Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

LifeHealth irma Gebruikershandleiding pagina 31

Inhoudsopgave

Advertenties

Alle cassettes
De volgende informatie kan voor alle cassettes worden ingevoerd:
Patiënttype: De standaard patiënttype-informatie die
geselecteerd kan worden, omvat Volwassene, Pediatrisch
en Neonaat. Er kunnen extra patiënttypes worden
toegevoegd en de standaardtypes kunnen vanuit het menu
Analietbereiken worden verwijderd (raadpleeg paragraaf 8.5).
Selecteer het correcte patiënttype en druk op VOLGENDE.
Monstertype: De standaardmonstertypekeuzes zijn
Arterieel, Veneus, Gemengd veneus of Capillair voor
Volwassene en Pediatrisch en Capillair of Streng voor
Neonaat. Er kunnen extra monstertypes worden
toegevoegd en de standaardtypes kunnen vanuit het menu
Analietbereiken worden verwijderd (raadpleeg paragraaf 8.5).
Selecteer het correcte monstertype en druk op VOLGENDE.
Afnamelocatie: De standaard afnamelocatiekeuzes zijn
Brachiaal, Radiaal, Femoraal of Arteriële lijn voor het Arteriële
monstertype. Er zijn geen standaard afnamelocaties voor de
monstertypes Veneus, Gemengd veneus, capillair of Streng.
Er kunnen extra afnamelocaties worden toegevoegd en de
standaardlocaties kunnen vanuit het menu Analietbereiken
worden verwijderd (raadpleeg paragraaf 8.5) Selecteer de
correcte afnamelocatie en druk op VOLGENDE.
Monstersublocatie: De standaardmonstersublocatiekeuzes
zijn Rechts of Links voor de afnamelocaties Brachiaal, Radiaal
en Femoraal. Er zijn geen standaardmonstersublocaties voor
Arteriele lijn. Er kunnen extra monstersublocaties worden
toegevoegd en de standaardsublocaties kunnen vanuit
het menu Analietbereiken worden verwijderd (raadpleeg
paragraaf 8.5) Selecteer de correcte monstersublocatie en
druk op VOLGENDE.
2.7
2 Patiëntmonsteranalyse

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave