zoneoverbruggingen. Bij het uitschakelen registreren en rapporteren alle automatisch overbrugde
nachtzones of zones Aanwezig/Afwezig niet-overbrugde zones niet. Alle handmatig overbrugde
zones blijven registeren en rapporteren.
5 - Toetsenpaneelzoemer volgt bel
AAN: De zoemer van het toetsenpaneel wordt geactiveerd met alle belactiviteiten voor de
geselecteerde partitie.
UIT: De zoemer van het toetsenpaneel wordt alleen geactiveerd als alarmen zijn geprogrammeerd
om dit te doen.
6 - Uitloopvertraging herstart
AAN: Het openen van een deur van een vertragingszone nadat deze tijdens een uitgangsvertraging
al is geopend en gesloten, herstart de timer uitgangsvertraging. De timer wordt niet opnieuw
gestart met verdere openingen of sluitingen.
UIT: De uitgangsvertraging wordt niet opnieuw gestart door openingen en sluitingen van
vertragingszones.
7 - Storingspiepjes netstroom
AAN: Toetsenpanelen van het systeem laten een pieptoon horen wanneer er sprake is van een
probleem met wisselstroom.
UIT: Toetsenpanelen van het systeem zijn stil wanneer er problemen zijn met wisselstroom.
8 - Gereserveerd
[019] Systeemoptie 7
1 - Hoorbare storing draadloos apparaat
AAN: Als een draadloze zonefout optreedt wanneer ingeschakeld, klinkt de sirene voor de
duur van de onderbreking van de bel. Deze optie heeft alleen effect op zonedefinities die als
ingeschakeld worden beschouwd. De volgende zonetypes genereren geen alarm wanneer er
fouten optreden wanneer in afwezig inschakeling: binnenshuis aanwezig afwezigzone, vertraagde
aanwezig afwezigzone, onmiddellijke aanwezig afwezigzone, nachtzone. De volgende zonetypes
genereren geen hoorbaar alarm in een ingeschakelde toestand (aanwezig, afwezig of nacht): 24
uur toezichthoudend, 24 uur niet-alarm, 24-uur CO, vertraagd 24 uur brand, standaard 24 uur
brand, auto-geverifieerde brand
Wanneer de partitie is ingeschakeld, genereren draadloze toezichtstoring van sirenes,
toetsenpanelen en repeaters hoorbare alarmtoestanden.
Als manipulatie-/foutdetectie is ingeschakeld, kunnen deze gebeurtenissen de
inbraakverificatietimer starten en de inbraakverificatieteller beïnvloeden.
UIT: De sirene gaat niet af bij draadloze apparaatstoringen.
2 - Vergrendelende problemen
AAN: Storingen in het systeem blijven totdat ze worden bekeken via [*][2], zelfs als ze worden
hersteld. De probleemtoestand wordt gewist wanneer de optie 'Druk op (*) om te erkennen'
is geselecteerd in het menu [*][2] nadat het probleem is hersteld. Het probleemlampje wordt
uitgeschakeld tenzij er andere problemen zijn. Het probleem wordt niet gewist als het menu [*][2]
wordt onderbroken voordat er op de toets [#] wordt gedrukt.
UIT: Problemen worden gewist zodra ze zijn hersteld.
154
PowerSeries Pro Referentiehandleiding