Lijnverlies
Bij alle installaties moet rekening worden gehouden met spanningsverlies door draadweerstand.
Om een goede werking te garanderen, moet tenminste 12,5 VDC worden toegevoerd naar
alle modules van het systeem (wanneer wisselstroom is aangesloten en de batterij volledig is
opgeladen). Als er minder dan 12,5 VDC wordt toegevoerd, wordt de systeemwerking aangetast.
Om het probleem te verhelpen, kunt u het volgende proberen:
1.
Sluit een HSM2300 / 2204/3350 / 3204CX-voeding aan tussen de alarmregelaar en de module
om de Corbus van aanvullende stroom te voorzien.
2.
Verminder de lengte van de Corbus die naar de module loopt.
3.
Verhoog de diameter van de draad.
Capaciteitsgrenzen
Een verhoging van de capaciteit op de Corbus beïnvloedt de gegevensoverdracht en vertraagt het
systeem. De capaciteit neemt toe met iedere meter draad die aan de Corbus wordt toegevoegd. De
nominale capaciteit van de gebruikte kabel bepaalt de maximale lengte van de Corbus.
22-gauge, niet-afgeschermde, 4-aderige draad, heeft bijvoorbeeld een nominale capaciteit van
20 pF per voet (komt overeen met 20 nF/1000 voet). Voor iedere toegevoegde 1000 voet draad –
ongeacht waar deze wordt gelegd – neemt de capaciteit van de Corbus toe met 20 nF.
De volgende tabel geeft de totale toegestane draadlengte aan voor de nominale elektrische
capaciteit van de gebruikte draad:
Tabel 5: Capaciteit van de kabel
Capaciteit van de kabel per 300 m (1000 voet) Totale draadlengte van de Corbus
15 nF
20 nF
25 nF
30 nF
35 nF
40 nF
Modules installeren
Verwijder tijdens het aansluiten van modules op de alarmcontroller alle stroom van het systeem.
Zone-uitbreidingen
De hoofd-alarmcontroller is voorzien van aansluitklemmen voor de zones 1–8. Er kunnen
aanvullende HSM2108 en HSM3408 zone-uitbreidingen worden toegevoegd om het aantal zones
op het systeem te verhogen. Elke zone-uitbreiding bestaat uit een groep van 8 zones. Bij elke
registratie wordt de zone-uitbreiding automatisch toegewezen aan de volgende beschikbare 8-
zone-uitbreidingsleuf/Corbusuitbreidingsleuf. Sluit de aansluitklemmen RED (rood), BLK (zwart),
YEL (geel) en GRN (groen) aan op de Corbus-aansluitklemmen op het alarmpaneel. Stroomverbruik
van de printplaat: 30 mA.
46
5300 voet/1616 m
4000 voet/1220 m
3200 voet/976 m
2666 voet/810 m
2280 voet/693 m
2000 voet/608 m
PowerSeries Pro Referentiehandleiding