Samenvatting van Inhoud voor Johnson Controls Tyco DSC GS4015
Pagina 1
GS4015/GS4005/3G4005/TL405LE 2.00 Universele mobiele/ethernetcommunicators Installatiehandleiding...
Pagina 2
Onderdelen Onderdelen 20 Locatorpennen van elektronische printplaat Deksel 21 JP2 Jumper voor begrenzing van het stroomverbruik Basis (alleen versies met behuizing): zie "Beschrijving van de Indicatielampjes (led) jumpers" op pagina 11 Sluitschroef (parkeerstand) 22 Batterijconnector: alleen versies met behuizing Montagegaten voor basis (4) 23 ANTLTE-02 adapterkabel Scharnier van deksel 24 Moer voor adapterkabel...
Pagina 3
Figuur 2 – Identificatie van onderdelen: a) versie met behuizing; b) ANTLTE-02, multibandantenne met 2 m kabel en SMA-connector (optioneel); c) kitversie. GS4015/GS4005/3G4005/TL405LE...
INLEIDING De apparaten van de series GS4015, GS4005, 3G4005 en TL405LE zijn mobiele communicators die voorzien in een back-up PSTN-lijn en in staat zijn om spraak- (alleen GS4005, 3G4005 en TL405LE) en sms-alarmberichten te verzenden naar de eindgebruiker en digitale berichten naar ondersteunde ontvangers van Sur-Gard-systemen. U kunt de communicator en het hierop aangesloten bedieningspaneel beheren en de gebeurtenissen van de communicator en het bedieningspaneel bekijken d.m.v.
Algemene specificaties Model Verpakt 2G 2G 2G 3G 3G LTE LTE LTE Mobiele telefoonstandaard Dubbele band Quadband Dubbel-pad Simuleert een PSTN-lijn. Detecteert de afwezigheid van een PSTN-lijn en schakelt automatisch om naar het mobiele netwerk Beheert en rapporteert inkomende en uitgaande telefoonoproepen Signaalsterkte-indicator mobiel Klemmen, programmeerbaar als 'open-collector'-in- of uitgangen Klemmen T1, T2 en T3...
Pagina 7
Model Het laden van aangepaste standaardinstellingen via USB-sleutel Programmering en updates voor de firmware, zowel lokaal als op afstand Verzenden van alarmgebeurtenissen via mobiel netwerk Verzenden van alarmgebeurtenissen via ethernetkanaal Prioriteit programmeerbaar met PSTN/mobiel Tweewegcommunicatie met mobiele telefoon Optionele back-upbatterij Stroombegrenzer (JP2-jumper) Alarmpaneelbeheer en statusbewaking Externe programmering van panelen van de PowerSerie via mobiel netwerk (doorvoer)
Technische specificaties De voeding voor de communicator wordt geleverd door het aangesloten paneel (10,7 V tot 27,6 V) of door een externe voedingsbron die, indien nodig, ook de optionele back-upbatterij oplaadt. Het enige doel van de batterij is voeding te verstrekken in geval van stroomuitval van de primaire voedingsbron (8 uur stand-by).
Pagina 9
Maximaal vermogen radiofrequentie Klasse 4 (2 W) bij 850/900 MHz, GSM Klasse 1 (1 W) bij 1800/1900 MHz, GSM Klasse E2 (0,5 W) bij 850/900 MHz, EDGE Klasse E2 (0,4 W) bij 1800/1900 MHz, EDGE Klasse 3 (0,25 W) bij 850/900/1900/2100 MHz, WCDMA Klasse 3 (0,2 W) bij 700/800/850/900/1800/1700/1900/2100/2600 MHz, LTE Tabel 3 –...
Identificatie van onderdelen De vet gedrukte nummers in deze handleiding verwijzen naar de hoofdonderdelen van de communicator dien zijn afgebeeld in figuur 1 en 2 en de tabel op pagina 2. Universele mobiele/ethernetcommunicators...
Beschrijving van de jumpers Jumper Positie Beschrijving Doorvoer uitgeschakeld (fabrieksinstelling). Doorvoer ingeschakeld (zie "Doorvoer" op pagina 88). De communicator gedraagt zich als een USB-apparaat (fabrieksinstelling). De communicator gedraagt zich als een USB-host. Anti-manipulatiefunctie ingeschakeld (fabrieksinstelling). Anti-manipulatiefunctie uitgeschakeld. Voor toekomstig gebruik. JP2 (alleen Geen limiet op stroomverbruik van communicator (fabrieksinstelling).
Beschrijving van de indicatielampjes De communicator is voorzien van indicatielampjes (leds) die de volgende informatie rapporteren. Tijdens de initialisatie lichten alle leds gedurende minder dan 1 seconde op. Tijdens herstel van de fabrieksinstellingen zijn de leds uitgeschakeld, terwijl leds branden.
Pagina 13
Soort communicatie Knippert traag Knippert traag Initialisatie: de leds knipperen totdat de communicator een mobiel signaal ontvangt. Knippert snel Inkomend sms: de led knippert gedurende enkele seconden. Knippert traag Externe sessie: de led kan gedurende enkele seconden knipperen nadat de sessie is beëindigd.
Beschrijving van klemmen Klemmen T1, T2, T3, T4, T5 en T6 kunnen worden geprogrammeerd zoals hieronder beschreven. Open-collectoruitgangen: deze uitgangen kunnen worden geactiveerd door geprogrammeerde gebeurtenissen (automatische activering), door sms of door oproepherkenning (externe activering); zie ""Uitgangen activeren" op pagina 36" voor meer informatie.
Installatie Sluit de voeding en telefooncircuits aan nadat de communicator is gemonteerd en is aangesloten op het aardingscircuit van het gebouw. Zorg ervoor dat de communicator NIET is ingeschakeld, voordat u de simkaart installeert of verwijdert. De communicator mag alleen worden geïnstalleerd door een GEKWALIFICEERDE MONTEUR, binnenshuis, op een veilige en droge plek en uit de buurt van apparatuur met RF-overdracht.
De pakketversie installeren De kitversie bestaat uit een printplaat voor montage in een inbraakalarmpaneel, bij voorkeur in een metalen behuizing, en een antenne voor aansluiting op de printplaat met een coaxkabel. De printplaat, antenne en kabel kunnen tijdens het normale bedrijf elektromagnetische velden genereren en kunnen elektronische apparatuur in de buurt die niet immuun is tegen dergelijke velden verstoren.
Pagina 17
Figuur 3 – De kitcommunicator installeren: A) metalen behuizing; B) communicatorprintplaat; C) moederbord van paneel; D) zelfklevende, kunststof bevestiging; E) basis van metalen behuizing. GS4015/GS4005/3G4005/TL405LE...
Pagina 18
De versie met behuizing installeren De versie met behuizing moet met schroeven en pluggen (niet inbegrepen) aan een wand worden gemonteerd volgens de onderstaande instructies en zoals afgebeeld in figuur 4. Open de communicator: steek een platte schroevendraaier in de openingen 33, licht het deksel van de basis af en schuif het deksel vervolgens naar boven om het volledig van de basis te scheiden.
Pagina 19
Figuur 4 – Het installeren van de communicator met behuizing. GS4015/GS4005/3G4005/TL405LE...
Pagina 20
Stroomvoorziening en testen Steek de simkaart in de simkaarthouder 14 zoals aangegeven door de pijltjes, met de contacten van de kaart omlaag gericht. De bediening met betrekking tot het ethernetkanaal van de communicator werkt ook goed als er geen simkaart wordt geplaatst.
Pagina 21
Sluit connector 40 van de adapterkabel aan op connector 43. Zet de printplaat weer op zijn plaats: steek eerst de linkerzijde ervan onder de haakjes 31, druk vervolgens de rechterzijde voorzichtig omlaag totdat de printplaat vastklikt. Zorg ervoor om de adapterkabel volgens figuur 5 wordt gevoerd. Zet de metalen beugel 28 naar wens vast door de openingen 41.
Manipulatiedetectie De versie van de communicator met behuizing is voorzien van een apparaat dat waarneemt als het deksel wordt geopend en de communicator van de wand wordt verwijderd (manipulatie). Er wordt manipulatie gerapporteerd door de gebeurtenis Manipulatie, waarmee handelingen (activeren uitgangen, verzenden spraak-, sms- of digitale berichten) met het bedieningspaneel in verband kunnen worden gebracht: de fabrieksinstelling is dat klem T4 op GS4005/3G4005/TL405LE of klem T6 op GS4015 bij een manipulatiegebeurtenis variabel is (deze is normaal aangesloten op de aarde).
Aansluitvoorbeeld Onjuiste aansluitingen kunnen leiden tot FTC-storing of onjuiste werking. Inspecteer de bedrading en verzeker dat de aansluitingen juist zijn voordat u het apparaat van stroom voorziet. Leg de bedrading NIET over printplaten; behoud ten minste 1" (24,5 mm) afstand. Er moet een scheiding van ten minste 1/4” (6,4 mm) worden aangehouden tussen alle punten van de vermogensbeperkte bedrading en alle andere niet-vermogensbeperkte bedrading.
ALGEMENE BESCHRIJVING Deze communicator kan communiceren met meldkamers en zowel sms- als spraakberichten via het mobiele netwerk verzenden; deze kan ook in geval van storing (storing telefoonlijn) een PSTN-lijn simuleren of deze volledig vervangen in gebieden met mobiele dekking waarin geen PSTN oproepen beschikbaar zijn. ...
Toegangsniveaus Deze paragraaf beschrijft de toegang tot de communicatorfuncties, in overeenstemming met de norm EN50136. Als de optie EN50136 is ingeschakeld (fabrieksstandaard; zie "Options" op pagina 50), kan de communicator alle vier niveaus voor gebruikerstoegang tot de functies hiervan behandelen. De toegangsniveaus zijn als volgt. ...
Functies USB-connector De communicator is voorzien van een USB-A-connector om te werken als een apparaat, voor aansluiting op een pc of als een host, om een USB-sleutel te kunnen behandelen (zie "Beschrijving van de jumpers" op pagina 11). Om de communicator op een pc aan te sluiten, hebt u een USB-kabel nodig met aan beide uiteindes een A connector (hub-kabel). De USB-interface heeft de volgende eigenschappen.
Bewaking stroomvoorziening Het apparaat kan op de volgende wijzen van stroom worden voorzien: door het inbraakalarmpaneel voorzien van een back-upbatterij, waarbij de communicator moet functioneren binnen een spanningsbereik van 10,7 tot 27,6 V. door een externe 12 V voeding, waarbij de voeding de optionele back-upbatterij van de communicator moet opladen (8 bedrijfsuren na uitval van de primaire voeding).
Interne gebeurtenissen Naast de externe gebeurtenissen (paneelgebeurtenissen gecodeerd met de Contact-ID of het SIA-protocol op de gesimuleerde PSTN-lijn), kan de communicator ook de volgende spraak-, sms- en contact-ID- of SIA-berichten verzenden voor de in tabel 11 vermelde gebeurtenissen, zoals aangegeven in "Communicator" op pagina 63. Gebeurtenis Beschrijving Dit treed op wanneer klem T1 is geprogrammeerd als ingang en de voorwaarden voor...
Pagina 29
Gebeurtenis Beschrijving PSTN Fault Dit gebeurt als de spanning op klemmen LE lager is dan 2,5 V voor de ingestelde LE Failure Timeout (sec) (zie "Timeouts" op pagina 72). PSTN Fault Restore Dit gebeurt als de spanning op klemmen LE hoger is dan 2,5 V voor de ingestelde LE Restore Timeout (sec) (zie "Timeouts"...
Werkingsprincipes De communicator kan het primaire kanaal kiezen (de fabrieksinstelling is PSTN). Het voorziet de lijn en de beltoon van spanning voor inkomende oproepen en decodeert kiestonen (DTMF). De gesimuleerde PSTN-lijn verstrekt een back-up voor het inbraakalarmpaneel of andere klemmen, voor als er zich een storing voordoet in de PSTN-hoofdlijn. Oproepen kunnen NIET worden omgeschakeld tussen PSTN en mobiel of omgekeerd, terwijl ze bezig zijn.
de digitale berichten van de communicator via ethernet naar een IP-ontvanger zenden; de opties van de communicator opties lokaal via LAN en extern via WAN up- en downloaden. Contact-ID- en SIA-overdrachtsreeks op mobiel en ethernetkanaal Als de PSTN ontbreekt of de PTM (Panel Transmission Monitoring) is ingeschakeld (zie "PSTN/PTM" op pagina 72), kan de communicator de contact-ID- en SIA-berichten van het op de klemmen LI van de communicator aangesloten bedieningspaneel via het mobiele kanaal doorschakelen naar de PSTN-ontvangers of via het mobiele of ethernetkanaal naar de IP-ontvanger, als CID/SIA Event Conversion is ingeschakeld (zie "Phonebook"...
Pagina 32
Als de gebeurtenis die de communicator heeft geactiveerd aan het einde van de oproepcyclus nog steeds actief is, wordt de bovenstaande procedure niet herhaald. De gebeurtenis die de oproepcyclus activeerde moet eerst worden hersteld voordat er een nieuwe cyclus van oproepen wordt geactiveerd. Universele mobiele/ethernetcommunicators...
Behandeling van prioriteiten Tabel 12 vermeldt de handelingen die de communicator kan uitvoeren en hun standaardprioriteit. De prioriteiten van de handelingen van de communicator kunnen op het bedieningspaneel worden ingesteld (zie "Priorities" op pagina 51). Te programmeren op Actie Prioriteit het bedieningspaneel Het verzenden van de bevestigingstoon voor het activeren van de uitgang van de communicator.
Pay-as-you-go saldocontrole U kunt uw saldo op de prepaid simkaart controleren als dit op het bedieningspaneel is geprogrammeerd (zie "Pay As You Go Balance" op pagina 52). Als dit is ingeschakeld, kan het systeem uw pay-as-you-go saldo op drie manieren controleren: Op het bedieningspaneel (pagina Status, alleen via PC-Link of USB-verbinding).
Bewaking paneeloverdracht (PTM) Door constant beheersen van de communicatie met het paneel (PTM-functie) kan de communicator contact-ID- of SIA-berichten verzenden via het mobiele of ethernetkanaal als de communicatie tussen het paneel en de meldkamer via de PSTN-lijn mislukt. Indien dit is geprogrammeerd (op het bedieningspaneel, pagina PSTN/PTM), wordt deze functie alleen ingeschakeld als de PSTN-lijn is aangesloten op klemmen LE en aanwezig is.
Uitgangen activeren De communicator heeft klemmen (T1, T2, T3, T4, T5 en T6) die als in- of uitgangen kunnen worden geprogrammeerd. De uitgangen kunnen automatisch, als er zich bepaalde geprogrammeerde gebeurtenissen voordoen (zie "Inputs/Outputs" op pagina 56), of extern worden geactiveerd, door het verzenden van sms-berichten naar de communicator, door nummerherkenning van voorgeprogrammeerde nummers (zie "Phonebook"...
Monostabiele uitgangen OC-uitgangen die zijn geconfigureerd als monostabiel kunnen op 2 manieren worden geactiveerd: via SMS en met nummerherkenning. Stuur een sms met daarin het hekje (#), de gebruikerscode, de Control String (Control String mag niet beginnen met blanco spaties) en de tekens =ON*, =ON*TonU* of =OFF* met gebruik van de volgende syntaxis: #gebruikerscode*Control String=ON* #gebruikerscode*Control String=ON*TonU* #Gebruikerscode*Control String=OFF*...
Sms-programmering Naast de in paragraaf "Activering/deactivering externe uitgang" op pagina 36 beschreven processen, kunt u ook andere externe procedures uitvoeren via het verzenden van verschillende sms-berichten. De gebruikerscode wijzigen De standaard gebruikerscode is 000000; om dit te wijzigen, kunt u een sms-bericht sturen dat bestaat uit de tekens #CUC, gevolgd door de huidige gebruikerscode en de nieuwe gebruikerscode tussen tekens *, volgens de volgende formule: #CUC*gebruikerscode*nieuwe gebruikerscode* Het apparaat verzendt een sms om te bevestigen dat de gebruikerscode is gewijzigd.
Pay-as-you-go saldocontrole U kunt uw pay-as-you-go saldo controleren door een sms te verzenden. U kunt dit doen via het bedieningspaneel (zie "Pay As You Go Balance" op pagina 52) of door een sms te verzenden die bestaat uit de tekens #CCC, gevolgd door * en de gebruikerscode;...
De installateur uitschakelen Om de installateur niet met het apparaat te kunnen laten werken, moet de gebruiker als volgt een sms verzenden die bestaat uit #DSI, gevolgd door de gebruikerscode: #DSI*gebruikerscode* Het apparaat verzendt een sms ter bevestiging. De installateur wordt 12 uur na het inschakelen automatisch uitgeschakeld. Door de installateur uit te schakelen, wordt ook installateur niveau 4 automatisch uitgeschakeld.
Pagina 41
Het wijzigen van het accountnummer voor de mobiele ontvanger Verzend als volgt een sms bestaande uit #ACNC gevolgd door de installateurscode en het accountnummer tussen *, om het naar de mobiele ontvanger verzonden accountnummer te wijzigen: #ACNC*installateurscode*accountnummer* waarbij: het accountnummer is een nummer van maximaal 10 cijfers. Het wijzigen van het accountnummer voor de ethernetontvanger Verzend als volgt een sms bestaande uit #ACNE gevolgd door de installateurscode en het accountnummer tussen *, om het naar de ethernetontvanger verzonden accountnummer te wijzigen:...
ConnectAlarm app U kunt met de app ConnectAlarm op een mobiel apparaat met Android/iOS het volgende doen: De uitgangen van de communicator activeren of deactiveren (zie "App Type Output" op pagina 58); De status van de ingang van de communicator weergeven (zie "App Type Input" op pagina 60); ...
PC-PROGRAMMERING U kunt de communicator programmeren met de meest recente software DLS 5 voor het bedieningspaneel, die u kunt downloaden van www.dsc.com. Om het bedieningspaneel te kunnen installeren en gebruiken, moet u beheerdersrechten hebben op de pc; wij raden u ook aan de instellingen van uw firewall te controleren als u tijdens de installatieprocedure problemen ondervindt.
Beschrijving van de pictogrammen Global Upload: toont de instellingen van de communicator op de pc. Global Download: zodra er een nieuw account is geprogrammeerd (of een bestaand account is gewijzigd), verzendt dit pictogram de nieuwe instellingen naar de communicator. Save: als u de instellingen voor het bestaande account wijzigt, klik dan op Save om de nieuwe configuratie op te slaan. Connect Only.
Network Settings: pagina aansluitinstellingen Inputs/Outputs: programmeert de in- en uitgangen van de communicator Communicator: programmeerpagina communicator. IP Receivers: programmeert alle opties voor IP-ontvangers. Voice Messages: beheerpagina spraakberichten. PSTN/PTM: configureert de PTM-functie. Event Log: configureert de gebeurtenissenbuffer. Status: pagina bewaking communicator. Ga naar File >...
Fabrieksinstellingen herstellen Ga als volgt te werk om de communicator te herstellen naar de standaard fabrieksinstellingen. Schakel de stroomvoorziening naar de communicator uit. Sluit pennen 1 en 4 van de PC-LINK 15-connector kort en herstel de stroomvoorziening. Alle leds gaan aan en na enkele seconden gaan de groene leds uit, om aan te geven dat het herstellen naar de standaardfabriekswaarden bezig is.
Phonebook U kunt op deze pagina maximaal 32 telefoonnummers opslaan. Als de periodieke functie pay-as-you-go saldo voor de simkaart van de communicator is geprogrammeerd (zie pagina Options), wordt het antwoord-sms naar telefoonnummer #1 verzonden. Label: voer een alfanumerieke reeks in van maximaal 16 tekens. ...
Pagina 48
PTM: schakel deze optie in om de functie "PTM" voor het betreffende nummer te activeren. Gebruik deze optie om de paneeloproepen naar een PSTN-ontvanger (meldkamer) te bewaken. Fabrieksinstelling: uitgeschakeld. CID/SIA Event Conversion: activeert het zenden van berichten via spraak of sms, door de CID/SIA-pakketten van het paneel te decoderen (zie tabel 13 op pagina 48).
Pagina 49
CID/SIA Virtual IP Receiver Communication Effecten Event Receiver on on GSM Channel protocol Conversion GSM Path Path Mobiel of SIA / Contact ID Ingeschakeld Uitgeschakeld Ingeschakeld De digitale berichten (CID of SIA) worden ethernet gedecodeerd en doorgeschakeld naar de IP- ontvangers van het mobiele of ethernetkanaal.
Options Deze pagina verschilt per toegangsniveau: normale gebruiker, installateur, installateur niveau 4. User Authentication Installer Code Enabled: de normale gebruiker gebruikt deze optie om de installateur in staat te stellen om de communicator te programmeren. De installateur hoeft alleen te worden ingeschakeld als de optie EN50136 is ingeschakeld. De installateur wordt 12 uur na het inschakelen automatisch uitgeschakeld.
Als de optie Digits to Remove is ingeschakeld en het paneel een nummer belt waarvoor CID/SIA Event Conversion is ingeschakeld (zie Phonebook), dan moet het telefoonnummer in het telefoonboek overeenkomen met het op het paneel geprogrammeerde nummer (inclusief kengetal), zodat de communicator het kan omzetten. ...
Enable Antenna Cut Detection: als dit is ingeschakeld, wordt de gebeurtenis Antenna Fault geactiveerd als de antenne afwezig of kortgesloten is. Enable Battery Detection: als dit is ingeschakeld, wordt de gebeurtenis Battery Fault geactiveerd als er batterijstoringen worden gedetecteerd. Automatic Clock Adjust De opties voor deze sectie worden gebruikt voor automatische synchronisatie van de klok van de communicator.
Network Settings De pagina Network Settings is voor het instellen van de communicator voor communicatie via een mobiel netwerk of via ethernet, met het bedieningspaneel of de app, zoals hieronder is aangegeven. Device ID: voer het serienummer in van de communicator, dat u kunt vinden op de elektronische printplaat van de communicator.
Pagina 54
Default Gateway: Voer het IP-adres voor de lokale gateway in, dat door de communicator wordt gebruikt om te verbinden met een pc buiten het LAN (Ethernet): de netwerkbeheerder verschaft deze informatie. Fabrieksinstelling: 192.168.0.1. Deze optie wordt vergrendeld als de optie Obtain an IP address automatically is ingeschakeld. ...
Pagina 55
De opties in de sectie DLS zijn voor het instellen van de communicator voor communicatie met het bedieningspaneel, zoals hieronder is aangegeven. Ethernet Local Incoming Port: Voer de inkomende poort in op de communicator voor het bedieningspaneel dat als client verbindt.
Inputs/Outputs Deze pagina wordt gebruikt voor instelling van de in-/uitgangmodi, de gebeurtenissen voor uitgangactivering, hun polariteit voor stand-by (normaal gesloten of normaal open), de gereserveerde uitgangen en de sms-reeksen voor de externe activering van de gereserveerde uitgangen. Template: u kunt de in- en uitgangen van de communicator instellen om bedieningspanelen of toestellen via de app ConnectAlarm te beheren (zie "App Type Output"...
Pagina 57
Output: als deze is ingesteld als uitgang, dubbelklik dan op [+] voor het weergeven van de kolom in verband met de gebeurtenis die voor de uitgang moet worden geprogrammeerd. Het vinkje geeft de betreffende uitgang aan die wordt geactiveerd als de gebeurtenis zich voordoet. Klik op de vakjes om ze te selecteren/deselecteren. ...
Pagina 58
INSTELLINGEN EFFECTEN Oproep doorgeschakeld Black List Activation (alleen als de communicator naar het mobiele Bevestigingstoon White List Enabled Confirmation kanaal wordt geschakeld) Ingeschakeld Uitgeschakeld Geen Ingeschakeld Uitgeschakeld Bellen Ingeschakeld Ingeschakeld Geen Ingeschakeld Ingeschakeld Bellen Type: de uitgangen, indien geactiveerd, blijven meestal geactiveerd totdat een deactiveringcommando wordt ontvangen (Bistable), op dat moment keert de uitgang terug naar dat stand-bystatus.
Pagina 59
Arm Only: de toets ARM wordt gebruikt om de uitgang te activeren. De uitgang wordt ingesteld als Monostable en u moet deze aansluiten op een ingang van een bedieningspaneel die het bedieningspaneel inschakelt, ieder keer dat deze wordt geactiveerd. U hebt een communicatoringang nodig om de status inschakelen van het bedieningspaneel te ontvangen: zie Arm / Disarm.
Pagina 60
Als u op de toets klikt, wordt de uitgang geactiveerd: de toets wijzigt naar , de status wijzigt naar On en het uitgangspictogram wijzigt naar Als u op de toets klikt, gaat de uitgang naar stand-by: de toets wijzigt naar , de status wijzigt naar Off en het uitgangspictogram wijzigt naar App Type Input...
Pagina 61
Partial Arm / Dis. St 3: vergelijkbaar met Partial Arm / Dis. St 1 maar voor de status voor gedeeltelijk inschakelen 3. Partial Arm / Dis. St 4: vergelijkbaar met Partial Arm / Dis. St 1 maar voor de status voor gedeeltelijk inschakelen 4. ...
Pagina 62
In het bovenstaande voorbeeld is PANEELSTORING het ingangslabel dat u instelt in de optie Label. Sluit dit soort ingang op de uitgang van een bedieningspaneel dat de storingsstatus aangeeft. Automation input: Deze ingang kan worden gebruikt om de status van een toestel te beheren. Als er geen uitgang is ingesteld als Automation Btn., met hetzelfde label als de betreffende ingang, dan toont de app de ingangsstatus op de pagina Output, zoals in het volgende voorbeeld: Ingang 4...
Communicator Deze pagina configureert de door de communicator overgedragen gebeurtenissen. Communicatoropties Call Options Call All Numbers: selecteer deze optie om alle nummers te kiezen die voor een bepaalde gebeurtenis zijn ingesteld. U kunt het volgende selecteren: Voice Calls, CID: Over GSM, Voice Calls and CID: Over GSM en Disabled. Als deze optie niet is geselecteerd, breekt de communicator de oproepcyclus af zodra een van de oproepen succesvol wordt beëindigd.
Ingangen en gebeurtenissen Sms-/pushmeldingen Deze tabel specificeert voor elke door de communicator behandelde gebeurtenis de te verzenden sms-berichten naar de in de kolom SMS Tel. Number gespecificeerde nummers en naar de app. Event: deze kolom vermeldt de gebeurtenissen waarvoor een sms-bericht moet worden verzonden: zie "Interne gebeurtenissen" op pagina 28 voor een beschrijving van de gebeurtenissen.
Pagina 65
Customer code: voer de gebruikerscode in (4 hex tekens). U kunt voor elke Input Event een verschillende Customer code instellen of een enkele Customer code voor alle andere gebeurtenissen. Gebruik het teken "A" NIET voor contact-ID. Contact ID Identifier: voer de contact-ID in die de communicator voor de gebeurtenis moet verzenden. ...
Pagina 66
Communicator Labels/berichten (5) Spraakoproepen opties Activering of Geavanceerd > Gebruikers > Gesproken Partities > Gesproken Koptekst Activering of Herstel of bericht of Zones > Gesproken spraakbericht bericht Geavanceerd > Herstel bericht 3 6 seconden 6 seconden 6 seconden 6 seconden Alarm Magazijnpartitie Ingangszone...
Pagina 67
Event: toont de gebeurtenissen die de communicator kan converteren. Contact ID Identifier: toont de standaard contact-ID-code voor de gebeurtenis. Deze optie kan niet worden gewijzigd. Deze optie wordt alleen overwogen als Contact ID is geselecteerd als Communication Protocol op pagina Options. ...
Pagina 68
User Number / Zone Number / Partition Number: voer het te converteren nummer in. Geldige invoer: van 0 tot 999; 65535 om uit te schakelen. Standaard: 65535. Label: voer een tekst in die handig is voor de identificatie van de gebruiker/zone/partitie. Geldige invoer: maximaal 16 tekens.
IP Receivers Op deze pagina worden de opties ingesteld in verband met de verbinding van de communicator met compatibele IP-ontvangers van Sur-Gard-systemen. Omdat er mogelijke vertragingen zijn in de overdracht op het mobiele gegevensnetwerk, afhankelijk van de activiteiten van de netwerkoperator, raden wij u aan het aantal oproeppogingen op het paneel zo hoog mogelijk in te stellen en tevens een back-uptelefoonnummer in te stellen dat de alarmen naar een PSTN-ontvanger verzendt.
Pagina 70
APN User Name (Cellular): sommige exploitanten vereisen verificatie van de communicatie; voer indien nodig de gebruikersnaam in dit veld in. APN Password (Cellular): sommige exploitanten vereisen verificatie van de communicatie; voer indien nodig het wachtwoord in dit veld in. ...
Voice Messages U kunt op deze pagina spraakberichten opnemen en afspelen: raadpleeg "Ingangen en gebeurtenissen" op pagina 64 voor hoe berichten aan gebeurtenissen worden toegewezen. De spraakberichten kunnen worden opgenomen met een op de pc aangesloten microfoon; u kunt eerder opgenomen berichten vanuit de pc laden (harde schijf, LAN, USB-geheugen, enz.) of u kunt spraakberichten vanuit een andere communicator importeren, zoals beschreven in paragraaf ""Programming/Audio Import/Export"...
PSTN/PTM Deze pagina heeft betrekking op de PSTN-lijn en de PTM-functie (bewaking paneeloverdracht). De PTM-functie stelt de communicator in staat om oproepen door te schakelen naar het mobiele kanaal als communicatie tussen het paneel en de ontvanger op de PSTN-lijn mislukt. ...
Pagina 73
Generic Dialing Prefix: als de communicator detecteert dat er een nummer wordt gekozen met het netnummer van deze instelling, wordt de oproep via het mobiele kanaal, zonder de cijfers die in deze optie zijn aangegeven naar het telefoonnummer verzonden, zelfs als de PSTN beschikbaar is. Fabrieksinstelling: 9999. GS4015/GS4005/3G4005/TL405LE...
Event Log De pagina Event Log geeft de gebeurtenissen weer die door de communicator zijn geregistreerd. De communicator kan maximaal 2048 gebeurtenissen opslaan: als de buffer vol is, overschrijft elke nieuwe gebeurtenis de oudste gebeurtenis, die dus verloren gaat. Voor elke gebeurtenis wordt de datum en tijd weergegeven waarop deze zich voordeed. Symbolen op de balk van de gebeurtenissenbuffer Klik op dit pictogram om de nieuwe gebeurtenissen te laden, de volgende keer dat een Global Upload of Communicate Tags wordt uitgevoerd.
Firmware Update Bijwerken van de firmware van versies 1.00 en 1.10 naar versie 1.20 en hoger, veroorzaakt het verlies van instellingen m.b.t. CID/SIA-conversie. Alleen de installateur niveau 4, als dit door de installateur is ingeschakeld, kan firmware-updates uitvoeren. De pagina Firmware Update werkt de firmware van de communicator bij, zowel lokaal (PC-Link of USB) als extern (mobiel gegevensnetwerk).
Status Deze pagina biedt een hoeveelheid informatie over de communicator, zoals hieronder is aangegeven. Als u de pagina Status selecteert, opent het bedieningspaneel het venster Communicate Tags om communicaties tot stand te brengen met de communicator; zodra deze tot stand is gebracht, wordt de pagina Status elke 5 seconden bijgewerkt Device Information Het vakje Device Details toont informatie waarom door de technische assistentie kan worden verzocht.
Pagina 77
Call Incoming Call: oranje—de communicator ontvangt een oproep. Call In Progress: groen—de communicator is bezig met een oproep. Outgoing Call: oranje — de communicator plaatst een oproep. Radio Initializing: groen—de radio wordt geïnitialiseerd. Passthrough: groen—de communicator staat in de doorvoermodus. App Server ...
Up- en downloaden Zodra de opties zijn ingesteld, moeten deze als volgt worden gedownload naar de betreffende communicator. U moet de communicator aansluiten op de pc waarop het bedieningspaneel is geïnstalleerd, om het up- en downloaden uit te kunnen voeren. ...
Pagina 79
Selecteer als volgt de voor het aansluiten van de communicator gebruikte seriële poort op de pc: – selecteer Modem Manager Configuration van het menu Tools; – selecteer de verbinding PCLINK - COM1; – selecteer de seriële poort op de pc waarop de communicator aangesloten van het menu Port; –...
Pagina 80
Verbinding via LAN (IP) Ga te werk zoals hieronder wordt beschreven, om de verbinding via LAN (IP) tot stand te brengen. Sluit de ethernetpoort van de communicator (31 in figuur 1) aan op het LAN-netwerk waarmee de pc met het bedieningspaneel is verbonden of direct op de pc met het bedieningspaneel.
Pagina 81
Klik op het pictogram om het up- en downloaden van de geselecteerde opties te starten of klik op het pictogram om ALLE opties te up- of downloaden. Het globale downloaden downloadt geen spraakberichten en labels van spraakberichten. Het globale uploaden uploadt geen spraakberichten, labels van spraakberichten en gebeurtenissenlogboeken De toepassing toont het venster Communicate Tags, Global Download of Global Upload.
BIJLAGE Conformiteit met EN 50136-2:2013 Om compliantie met EN50136-2:2013 te garanderen, moet de communicator uitsluitend op een van de volgende twee manieren (A en B) worden geconfigureerd en verbonden met een inbraakalarmpaneel: A) PSTN-verbinding (het paneel moet de reactie van de ontvanger direct via PSTN bewaken) ...
Handelingen met de USB-sleutel De USB kan ALLEEN worden gebruikt als de communicator is ingesteld op USB-hostmodus (zie "Beschrijving van de jumpers" op pagina 11) met uitgeschakelde optie EN50136 (zie "Options" op pagina 50). U kunt met de USB-sleutel de volgende handelingen uitvoeren: ...
SSSSSSSS vertegenwoordigt het serienummer van de communicator (8 hextekens), zodat een enkel USB-geheugen gegevens kan bevatten voor verschillende communicators: elke communicator leest/schrijft naar zijn eigen map. Als een USB-sleutel in de communicator wordt gestoken, wordt de volgende procedure uitgevoerd: Firmware-update, als de map B_FW geldige firmware bevat; Communicator ingesteld met standaardinstellingen, als defaults.bin zich in de map B_DEF bevindt (zie "Het laden van aangepaste standaardinstellingen"...
Als het bestand B_PROG/import.txt aanwezig is, verwijder dit dan. Steek de USB-sleutel in de USB-poort van de communicator. Sluit de jumpers PST en USB. Voer herstellen van de fabrieksinstelling uit, zoals aangegeven in "Fabrieksinstellingen herstellen" op pagina 46. De communicator wordt geprogrammeerd zoals gespecificeerd in het bestand defaults.bin; daarna start deze opnieuw op. ...
Spraakberichten exporteren Deze handeling exporteert de spraakberichten van de communicator naar een USB-sleutel. Maak de map B_AUDIO aan op de USB-sleutel als deze nog niet aanwezig is. Maak een nieuw tekstbestand aan in B_AUDIO met de naam export.txt. Steek de sleutel in de USB-poort van de communicator. De communicator exporteert de spraakberichten naar B_AUDIO\SSSSSSSS\EXPORT\eaudnnn.bin, waar: ...
Doorvoer De panelen van de PowerSeries Neo v1.2 en hoger en van de PowerSeries v4.1 en hoger, kunnen met deze functie met de communicator en de meest recente versie van het bedieningspaneel, via het mobiele of ethernetkanaal extern worden geprogrammeerd. U kunt de meest recente versie van het bedieningspaneel downloaden van www.dsc.com, zoals in figuur 10 wordt geïllustreerd.
De communicator aansluiten op het paneel U kunt het paneel aansluiten op de communicator door de PCLINK-kabel te gebruiken die is meegeleverd met de communicator. Sluit de PC-LINK-connector 15 op de communicator aan op de PC-LINK-connector op het paneel (CON4 op panelen van de PowerSeries;...
Pc-procedure Ga op de pc als volgt te werk voordat u de externe programmering met het bedieningspaneel start. De pc moet een publiek IP-adres hebben voor de inkomende verbinding van het bedieningspaneel. De firewall en router moeten de verbinding van de publieke pc-poort op poort 51004 van het bedieningspaneel toelaten. Verzeker dat het mogelijk is om vanaf een andere pc toegang te krijgen tot de publieke routerpoort om te controleren of het bedieningspaneel door het apparaat kan worden geopend.
Pagina 91
Selecteer New Account en selecteer het Panel Type. Selecteer in het menu Connection Type een van de GPRS- of IP-items, in overeenstemming met de op het bedieningspaneel aangesloten communicator. Er zijn opties GPRS en IP voor dubbel-padcommunicators: u kunt de optie IP selecteren als de communicator wordt via de ethernetinterface met een LAN of WAN wordt verbonden en u het publieke IP-adres van de communicator weet.
Pagina 92
Soort verbinding Cellular (IP remote) Soort verbinding IP 6. Voer het publieke IP-adres van de router waarop de pc wordt aangesloten in de optie Public IP Address en de poort voor toegang tot het bedieningspaneel (DLS Port) in: vraag de netwerkbeheerder of zie de instructies van de router. 7.