Hoofdstuk 8: IRMA-systeeminstellingen
Dit hoofdstuk geeft instructies voor de configuratie van de systeeminstellingen van de IRMA-bloedanalysator.
8.1 Overzicht opties instellingen
IRMA-systeeminstellingen worden geconfigureerd via het menu
Instellingen. De instellingen die geconfigureerd kunnen worden,
worden geregeld door het gebruikers-ID-privilegeniveau.
•
QA-gebruikers (geïdentificeerd als "QA") hebben toegang tot
alle systeeminstellingenmenu's.
•
Niet-QA-gebruikers (geïdentificeerd als "Gebruiker") hebben
toegang tot een subset van het apparaatinstellingenmenu.
Open het menu Instellingen door de knop Instellingen te selecteren
in het hoofdmenu. Als de GID-vereiste instelling geconfigureerd is
op gedeactiveerd, wordt het scherm GID invoeren weergegeven. Om
de QA-gebruikersinstellingen te openen wanneer u op het IRMA-
systeem bent aangemeld als een gebruiker, drukt u op de aan-/
uitknop van de IRMA-tablet om de IRMA-tablet in de slaapmodus te zetten. Druk opnieuw op de IRMA-tabletknop om deze te
wekken en voer dan een QA-gebruikers-ID in. De volgende opties worden weergegeven wanneer u het menu Instellingen als
een QA-gebruiker opent:
Opmerking: Het IRMA-systeem wordt geleverd met een standaard QA-gebruiker: 123456� Aanbevolen wordt
een nieuwe QA-gebruiker aan het IRMA-systeem toe te voegen en de standaard-QA-gebruiker te wissen�
Instellingen
gebruikers-ID
Instellingen patiënt-ID Configureer het patiënt-ID indien vereist en hoe het patiënt-ID wordt ingevoerd.
Instellingen cassette
Analietbereiken
Instellingen
QC-uitsluiting
Testinstellingen
Instellingen ABG-test
Apparaatinstellingen
Hoofdmenu
Op elke submenuknop Instellingen wordt de huidige instelling in een klein type op de tweede regel weergegeven, indien
van toepassing. Bijvoorbeeld, als er een optie gedeactiveerd of geactiveerd beschikbaar is en de gebruiker geactiveerd heeft
gekozen, wordt dit in een klein type weergegeven op de submenuknop.
Voor de meeste instellingsopties wordt een wijziging in de configuratie onmiddellijk opgeslagen, daarom worden er geen
OPSLAAN- of KLAAR-knop weergegeven. Voor instellingen waarvoor vereist is dat de gebruiker de configuratie opslaat,
worden een knop OPSLAAN, KLAAR of INSTELLEN samen met een knop ANNULEER weergegeven.
Configureer gebruikersnummer-ID's, privileges, wachtwoorden, scanparameters en afdrukopties.
Configureer cassettepartijen en LQC-materialen.
Configureer patiënttypes, referentiebereiken & rapportagebereiken.
Configureer het EQC-uitsluitingsschema.
Configureer instellingen gebruikt tijdens cassettetesten en Hct-bypasscorrelatie.
Configureer instellingen gebruikt tijdens bloedgastesten.
Configureer IRMA-tabletinstellingen en koppel de IRMA-tablet aan de IRMA-console en printer.
Gaat terug naar het hoofdmenu.
8.1
8 Systeeminstellingen