- Om de instelling in de lijst omhoog te verplaatsen,
selecteert u eerst de te verplaatsen instelling en drukt u
vervolgens op de knop PIJL OMHOOG.
OPMERKING: De volgorde van de Instellingen in de lijst
is de volgorde waarin de Instellingen aan de gebruiker
worden gepresenteerd tijdens een patiënttest�
- Om de instelling in de lijst omlaag te verplaatsen,
selecteert u eerst de te verplaatsen instelling en drukt u
vervolgens op de knop PIJL OMLAAG.
- Om een instelling uit de lijst te wissen, selecteert u eerst
de te wissen instelling en drukt dan op de - knop. Er
wordt een bevestigingsbericht weergegeven. Druk op
VERWIJDER.
Een ventilatorinstelling kan niet worden bewerkt� Om een ventilatorinstelling te bewerken, verwijdert u deze
uit de lijst en voegt u vervolgens de juiste instelling toe�
De knop Verwijder onder aan het scherm Zuurstofventilatoren configureren dient om de ventilator en alle
bijbehorende instellingen te verwijderen en niet om een enkele ventilatorinstelling te verwijderen�
•
Om een individuele ventilator uit de lijst te verwijderen, drukt u op de knop Bewerk.
- Selecteer de ventilatorknop in de lijst. Selecteer de knop Verwijder die onder aan het scherm verschijnt. Er
verschijnt een bevestigingsbericht. Druk op VERWIJDER.
•
Om de hele lijst te wissen, selecteert u de knop Verwijder alle die onder aan het scherm verschijnt.
- Er verschijnt een bevestigingsbericht. Druk op VERWIJDER ALLE.
Invoer patiënttemperatuur
Om patiënt-ABG-resultaten bij te stellen, selecteert u de knop Invoer
patiënttemperatuur. Er zijn twee opties voor de bijstelling van
patiënt-ABG-waarden voor de temperatuur tijdens een patiënttest:
•
Gedeactiveerd: De gebruiker krijgt geen optie aangeboden
om een patiënttemperatuur in te voeren.
•
Geactiveerd: De gebruiker krijgt een optie aangeboden om
een patiënttemperatuur in te voeren.
SpO2-bron
Om een gemeten SpO
-waarde en hartslag te koppelen aan een patiënttestrecord selecteert u de knop SpO
2
opties om een gemeten SpO
koppelen:
•
Gedeactiveerd: De gebruiker krijgt geen optie aangeboden
om de gemeten SpO
patiënttestrecord.
•
Handmatige invoer: De gebruiker kan een gemeten
SpO
-waarde en hartslag invoeren met het numerieke
2
schermtoetsenbord.
Auto: Het instrument ontdekt eventuele compatibele Bluetooth
•
geactiveerde pulsoximeters en geeft ze weer in een lijst waaruit
de gebruiker ze kan selecteren. De SpO
automatisch van de pulsoximeter afgelezen en weergegeven
op het scherm dat de gebruiker moet bevestigen. De gebruiker
heeft ook de optie een gemeten SpO
Opmerking: Om een compatibele Bluetooth geactiveerde pulsoximeter te verkrijgen of om de lijst
compatibele Bluetooth geactiveerde pulsoximeters te verkrijgen, neemt u contact op met uw dienstverlener�
-waarde aan de patiënttestrecord te
2
-waarde te koppelen aan een
2
en hartslag worden
2
-waarde en hartslag in te voeren met het numerieke schermtoetsenbord.
2
8.21
8 Systeeminstellingen
-bron. Er zijn drie
2