8 Systeeminstellingen
•
Om een individueel zuurstofapparaat uit de lijst te wissen,
selecteert u het te verwijderen zuurstofapparaat.
- Selecteer de knop Verwijder. Er verschijnt een
bevestigingsbericht. Druk op VERWIJDER.
•
Om de hele lijst te wissen, selecteert u de knop Verwijder
alle die onder aan het scherm verschijnt.
- Er verschijnt een bevestigingsbericht. Druk op
VERWIJDER ALLE.
Zuurstofventilatoren configureren
Om een ventilator in de lijst met ventilators te bekijken,toe
te voegen, te bewerken of te wissen, selecteert u de knop
Zuurstofventilators configureren. Er wordt een lijst met de
geconfigureerde ventilators weergegeven.
•
Om een nieuwe ventilator aan de lijst toe te voegen, drukt u
op de knop BEWERK die onder aan het scherm verschijnt. In
het scherm Zuurstofventilators configureren drukt u op de
knop NIEUW.
- Op het scherm Zuurstoftherapieventilator voert u met
het schermtoetsenbord een unieke naam voor een
ventilator in in het tekstinvoerveld Ventilatornaam. Druk
op de knop OPSLAAN.
- In het scherm Zuurstofventilators configureren selecteert
u de zojuist aangemaakte ventilatorknop uit de lijst
ventilators.
- Om een nieuwe ventilatorinstelling aan de ventilator toe te
voegen, drukt u op de + knop. Voer een unieke, niet-lege
naam voor de instelling in in het tekstinvoerveld Naam
instelling en gebruik daarbij het schermtoetsenbord. Voer
de meeteenheid voor de instelling in het tekstinvoerveld
Instellingen meeteenheden in met het schermtoetsenbord.
De meeteenheid kan leeg zijn.
8.20