameters) ook gedetailleerde informatie toont van de veldbus en van de status van het
apparaat.
Technische handleiding veldbuscommunicatie DFO11A CANopen
Node_1 [1]
Node_2 [2]
E
Q
®
MOVIDRIVE
PLC
®
gericht op uw toepassing afstemmen. Zo kunt u bepalen welke foutresponse
E E
Q
®
MOVIDRIVE
CANopen
E E
Q
®
MOVIDRIVE
Node_3 [3]
®
en PLC
1
03678AXX
®
u talrijke
5