Een proximitytag verwijderen:
1.
Selecteer een gebruiker en selecteer Druk op [*] voor proximitytag, om een proximitytag te
verwijderen.
2.
Druk op de [*]-toets wanneer u wordt gevraagd om de proximitytag te verwijderen.
Om de authenticatieflexibiliteit te vergroten, kan gebruikerstoegang worden bereikt door een
geldige gebruikerscode in te voeren of door een proximitytag te swipen. Gebruikers kunnen
daarnaast ook worden verplicht om een geldige toegangscode in te voeren en een proximitytag te
presenteren. Zie
[040]
Gebruikers toewijzen aan partities
Iedere gebruikerscode moet aan een of meer partities worden toegewezen, zodat de gebruiker
door het alarmsysteem kan worden herkend. Standaard heeft elke code de kenmerken van de code
die is gebruikt om de code te programmeren.
Met behulp van een lcd-toetsenpaneel
1.
Druk op [*][5][Mastercode] en selecteer een gebruiker (0002-1000). Een "N" geeft aan dat
deze nog niet aan een partitie zijn toegewezen. Een "Y" geeft aan dat deze aan een partitie
zijn toegewezen.
2.
Ga naar het scherm partitietoewijzing en druk op [*].
3.
Gebruik de cijfertoetsen om partities toe te wijzen.
4.
Druk op [#] om af te sluiten.
TEST: De mastercode heeft toegang tot alle partities en kan niet worden gewijzigd.
Opties gebruikersverificatie
Het alarmpaneel kan worden geconfigureerd om een van de volgende twee verificatiemethoden
voor gebruikers te accepteren:
1.
Gebruikerscode of proximitytag - de gebruiker heeft toegang tot het systeem door het
invoeren van een geldige code of door het presenteren van een proximitytag.
2.
Gebruikerscode en proximitytag - de gebruiker moet een geldige code invoeren en een
proximitytag presenteren om toegang tot het systeem te krijgen. De gebruikerscode en
proximitytag moeten overeenkomen. Als bijvoorbeeld het label met gebruiker 0004 wordt
geassocieerd, dan moet na het presenteren van het label de gebruikerscode 0004 worden
ingevoerd na het presenteren van het label. Enige andere gebruikerscode is ongeldig.
Zie
[040]
Gebruikersverificatie.
TEST: Er hoeft geen toegangscode te zijn geprogrammeerd om een proximitytag of draadloze
sleutel actief te laten zijn.
[*][6] Gebruikersfuncties
Het commando [*][6] voorziet in toegang tot functies zoals hieronder beschreven. Als sectie [023]
optie 8 is ingeschakeld, dan kan met elke gebruikerscode toegang tot dit menu worden verkregen.
Als optie 7 uit is, dan biedt alleen de mastercode of de supervisorcode toegang tot dit menu.
Buffer evenementen
Menu: [*][6][Mastercode]> Gebeurtenissenbuffer
Toetsenpaneel: [*][6][Mastercode] > [*]
Deze optie wordt gebruikt om systeemgebeurtenissen te bekijken die in de gebeurtenissenbuffer
zijn opgeslagen.
98
Gebruikersverificatie.
PowerSeries Pro Referentiehandleiding