Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

proxomed kardiomed 700 Gebruiksaanwijzing pagina 70

Inhoudsopgave

Advertenties

Daarom moeten apparaten met een netaansluiting naast een betrouwbare isolatie van de delen onder spanning
een extra beschermingsmaatregel hebben om te beschermen tegen de overdracht van netspanning naar
aanraakbare metalen delen. De VDE maakt onderscheid tussen zogenaamde beschermingsklassen.
Van de goedgekeurde beschermingsklassen voor elektromedische apparaten worden beschermingsklasse I, d.w.z.
beschermingsmaatregelen met beschermingsgeleider, en beschermingsklasse II, d.w.z. beschermingsmaatregelen
zonder
beschermingsgeleider
maar
met
dubbele
isolatie,
overwegend
gebruikt:
Apparaten
van
beschermingsklasse I zijn apparaten waarvan de metalen behuizingsdelen via het beschermingscontact zijn
verbonden met de beschermingsgeleider van het leidingnet. Als er een isolatiefout optreedt, schakelt het
stroomopwaartse zekeringselement uit.
De proxomed® merkapparaten van de kardiomed
700 lijn zijn ingedeeld in beschermingsklasse I.
®
Binnen de omgeving van de gebruiker moeten onderdelen van niet-medische elektrische apparatuur die kunnen
worden aangeraakt na verwijdering van afdekkingen, aansluitingen, enz. tijdens routineonderhoud, kalibratie, enz.
werken bij een spanning van maximaal 25 volt wisselstroom en 60 volt gelijkstroom. Bovendien moet de spanning
worden opgewekt door de voeding van een bron die losstaat van de procedures beschreven in IEC 60601-1, sectie.
In dit geval mogen een dergelijk apparaat en de cursist niet tegelijkertijd worden aangeraakt.
Elektromedische apparatuur mag alleen worden gebruikt als dit veilig is, rekening houdend met de stand van de
techniek en de voorschriften voor arbeidsveiligheid en ongevallenpreventie. Er moeten beschermende
maatregelen zijn genomen tegen zowel direct als indirect contact. Dit omvat afdekkingen en omhulsels, isolatie
van onder spanning staande delen in combinatie met beschermende maatregelen met een beschermende
geleider (overeenkomend met beschermingsklasse I), zekeringen en naleving van de apparaatafstanden.
In de praktijk is een afstand van 1,5 m vastgesteld als de omgeving voor deze apparaten. Deze afstand betekent
dat twee trainingsapparaten niet via een persoon geleidend met elkaar verbonden kunnen worden, waardoor
elektrocutie onwaarschijnlijk is voor deze persoon of voor degenen die op de apparaten trainen.
70

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave