Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Patiëntspecifiek Referentiebereik; Patiëntreferentiebereik - LifeHealth irma Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

8 Systeeminstellingen
- Selectie van Subtypes tonen voor een patiënttype toont
de monstertypes geconfigureerd voor dat patiënttype.
- Selectie van Subtypes tonen voor een monstertype toont
de afnamelocaties geconfigureerd voor dat monstertype.
- Selectie van Subtypes tonen voor een afnamelocatie
toont de monstersublocaties geconfigureerd voor de
afnamelocatie.
- Er is geen knop Subtypes tonen voor monstersublocaties.
Patiëntspecifiek referentiebereik
Om het IRMA-systeem te configureren om patiënttestresultaten te
evalueren ten opzichte van referentiebereiken op basis van het patiënt-
en monstertype, selecteer u de knop Patiëntreferentiebereiken. Er zijn
twee opties voor Patiëntspecifiek referentiebereik:
Gedeactiveerd: Patiënttestresultaten worden niet
geëvalueerd ten opzichte van het overeenkomstige
patiëntspecifieke referentiebereik.
Geactiveerd: Patiënttestresultaten worden geëvalueerd
ten opzichte van het overeenkomstige patiëntspecifieke
referentiebereik als dat gedefinieerd is.
Opmerking: Patiëntspecifieke referentiebereiken kunnen
alleen voor de ingestelde patiënt- en monstertypes
worden geconfigureerd�
Patiëntreferentiebereik
Er moet ten minste een patiënttype en monstertype in het IRMA-systeem zijn ingesteld om een patiëntspecifiek
referentiebereik te configureren en Patiënt-/monstertype MOET zijn geactiveerd. Voor elke combinatie patiënttype-
monstertype is er een set referentiebereiken voor vrouwen en een set voor mannen.
Opmerking: Het geslacht van de patiënt moet tijdens een patiënttest worden ingevoerd wanneer de
patiëntspecifieke referentiebereikinstelling wordt geconfigureerd op geactiveerd�
Om patiëntspecifieke referentiebereiken te configureren, selecteert
u de knop Setup patiëntbereik. De voor het IRMA-systeem
opgestelde Patiënttypes worden weergegeven. Een patiëntspecifiek
referentiebereik configureren:
Selecteer een knop Patiënttype. De monstertypes voor het
patiënttype worden weergegeven.
Selecteer een monstertypeknop. Voor elke analiet worden er
twee knoppen weergegeven: een voor vrouwen en een voor
mannen.
8.10

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave