1 Overzicht IRMA-bloedanalysesysteem
Wachtscherm
Wanneer er geen actie van de gebruiker vereist is, wordt er een
wachtscherm weergegeven. Dit heeft de volgende kenmerken:
Voortgang test: Wachtschermen die tijdens een test worden
•
weergegeven, gebruiken hetzelfde testvoortgangsgedeelte
dat in de paragraaf Testscherm is weergegeven.
Wachtschermen die tijdens een test niet worden
weergegeven, hebben geen testvoortgangsgedeelte.
•
Voortgangsanimatie: In het midden van het scherm wordt
een animatie weergegeven die de benaderde tijd laat zien,
voordat het volgende scherm wordt aangeboden.
Het scherm Instellingen en Controleren
De meeste van de schermen in het gedeelte Instellingen en Controleren
gebruiken een gemeenschappelijke indeling. De kenmerken hiervan zijn:
•
Submenulijst: Het linker derde deel van het scherm toont
een kolom selectieknoppen (oranje in Controleren, paars
in Instellingen). Er kan maar een knop tegelijk worden
geselecteerd. De geselecteerde knop heeft een helderder tint
dan de niet geselecteerde knoppen. Als er meer knoppen
in de lijst zitten dan op het scherm worden weergegeven,
kunnen de submenuknoppen worden doorgeschoven.
•
Invoergedeelte: Het tweederde deel van het scherm rechts
kan informatieve tekst weergeven of, vaker nog, groepen
knoppen, kringvelden, een toetsenbord of een andere vorm van gegevensinvoer.
Resultatenscherm
Patiënt- en QC-testresultaten worden in het Resultatenscherm
weergegeven. Het Resultatenscherm wordt aan het eind van een test
weergegeven en wanneer de testrecords in het gedeelte Controleren
worden opgehaald. Elke gemeten en berekende analiet wordt in zijn
eigen rij weergegeven. De kenmerken van het Resultatenscherm zijn:
•
Analietknop: De analietknop toont de naam van de
analiet, het analietresultaat, de meeteenheid van de analiet
en mogelijke vlaggen, in witte tekst op een gekleurde
knop of in zwarte tekst op een witte knop. De knopkleur
vertegenwoordigt het volgende:
- Groen: Wanneer het resultaat geëvalueerd is ten opzichte van
een normaal of een normaal en een kritiek referentiebereik en
het binnen het normale bereik ligt, is de analietknop groen.
- Oranje: Wanneer het resultaat geëvalueerd is ten
opzichte van een normaal referentiebereik en het buiten
het normale bereik ligt, is de analietknop oranje. Wanneer
het resultaat geëvalueerd is ten opzichte van een normaal
referentiebereik en een kritiek referentiebereik en het
resultaat buiten het normale bereik en binnen het kritieke
referentiebereik ligt, is de analietknop oranje.
- Rood: Wanneer het resultaat geëvalueerd is ten
opzichte van een normaal referentiebereik en een
kritiek referentiebereik en het resultaat buiten het
1.10