9.3.6
Cardiotraining
Het doel van het programma "Cardiotraining" is om het cardiovasculaire uithoudingsvermogen te verbeteren door
perioden van hoge hartslag af te wisselen met herstelperioden van relatief lage hartslag.
In de toepassing zonder chipkaart of RFID-identificatie worden de maximale belastingspuls en de puls tijdens de
herstelintervallen berekend op basis van de persoonlijke gegevens als een niet-bindende aanbeveling. De
belastingspuls kan indien nodig achteraf worden gewijzigd. Het wordt sterk aanbevolen om de maximale
trainingspuls te bepalen met een professionele IPN
De toepassing werkt alleen als je een pulszender draagt. Als er binnen 15 seconden na de start geen pulssignaal
wordt ontvangen, wordt de toepassing afgebroken.
De programmasequentie begint met een opwarmfase. De opwarmfase begint licht en neemt automatisch toe
totdat de vooraf ingestelde bovenste pulslimiet is bereikt. Het op dit punt bereikte vermogen wordt opgeslagen
en gebruikt voor alle volgende belastingsfasen.
Snelheidsmeter:
Markering van de controledrempel.
Houd je bewegingssnelheid indien mogelijk in de
"groene zone" van de snelheidsmeterschaal.
Het gemarkeerde gebied verandert met de
trainingsparameters
Belasting>
Trainingsparameters wijzigen:
Druk op <PARAMETERS> om de parameters te
wijzigen:
Minimum snelheid
•
Duur van de training
•
Met <CHART> bereik je de diagramweergave. De
bediening is analoog aan de tachometerweergave.
Diagram:
Hartslag, vermogen en snelheid worden in de loop
van de training met lijnen weergegeven.
Met <GAUGE> bereik je de toerentellerweergave.
De bediening is analoog aan de diagramweergave.
test.
®
<Power>
en
<Max.
50