Systeemlabel
Deze functie wordt gebruikt om een aangepast label voor het beveiligingssysteem
te programmeren. Dit label wordt in de gebeurtenisbuffer gebruikt wanneer er zich
systeemgebeurtenissen voordoen. De maximale grootte van het label is 14 ASCII-tekens.
Zie
[100] Systeemlabel
Zonelabels
Er kunnen op het alarmsysteem voor iedere zone aangepaste labels worden aangemaakt. Deze
labels worden bij diverse weergaven en gebeurtenissen gebruikt om de zone te identificeren. De
maximale labelgrootte is 14 x 2 ASCII-tekens.
Zie
[001]-[248] Zonelabels
Partitielabels
Iedere partitie op het alarmsysteem kan een uniek label hebben om het te identificeren. Dit label
wordt weergegeven op partitietoetsenpanelen en berichten van gebeurtenissen. De maximale
labelgrootte is 14 x 2 ASCII-tekens.
Zie
[101]-[132] Partitie 1-32 labels
Modulelabels
Labels kunnen voor de volgende optionele systeemmodules worden aangemaakt:
•
Toetsenpanelen
•
8-zone-uitbreidingsmodules
•
8-zone-uitganguitbreidingsmodules
•
Draadloze zendontvangers
•
Stroomvoorziening
•
4-zone hoge stroom uitgangsmodules
•
Alternatieve communicator-modules
•
Audiomodules
•
Sirenes
•
Repeaters
De maximale grootte van het label is 14 ASCII-tekens. Zie
bijzonderheden.
Gebeurtenislabels
Er kunnen voor de volgende gebeurtenissen aanpasbare labels worden gemaakt:
•
Brandalarm
•
Inschakelen mislukt
•
Alarm wanneer ingeschakeld
•
CO-alarm
De maximale grootte van het label is 14 ASCII-tekens.
Labels commando-uitgang partitie
Deze functie wordt gebruikt om aangepaste labels voor opdrachtuitgang te programmeren. Deze
labels worden gebruikt met uitgangsactivatiegebeurtenissen in de gebeurtenissenbuffer. De
PowerSeries Pro Referentiehandleiding
voor programmeerdetails.
voor meer bijzonderheden.
voor meer bijzonderheden.
[801] Labels toetsenpanelen
voor meer
79