In tegenstelling tot het programma "Constante belasting" is het mogelijk om belastingsbeperkingen voor de
betreffende extremiteit en het cardiovasculaire systeem in te voeren.
Een beperking van de belasting van het cardiovasculaire systeem is mogelijk door de extra trainingsparameter
<Max. Pulse> mogelijk.
Beperking van de belasting op de extremiteit is mogelijk door de extra trainingsparameter <Max. Belasting>
mogelijk.
Wanneer <Max. Puls> wordt overschreden, klinkt er een 3-voudig geluidssignaal. Het vermogen wordt verlaagd
totdat de puls weer 10% onder de drempelwaarde ligt. Als dit is bereikt, klinkt er een 1-voudig geluidssignaal en
wordt het vermogen weer verhoogd tot de gedefinieerde waarde.
In de toepassing zonder RFID-identificatie wordt een standaardwaarde opgegeven als de max. puls. Dit moet
indien nodig worden gecorrigeerd. Het wordt sterk aanbevolen om de juiste trainingspuls te bepalen met een
IPN-test.
Als het vooraf ingestelde vermogen de gedefinieerde pulslimiet <Max. Pulse> permanent wordt overschreden,
moet het vermogen handmatig worden gecorrigeerd. Alleen op deze manier kan een fysiologisch zinvolle training
worden uitgevoerd.
Het dragen van een pulszender is daarom verplicht voor het functioneren van de toepassing. Als er binnen 15
seconden na de start geen pulssignaal wordt ontvangen, wordt de toepassing afgebroken.
Als de cadans sterk afneemt als gevolg van toenemende vermoeidheid, neemt de weerstand toe zodat het
vermogen constant blijft. De spierbelasting en de kracht die door de spieren moet worden uitgeoefend, nemen
daardoor ook toe. Om overbelasting te voorkomen, wordt de belasting verlaagd zodra de cadans zich in het rode
bereik op het display bevindt. Dit kritieke bereik van een te lage cadans wordt geregeld door veranderingen van
<Max. Load> in de trainingspresets en het vermogen op het display.
Pas wanneer de cadans weer is toegenomen, wordt de belasting verhoogd totdat het opgegeven vermogen is
bereikt.
Functionele afwijking voor
Oversteken:
Bij de bovengenoemde typen apparaten wordt het belastingsniveau voornamelijk bepaald door de loopsnelheid.
De loopsnelheid moet binnen de "groene zone" (snelheidsmeterschaal) worden gehouden om een zo gelijkmatig
mogelijke belasting te krijgen.
In de "gele zone" wordt een te hoge stapsnelheid bereikt en gesignaleerd door een sterke automatische remming
van het apparaat. Als de stapsnelheid wordt teruggebracht naar de groene zone, regelt het apparaat weer in het
vooraf ingestelde belastingsbereik.
Trap:
Voor de bovengenoemde apparaattypen is een beperking van de max. belasting niet mogelijk.
47