Inhoudsopgave Veiligheidsaanwijzingen..........................9 Inleiding................................10 Over het systeem..........................10 Eigenschappen.............................10 Zones, draadloze toetsenpanelen, draadloze sleutels, paniekhangers en proximitytags....10 Toegangscodes............................10 Programmeerbare uitgangen (PGM's)....................10 Functies systeemtoezicht.......................... 11 Beschikbare modellen.........................11 Modelvergelijking............................11 Compatibele apparaten........................13 Installatie.................................20 Voordat u de apparatuur installeert....................20 Overzicht van de installatieprocedure....................20 Installatie alarmcontroller........................
Pagina 4
Zonebedrading............................54 PGM-bedrading............................58 Bedrading aux-stroom..........................59 Belbedrading.............................. 59 Bedrading telefoonlijn..........................59 Bedrading rookmelder..........................60 Aardleiding..............................63 Stroom aansluiten............................63 Configuratie..............................67 Algemene stappen voor de configuratie..................67 Het toetsenpaneel gebruiken......................67 Speciale toetsen............................67 Led-indicatielampjes..........................67 Registratie.............................69 Modules registreren..........................69 Module Toezicht............................70 Draadloze apparaten registreren......................70 Met -partities werken..........................
Pagina 5
Partitie versus algemeen toetsenpaneel..................77 Bediening met een enkele partitie......................77 Gebruik van algemene/meerdere partities.................... 78 Labels..............................78 Systeemlabel...............................79 Zonelabels..............................79 Partitielabels............................... 79 Modulelabels.............................. 79 Gebeurtenislabels............................79 Labels commando-uitgang partitie......................79 Aankondiging............................80 Deurbel................................80 Temperatuurweergave..........................80 Waarschuwing voor lage temperatuur....................80 Functietoetsen toetsenpaneel......................80 Definities functietoetsen...........................
Pagina 7
Draadloze programmering......................355 Alternatieve communicator......................355 Programmering toetsenpaneel....................... 363 Sjabloon programmeren........................368 Systeeminformatie..........................368 Module programmeren........................368 Draadloze plaatsingstest........................369 Testen................................ 369 Batterij-instellingen........................... 371 Herstellen naar de standaard fabrieksinstellingen...............372 Probleemoplossing............................374 Testen..............................374 Probleemoplossing........................... 374 [*] [2] Samenvatting van het probleem..................374 Rapportagecodes............................386 Contact-id............................
Pagina 8
Melders en vluchtplan situeren........................429 Melders en vluchtplan situeren....................... 429 Rookmelders.............................429 Brandontsnappingsplan......................... 430 Koolmonoxidemelders..........................431 Lijst met nieuwe functies..........................433 Beperkte garantie............................434 Licentie softwareproduct..........................439 PowerSeries Pro Referentiehandleiding...
Veiligheidsaanwijzingen Lees de veiligheidsinformatie voordat u de apparatuur installeert. Belangrijk: Deze apparatuur mag alleen door een vakman worden geïnstalleerd. Een vakman is een installateur met de juiste technische opleiding. De installateur moet zich bewust zijn van mogelijke gevaren tijdens de installatie en de beschikbare maatregelen om de risico's voor de installateur en andere personen te minimaliseren.
Inleiding Over het systeem Het alarmpaneel PowerSeries Pro is schaalbaar alarmsysteem met veel functies dat is ontworpen voor commercieel gebruik. De alarmcentrale ondersteunt zowel bedrade als draadloze apparaten. In dit gedeelte worden de functies van het alarmpaneel, beschikbare modellen, en compatibele apparaten vermeld.
Functies systeemtoezicht De PowerSeries Pro controleert continu op een aantal mogelijke probleemvoorwaarden en zorgt voor hoorbare en visuele indicatie op het toetsenpaneel. Probleemcondities zijn onder meer: • Stroomuitval • Zoneprobleem • Brandprobleem • Probleem telefoonlijn • Probleem communicator • Batterij bijna leeg •...
Compatibele apparaten De volgende draadloze apparaten en modules zijn compatibel met deze alarmcontroller. In onderstaande tabel en in dit document staat x in het typenummer voor de frequentie van het apparaat als volgt: 9 (912-919 MHz), 8 (868 MHz), 4 (433 MHz). Alleen modellen die de band 912-919 MHz gebruiken, zijn UL-/ULC-vermeld waar aangegeven.
Pagina 14
Tabel 2: Compatibele apparaten Modules UL/ULC-vermeld EN50131 kwaliteit 2 EN50131 kwaliteit 3 gecertificeerd gecertificeerd HSM2204 hoge stroom HSM2204 HSM2204 uitgangsuitbreiding voor 4 zones HSM2955(R) HSM2955(R) HSM2955(R) audioverificatiemodule HSM3204CX voeding/ HSM3204CX HSM3204CX relaisuitgang/corbus- repeatermodule HSM2300 1A-voeding HSM2300 HSM2300 HSM3350 3A-voeding HSM3350 HSM3350 HSM3WIFI USB naar Wi-Fi-adapter...
Pagina 15
Tabel 2: Compatibele apparaten Modules UL/ULC-vermeld EN50131 kwaliteit 2 EN50131 kwaliteit 3 gecertificeerd gecertificeerd PGx924 gordijn PIR- PG9924 PG8924 bewegingsmelder PGx934(P) PIR- PG9934(P) PG8934(P) bewegingsmelder met camera PGx944 PIR- PG9944 PG8944 bewegingsmelder voor buiten met camera en anti-masking PGx974(P) PIR- PG9974(P) PG8974(P) bewegingsmelder met...
Pagina 17
4-draads rook Systeemsensor Verwijzen naar het apparaat installatie handleiding voor detector 4W-B (UL) / C4W- verbindingen. BA (ULC) 4-draads standaard i3 Detector 4WT-B (UL) / C4WT-BA (ULC) 4- draads Standaard i3-detector met vaste 135 ° Thermische sensor 4WTA-B (UL) 4- draads i3-detector met vaste 135 °...
Pagina 18
Bekabelde apparaten 2-draads Systeemsensor Raadpleeg de rookmelder 2W-B (UL) installatiehandl 2WT-B (UL) eiding van het 2WTA-B (UL) apparaat voor C2W-BA (ULC) aansluitingen. C2WT-BA (ULC) C2WTA-BA (ULC) 4-draads Systeemsensor Raadpleeg de rookmelder 4W-B (UL) / C4W-BA (ULC) 4-wire Standard i3 Detector installatiehandl 4WT-B (UL) / C4WT-BA (ULC) 4-wire Standard i3 Detector with eiding van het...
Pagina 19
HSC3010CR (met scharnierende deur) 18 Ga staal, rood, afmetingen 372 mm x 412 mm x 114 mm (14,6 in x 16,2 in x 4,5 in), gewicht: 4,5 kg (10,0 lb) HSC3030CAR (met scharnierende deur) 18 Ga staal (basis) en 16Ga (deur), wit, afmetingen 375 mm x 412 mm x 114 mm (14,8 in x 16,2 in x 4,5 in), gewicht: 5,2 kg (11,45 lb) HSC3020C (met verwijderbare deur)
Installatie Voordat u de apparatuur installeert Controleer of uw pakket de volgende items bevat: • Installatie- en gebruikshandleidingen • HS3032/HS3128/HS3248 alarmcontroller • Stroomvoorziening Selecteer een locatie die • binnen een omgeving ligt met een vervuilingsgraad van max. 2, overspanningscategorie II. •...
Stap Beschrijving Zones bedraden Voltooi alle zonebedrading. Volg de in Zonebedrading voorziene richtlijnen om de zones aan te sluiten met normaal gesloten lussen, enkele afsluitweerstanden, dubbele afsluitweerstanden, drievoudige afsluitweerstanden, brandzones en zones voor inschakelen met sleutelschakelaars. Bedrading voltooien Voltooi alle andere bedrading inclusief bellen of sirenes, telefoonlijnaansluitingen, aardverbindingen, ethernetverbinding of andere benodigde bedrading.
Pagina 22
TEST: Het gewicht van de behuizing en de inhoud kan niet alleen door gipsplaten worden gedragen. Gebruik voldoende bevestigingsmateriaal om maximaal drie keer het gewicht van het paneel te dragen, inclusief apparatuur, kabels, goten en hardware (ongeveer 95 kg). Selecteer bevestigingsmaterialen die geschikt zijn voor het montage-oppervlak. Aanbevolen minimale schroefmaat: M4 (#8) x 4, 25,4 mm (1 inch) lang, pankop.
Pagina 23
Figuur 1: De manipulatiebeugel installeren Wandmontage HSC3010C/HSC3010CR/HSC3030CAR-behuizingen Het volgende diagram geeft de beschikbare montageplaatsen van de alarmcontroller PCB, voedingsmodule en manipulatiebeugel in de HSC3010C/HSC3010CR/HSC3030CAR-behuizingen weer. Figuur 2: Behuizingen HSC3010C, HSC3010CR, HSC3030CAR Toelichting Beschrijving Metalen afstandshouder Montagelocatie manipulatiebeveiliging Locatie van PCB alarmcontroller Locatie voedingsmodule WAARSCHUWING: Controleer voordat u de metalen behuizing monteert of de aardingsdraad van de behuizing is geïnstalleerd.
Pagina 24
Figuur 3: Behuizing HSC3020C Toelichting Beschrijving Montagelocatie manipulatiebeveiliging Locatie van PCB alarmcontroller Locatie voedingsmodule TEST: Voordat u de metalen behuizing monteert, moet u ervoor zorgen dat de aardedraad van de behuizing is geïnstalleerd (raadpleeg de instructies in deze handleiding). TEST: Wanneer de voedingsadapter model HS65WPSNA niet in de behuizing van het behuizingsmodel HSC3010C of HSC3020C wordt gemonteerd, moet deze met de juiste schroeven via de bevestigingslipjes op de module aan het montagevlak worden bevestigd.
Pagina 25
Figuur 4: Behuizing HSC3020CP Toelichting Beschrijving Manipulatieschroeven Draadloze ontvangermodule Alarmcontroller PCB Voedingsmodule TEST: De HSC3020CP wordt alleen gebruikt voor EN50131- en NFA2P-gecertificeerde installaties. HSM3204CX/HSM3350-montageplaats in HSC3010C-behuizing Het volgende diagram geeft de montageplaats van de HSM3204CX/HSM3350, de voedingsmodule en de manipulatiebeugel in de behuizingen HSC3010C/ HSC3010CR/HSC3030CAR en HSC3020 weer. PowerSeries Pro Referentiehandleiding...
Pagina 26
Figuur 5: HSM3204CX/HSM3350 gemonteerd in HSC3010C-, HSC3010CR-, HSC3030CAR- behuizingen Toelichting Beschrijving Alarmcontroller PCB Voedingsmodule Montagelocatie manipulatiebeveiliging HSM3408 in HSC3010C-behuizing Het volgende diagram geeft de beschikbare montageplaatsen weer van de HSM3408 binnen de HSC3020C-behuizing. Figuur 6: HSM3408 in HSC3010C-behuizing PowerSeries Pro Referentiehandleiding...
Pagina 27
HSM3408- en HSM3350-montage in HSC3020C-behuizing Het volgende diagram geeft de beschikbare montageplaatsen weer van de HSM3350, HSM3408 en voedingsmodule en binnen de HSC3020C. Figuur 7: HSM3408- en HSM3350-modules in HSC3020C-behuizing HSM2108/HSM2208-montageplaatsen in HSC3010-behuizing Het volgende diagram geeft alle beschikbare montageplaatsen van de HSM2108/HSM2208 in de behuizingen HSC3010C/HSC3010CR/HSC3030CAR en HSC3020.
Algemene aanwijzingen voor het bedraden WAARSCHUWING: Ontkoppel voor het onderhoud de netstroom. Voltooi de volgende stappen om de bedrading voor de PowerSeries Pro aan te sluiten: Steek de afstandhouders in de montagegaten van de kast op de gewenste locatie. Klik ze op hun plaats.
Figuur 9: Bedrading paneel voor HSC3010C Toelichting Beschrijving Vermogensbeperkte bedrading ingang/uitgang Metalen afstandshouder Sabotageschakelaar en bevestigingssteun Kunststof doorvoerstrip (niet meegeleverd) Stroomadapter Kabelbinder (niet meegeleverd) Bevestigingsschroeven voedingsadapter DC-bedrading vanaf voedingsadapter naar de alarmcontroller Behuizing PC-board Afstandshouder Montage van de HSC3010C Voer bij HSC3010C-installaties de volgende stappen uit: Als de voeding binnen de behuizing wordt gemonteerd, bevestig deze dan met de meegeleverde bevestigingsmaterialen.
Als de voeding buiten de behuizing wordt gemonteerd, bevestig deze dan met geschikte bevestigingsmaterialen aan de wand. Leid gelijkstroomdraden in de behuizing en maak ze vast met kabelbinders. Gebruik metalen afstandshouder en schroef vast in de aangegeven positie. Controleer of de bout en de afstandshouder stevig zijn vastgezet ter garantie op een aarde-aansluiting.
Toelichting Beschrijving Naar voedingsadapter (zwart - fase) Naar voedingsadapter (groen - EGND) Naar voedingsadapter (wit - neutraal) AC in (neutraal) AARDE AC in (fase) Zekering (vervang de zekering door hetzelfde type; 20 mm; nominaal 250 V / 3,15 A traag Voeg een mylar-label toe waar aangegeven Sluit de voeding aan op DC +/- op de alarmcontroller Gebruik een metalen afstandshouder en schroef in de aangegeven positie.
Toelichting Beschrijving Metalen afstandshouder. Controleer of de bout en de afstandshouder stevig zijn vastgezet ter garantie op een aarde-aansluiting. Bevestigingsschroeven voor voeding Kabelbinders (niet meegeleverd) Doorvoerstrip (niet inbegrepen) Stroomadapter Accu (4 Ah / 7Ah / 2 x 7 Ah / 17 Ah) Behuizing PC-board Afstandshouder...
Toelichting Beschrijving Vermogensbeperkte bedrading ingang/uitgang HSM3204CX Sabotageschakelaar en bevestigingssteun Kunststof doorvoerstrip (niet meegeleverd, onderdeel 57000933) Stroomadapter Kabelbinder (niet meegeleverd) Bevestigingsschroeven voedingsadapter Behuizing PC-board Afstandshouder Stroomvoorziening PRIMAIR: 120 V VAC, 60 Hz, klasse VI; secundair: 18 V DC, 3,6 A Voedingsadaptermodule: HS65WPSNA HSM3204CX in HSC3020C Noord-Amerika bedradingsschema Dit diagram toont de geleiding van kabels met en zonder stroombegrenzing in de behuizing.
Toelichting Beschrijving Vermogensbeperkte ingangen/uitgangen Sabotageschakelaar en bevestigingssteun HSM3204CX Bevestigingsschroeven voor voeding Kabelbinder (niet meegeleverd) Doorvoerstrip (niet inbegrepen) Stroomadapter Behuizing PC-board Afstandshouder Stroomvoorziening PRIMAIR: 120 V VAC, 60 Hz, klasse VI; secundair: 18 V DC, 3,6 A Voedingsadaptermodule: HS65WPSNA Installatie van de HSM3350 in een HSC3010C-behuizing Het volgende diagram toont de geleiding van kabels met en zonder stroombegrenzing in de behuizing.
Toelichting Beschrijving Kunststof doorvoerstrip (niet meegeleverd) Kabelbinder (niet meegeleverd) Bevestigingsschroeven voedingsadapter Behuizing PC-board Afstandshouder Stroomvoorziening PRIMAIR: 120 V VAC, 60 Hz, klasse VI; secundair: 18 V DC, 3,6 A Voedingsadaptermodule: HS65WPSNA Noord-Amerikaanse bedrading voor HSM3350 in HSC3020C-behuizing Dit diagram toont de geleiding van kabels met en zonder stroombegrenzing in de behuizing. De batterijkabels en het netsnoer zijn niet stroombegrensd.
Toelichting Beschrijving AC in (blauw - neutraal) EGND (groen/geel) AC in (bruin - fase) Naar voedingsadaptermodule (bruin-fase) Naar voedingsadaptermodule (groen/geel - EGND) Naar voedingsadaptermodule (blauw - nul) Stroomadapter Bevestigingsschroeven voedingsadapter Batterij: 1 x 17 Ah / 12 V of voor NFA2P 1 x 18 Ah / 12 V gesloten loodzuuraccu Behuizing PC-board Afstandshouder...
Stroomvoorziening PRIMAIR: 100 VAC tot 240 VAC, 50 Hz tot 60 Hz, klasse 6; secundair: 18 V DC, 3,6 A Voedingsadaptermodule: HS65WPS Installatie en bedrading in de HSC3020CP De HSC3020CP-behuizing wordt geleverd met de PCB-assemblage, HS65WPS-voedingsadapter, zekeringblok en manipulatieschakelaar, voor installatie zoals weergegeven inFiguur 17. De mobiele communicator (indien aanwezig), de manipulatieschakelaar van de behuizing, de batterij en de wisselstroom moeten worden bedraad zoals weergegeven in Figuur 17 en Figuur 18.
Pagina 39
Figuur 17: Componenten in de HSC3020CP-behuizing installeren Toelichting Beschrijving Schroeven afmeting nummer 4 Schroeven afmeting nummer 6 Zekeringblok Sabotageschakelaar (zorg ervoor dat de juiste oriëntatie in acht wordt genomen) PowerSeries Pro Referentiehandleiding...
Pagina 40
Figuur 18: HSC3020CP-bedrading Toelichting Beschrijving HSM2HOST8 zendontvanger-module Antennepoorten Bevestigingspunten voor mobiele communicator (gebruik meegeleverde schroeven) Uitbreidingsmodulesleuven (x2) Aardedraad van voedingsadapter Zekering (vervang de zekering door hetzelfde type; 20 mm; nominaal 250 V / 3,15 A traag) Naar voedingsadapter (blauw - neutraal) Naar voedingsadapter (groen/geel - EGND) Naar voedingsadapter (bruin - fase) AC in (bruin - fase)
HSM3204CX in HSC3020C bedradingsschema (EU) Dit diagram toont de geleiding van kabels met en zonder stroombegrenzing in de behuizing. De batterijkabels en het netsnoer zijn niet stroombegrensd. Alle andere bedrading is stroombegrensd. Figuur 19: HSM3204CX-bedrading voor HSC3020-behuizing Toelichting Beschrijving Vermogensbeperkte bedrading ingang/uitgang Sabotageschakelaar en bevestigingssteun HSM3350 Kabelbinders...
Stroomvoorziening PRIMAIR: 100 VAC tot 240 VAC, 50 Hz tot 60 Hz, klasse 6; secundair: 18 V DC, 3,6 A Voedingsadaptermodule: HS65WPS HSM3350 in HSC3020C bedradingsschema (EU) De HSM3350 is een voedingsmodule onder toezicht met 3 A, 12 V DC, met dubbele AUX-uitgang en dubbele batterijback-up.
Toelichting Beschrijving Stroomadapter Bevestigingsschroeven voedingsadapter Batterij: 1 x 17 Ah / 12 V of voor NFA2P 1 x 18 Ah / 12 V gesloten loodzuuraccu Behuizing PC-board Afstandshouder Omschrijvingen aansluitklem De volgende aansluitklemmen zijn beschikbaar op de PowerSeries Pro alarmregelaar. Tabel 3: Omschrijvingen aansluitklem Aansluitklem Beschrijving...
Draadroute voor stroom- en niet-stroombegrensd Draadinvoer voor stroombegrenzende bedrading moet worden gescheiden door een andere ingangstoegang dan de niet-stroombegrenzende bedrading. Bedrading van de Corbus De RODE en ZWARTE Corbus-aansluitklemmen worden gebruikt om stroom te leveren, terwijl GEEL en GROEN voor datacommunicatie worden gebruikt. De 4 aansluitklemmen voor de Corbus van de alarmcontroller moeten worden aangesloten op de 4 aansluitingen voor de Corbus of draden van iedere module.
Tabel 4: Tabel 5 Systeemuitvoerclassificaties Apparaat Uitgang Nominaal (12 VDC) HS3032 AUX Corbus: 2 A. Trek de vermelde waarde af voor elk toetsenpaneel, elke HS3128 uitbreidingsmodule en alle accessoires die zijn aangesloten HS3248 op de AUX of Corbus. Minstens 100 mA moet worden gereserveerd voor de Corbus.
Lijnverlies Bij alle installaties moet rekening worden gehouden met spanningsverlies door draadweerstand. Om een goede werking te garanderen, moet tenminste 12,5 VDC worden toegevoerd naar alle modules van het systeem (wanneer wisselstroom is aangesloten en de batterij volledig is opgeladen). Als er minder dan 12,5 VDC wordt toegevoerd, wordt de systeemwerking aangetast. Om het probleem te verhelpen, kunt u het volgende proberen: Sluit een HSM2300 / 2204/3350 / 3204CX-voeding aan tussen de alarmregelaar en de module om de Corbus van aanvullende stroom te voorzien.
Figuur 22: HSM2108 zone-uitbreiding Figuur 23: 8-zone-uitbreiding HSM3408 Installatievereisten Houd u aan de volgende vereisten voordat u de HSM3408 installeert: • Voor HSM3408-softwareversie 1.02 of nieuwer moet u een bypassweerstand van 1,2 kΩ installeren tussen de CORBUS RED en AUX + klemmenstroken. De weerstand houdt kortsluiting op de HSM3408 AUX + -uitgang en voorkomt dat de uitgang andere apparaten beïnvloedt die zijn aangesloten op de Corbus-klemmen in het bedieningspaneel of Corbus- repeater.
Figuur 24: Tweeweg-audiomodule HSM2955 Uitgangsuitbreiding De HSM2208-module wordt gebruikt om maximaal 8 programmeerbare laagstroomuitgangen aan het alarmsysteem toe te voegen. De 4-draads Corbus-aansluiting wordt door het paneel gebruikt om met de module te communiceren. Sluit de aansluitklemmen RED (rood), BLK (zwart), YEL (geel) en GRN (groen) aan op de Corbus-aansluitklemmen op het alarmpaneel.
Bedrading van de voeding HSM2300/2204 De HSM2300/2204-voeding/hoge-stroomuitgangsmodule levert tot 1 A extra stroom en kan worden gebruikt om maximaal vier programmeerbare uitgangen (alleen HSM2204) aan het alarmsysteem toe te voegen. De 4-draads Corbus-aansluiting zorgt voor de communicatie tussen de module en het alarmpaneel. Sluit de RED, BLK, YEL en GRN aansluitklemmen aan op de aansluitklemmen van de Corbus op de alarmcontroller.
HSM3350 De HSM3350 is een voedingsmodule onder toezicht met 3 A, 12 V DC, met dubbele AUX-uitgang en dubbele batterijback-up. De 4-draads Corbus-aansluiting zorgt voor de communicatie tussen de module en het alarmpaneel. Sluit de RED, BLK, YEL en GRN aansluitklemmen aan op de aansluitklemmen van de Corbus op de alarmcontroller.
Toelichting Component Beschrijving Aansluiten op sabotageschakelaar geïnstalleerd in de sabotagecontac elektrische kast voor deur/kap verwijdering, of voor verwijdering uit montagelocatie voor sabotagedetectie. AUX 1 10,8 VDC tot 12,5 VDC/ maximaal 3 A (UL/ULC-toepassingen). TEST: Aux-uitgang gedeeld met Corbus. AUX2 10 VDC - 14 VDC/ maximaal 3 A bewaakt (EN50131- toepassingen) Zekering Alleen voor EU-modellen;...
Pagina 52
Figuur 29: HSM3204CX Corbus-repeater Toelichting Component Beschrijving Batterij 1 12 VDC ten minste 4/7/17 Ah Batterij 2 12 VDC ten minste 7 Ah Stroomadapter Primaire ingang 120 VAC, 60 Hz, 1,7 A, snoer aangesloten (UL/ULC-toepassingen). 230 V AC/50 Hz. 1,7 A, bedraad (CE/ EN50131-toepassingen).
Bedrading toetsenpaneel Om een toetsenpaneel aan te sluiten op de alarmcontroller, verwijdert u de achterplaat van het toetsenpaneel (raadpleeg het installatieblad voor het toetsenpaneel) en sluit u de RED, BLK, YEL en GRN aansluitklemmen aan op de overeenkomstige aansluitklemmen op de alarmcontroller. Bedrading zone toetsenpaneel/PGM Bedrade apparaten kunnen met ingangen (zone) of uitgangen (PGM) op bedrade toetsenpanelen worden aangesloten.
HSM2955-bedrading Voor informatie over de bedrading zie de installatiehandleiding HSM2955 #29010198xxx. Zonebedrading Schakel de alarmcontroller uit en voltooi alle zonebedrading. Zones kunnen worden aangesloten voor toezicht van normaal open apparaten (bijv. rookmelders) of normaal gesloten apparaten (bijv. deurcontacten). Het alarmpaneel kan ook voor enkele, dubbele of drievoudige EOL-weerstanden worden geprogrammeerd.
Pagina 55
Figuur 31: Normaal gesloten Toelichting Beschrijving Elke Z-aansluitklem Elke COM-aansluitklem Normaal gesloten contact zonder afsluitweerstand 2 normaal gesloten contacten zonder afsluitweerstand De volgende tabel toont de zonestatus voor NC-lussen onder bepaalde omstandigheden: Tabel 8: NC-lusstatus Lusweerstand Lusstatus 0 Ω (kortgesloten draad of lus) Veilig Oneindig (gebroken draad, lus open) Alarm...
Pagina 56
Figuur 32: SEOL-bedrading Toelichting Beschrijving Elke Z-aansluitklem Elke COM-aansluitklem Normaal open contact 5600 Ω afsluitweerstand 2 normaal geopende contacten 2 normaal gesloten contacten Normaal gesloten contact De volgende tabel toont de zonestatus onder bepaalde voorwaarden voor SEOL: Tabel 9: Tabel 2-7: SEOL-lusstatus Lusweerstand Lusstatus 0 Ω...
Pagina 57
Figuur 33: DEOL-bedrading Toelichting Beschrijving Elke Z-aansluitklem Elke COM-aansluitklem 5600 Ω afsluitweerstand Normaal gesloten contact TEST: Als de optie DEOL-bewaking is ingeschakeld, dan moeten alle bedrade zones voor DEOL- weerstanden worden bedraad, met uitzondering van zones voor brand en 24-uurs toezicht. Gebruik geen DEOL-weerstanden voor zones voor brand of 24-uurs toezicht.
Toelichting Beschrijving 680 Ω weerstand (typische waarde) LED-indicator ROOD WHT (COM) YEL (normaal gesloten) GRN (normaal open) Normaal open drukknopschakelaar 2200 Ω EOLR Bedrading aux-stroom Deze aansluitingen bieden een maximale stroomsterkte van 2A (gedeeld met PGM-uitgangen). Sluit de positieve kant van elk apparaat aan op de AUX+-aansluitklem, en de negatieve kant op GND.
Figuur 37: Bedrading telefoonlijn Toelichting Beschrijving RING GRIJS GROEN ROOD Naar telefoon gebouw In van de telefoonmaatschappij TEST: Zorg ervoor dat alle stekkers en aansluitingen voldoen aan de vereisten voor afmetingen, toleranties en metalen beplatingen van 47 CFR onderdeel 68, sub-onderdeel F.
TEST: Rookmelders moeten van het vergrendelingstype zijn. Voer [*][7][2] in om een rookmelder te herstellen. Tabel 12: Compatibele 4-draads rookmelders 4-wire smoke detectors 4W-B(UL)/C4W-BA(ULC) 4-wire Standard i3 Detector 4WT-B(UL) / C4WT-BA(ULC) 4-wire Standard i3 Detector with Fixed 135° Thermal Sensor 4WTA-B 4-wire i3 Detector with Fixed 135°...
Pagina 62
Tabel 13: Compatibele 4-draads rookmelders 4-draads-rookmelders 4W-B(UL)/C4W-BA(ULC) 4-wire Standard i3 Detector 4WT-B(UL) / C4WT-BA(ULC) 4-wire Standard i3 Detector with Fixed 135° Thermal Sensor 4WTA-B 4-wire i3 Detector with Fixed 135° Thermal Sensor and Sounder 4WTR-B 4-wire i3 Detector with Fixed 135° Thermal Sensor and Form C Relay 4WTAR-B 4-wire i3 Detector with Fixed 135°...
TEST: Rookmelder moet vergrendelend type zijn (bijv. serie DSC FSA 410B). Voer [*][7][2] in om rookmelders te resetten. Aardleiding Verbind met behulp van de meegeleverde geïsoleerde groene draad de aardingsklem op de HS65WPSNA-voedingsadapter met de aardingsschroef en -moer zoals weergegeven in het diagram.
Pagina 64
Tabel batterijselectie Gebruik na het berekenen van de batterijcapaciteit (B) voor iedere specifieke installatie onderstaande tabel om vast te stellen welke batterij is vereist voor de ondersteuning van het hoofdpaneel in stand-bymodus gedurende: • uren (UL / ULC woninginbraak, ULC bedrijfsinbraak) •...
Aux-opladen en selectie van batterijen HS3032 / HS3128 / HS3248 Stroomve UL- resid. rbruik UL resid. brand met printplaat brand UL bedrade 120 mA UL resid. thuiszorg alarmstro inbr. ULC ULC resid. detectors ULC COM EN50131 EN50131 om 700 resid. UL com brand ULC UL985 6e...
Netvoeding aansluiten De alarmcontroller heeft een geschakelde voeding van 18 VDC nodig. Zie voor informatie over het aansluiten van wisselstroom UL/ULC Bedradingsschema PowerSeries Pro Referentiehandleiding...
Configuratie Algemene stappen voor de configuratie Zodra de basisinstallatie van het alarmpaneel is voltooid, kunnen de volgende algemene configuratieopties worden ingesteld. • Partities maken, zie Met -partities werken • Wijs bediendelen toe aan partities, zie Installatie partitie toetsenpaneel • Wijs sirenes toe aan partities, zie Bediening bel/sirene •...
Symbool Beschrijving Gereed: Het paneel is gereed om te worden ingeschakeld. Ingeschakeld: Paneel is ingeschakeld. Probleem: Systeemprobleem. Voer [*][2] in om problemen te bekijken. AC-voeding: AAN=AC-voeding aanwezig. UIT=AC afwezig. Paneelstatus led-werking De rode status-led, die op de alarmcontroller PCB zit, geeft het volgende aan: •...
Druk op [*] om kleine letters te selecteren. De lijst Opties selecteren wordt geopend. Blader naar “kleine letters” en druk nogmaals op [*] om te selecteren. Gebruik wanneer de gewenste letter of het gewenste cijfer verschijnt de navigatietoetsen [<] [>] om naar de volgende letter te bladeren. Druk als u klaar bent op de toets [#] om het label op te slaan en af te sluiten.
Module Toezicht Standaard worden alle modules bewaakt tijdens de installatie. Toezicht is te allen tijde ingeschakeld zodat het paneel een probleem kan aangeven als er een module van het systeem wordt verwijderd. Om te zien welke modules momenteel zijn aangesloten en bewaakt, zie [903] Module bevestigen.
partities door gebruikers wordt via toegangscodes gecontroleerd. Met een hoofdcode kan toegang tot het hele systeem en alle partities worden verkregen, terwijl een gebruikerscode is beperkt tot de toegewezen partities. Het instellen van een partitie vereist de volgende handelingen: • De partitie aanmaken.
De volgende alarmtypen zorgen ervoor dat onderling verbonden rookmelders klinken: • Brandzones • Alarmen [F]-toets • Draad rookinvoer Probleemindicatoren Zowel hoorbare als visuele probleemindicaties zijn beschikbaar op alle partities. Zie voor meer informatie Probleemoplossing Programmeersectie [013] optie 3 bepaalt of er problemen worden aangegeven wanneer het alarmsysteem is ingeschakeld.
Algemene zones gedragen zich als volgt: • Een zone van het type algemeen aanwezig/afwezig wordt pas geactiveerd als alle partities waaraan de zone is toegewezen in de modus afwezig worden ingeschakeld. Interieurs moeten op alle partities worden geactiveerd om de algemene zone aanwezig/afwezig actief te laten zijn.
Standaard fabrieksinstellingen Het alarmpaneel en individuele modules kunnen worden teruggezet naar de fabrieksinstellingen met behulp van de volgende secties voor installatieprogrammering: • [991] Toetsenpanelen terugzetten naar standaardinstellingen - Standaard alle toetsenbordprogrammering 001-032 - Standaard toetsenpanelen 1 tot 32 • [993] Alternatieve communicator op standaardwaarden instellen •...
• Registreer de alternatieve mobiele communicator met Connect 24 (alleen Noord-Amerika). • Stel het communicatiepad in: [300] • Schakel de alternatieve communicator in: [383] optie 3 voor Ethernet en [383] optie 4 voor mobiel. • IP van de ethernet- of mobiele ontvanger en poort: [851] •...
TEST: Gebruik bij installaties met UL-vermelding geen extern programmeren, tenzij er een installateur in het pand aanwezig is. Upgrade lokale firmware De firmware van alarmpanelen kan lokaal via DLS worden geüpgraded. Preventieregels voor firmware-upgrade worden bij het uitvoeren van een lokale firmware-upgrade genegeerd. Een upgrade uitvoeren van lokale firmware: Verwijder de voorklep van het alarmpaneel en sluit de DLS-kop aan op de micro-USB- connector op de alarmcontroller.
Bediening van het systeem In- en uitschakelen De volgende tabel beschrijft de verschillende methoden voor in- en uitschakelen. Tabel 16: Methoden in-/uitschakelen Methode Beschrijving Afwezig inschakelen gedurende 2 seconden + [Toegangscode*] Aanwezig inschakelen gedurende 2 seconden + [Toegangscode*] Nachtstand inschakelen Wanneer ingeschakeld in verblijfmodus [*][1] + [Toegangscode*] Uitschakelen...
• Beheer opdrachtuitgangen (die zijn toegewezen aan de partitie, of algemene uitgangen zoals resetten van rookmelder) • Temperatuur weergeven (niet door UL geëvalueerd) Gebruik van algemene/meerdere partities Algemene toetsenpanelen geven een lijst weer van alle actieve of toegewezen partities, samen met hun huidige status.
Systeemlabel Deze functie wordt gebruikt om een aangepast label voor het beveiligingssysteem te programmeren. Dit label wordt in de gebeurtenisbuffer gebruikt wanneer er zich systeemgebeurtenissen voordoen. De maximale grootte van het label is 14 ASCII-tekens. [100] Systeemlabel voor programmeerdetails. Zonelabels Er kunnen op het alarmsysteem voor iedere zone aangepaste labels worden aangemaakt.
maximale labelgrootte is 14 x 2 ASCII-tekens. Zie [201]-[232][001]-[004] Labels commando-uitgang partitie voor meer bijzonderheden. Aankondiging Deurbel Het toetsenpaneel kan worden geprogrammeerd om een van de vier verschillende deurbeltonen te gebruiken voor elke zone op het systeem. De bel is alleen actief in de toestand uitgeschakeld. Er kan voor iedere zone slechts één optie deurbel worden ingeschakeld.
[03] Aanwezig inschakelen Alleen zones buitenrand worden ingeschakeld. Interieurzones worden overbrugd, ongeacht of vertragingszones al dan niet worden geactiveerd tijdens de uitlooptijd. [04] Afwezig inschakelen Alle interieur- en buitenrandzones worden ingeschakeld. CP-01-panelen vereisen een uitgang via een vertraagde zone tijdens de uitgangsvertraging, of het systeem schakelt alleen de buitenrandzones in.
[16] Snel vertrek Door op deze toets te drukken heeft de gebruiker 2 minuten de tijd om eenmalig één vertragingszone te openen en sluiten zonder dat het systeem uitgeschakeld hoeft te worden. Deze functie is gelijk aan het invoeren van [*][0] op het toetsenpaneel terwijl de partitie is ingeschakeld. Als snel vertrek niet is ingeschakeld op het systeem, of wanneer het systeem is uitgeschakeld, veroorzaakt het drukken op deze toets een fouttoon.
[35] Gebruikersfuncties Deze functie zet het toetsenpaneel in de gebruikersprogrammeermodus en is het equivalent van het invoeren van [*][6]. Er is een toegangscode vereist om deze functie te gebruiken. Als sectie [023] optie 8 is uitgeschakeld, geeft alleen de Master- of supervisorcode toegang tot het [*][6]- menu.
Druk op [#] om af te sluiten. Na het wijzigen van de taal moet er herstellen labels naar standaard worden uitgevoerd. [000] [999]. TEST: Controleer of het lcd-toetsenpaneel de gewenste talen ondersteunt. [*] Opdrachten [*] Commando's bieden handige toegang tot functies van het alarmsysteem. De volgende commando's zijn beschikbaar: Commando Beschrijving...
Wanneer het alarmsysteem is uitgeschakeld Gebruikers kunnen met het commando [*][1] op het toetsenpaneel afzonderlijke zones of een geprogrammeerde groep overbruggen. Zones worden meestal overbrugd als gebruikers toegang tot een gebied willen hebben terwijl de partitie is ingeschakeld of een defecte zone willen overbruggen (slecht contact, beschadigde bedrading) totdat er onderhoud kan worden uitgevoerd.
Overbrugging intrekken Druk in dit menu op [*] om dezelfde groep zones te overbruggen die werden overbrugd de laatste keer dat de partitie was ingeschakeld. Overbruggingen wissen Druk op [*] om alle overbruggingen te wissen. Snelkoppelingen van het basismenu [*][1]: Optie Beschrijving Groep overbruggen...
TEST: De door brandproblemen gegenereerde pieptonen worden pas uitgeschakeld nadat het [*][2]-probleemmenu wordt geopend en weer afgesloten. De pieptonen bij brandproblemen kunnen niet worden uitgeschakeld door op een willekeurige toets van het toetsenpaneel te drukken. Bij UL-installations moet sectie [023] optie 5 Toegangscode vereist voor [*][2] zijn ingeschakeld.
Pagina 89
Tabel 21: Probleem 03 Busspanning Probleem-optie Probleemomschrijving [01] HSM2HOSTx Lage busspanning: de HSM2HOSTx-module heeft een lage busspanning gemeten. [02] Toetsenpaneel 01 - 32 lage busspanning: Een bekabeld toetsenpaneel heeft een lage busspanning. [04] HSM2108 01 - 30 Lage busspanning: een zone-uitbreiding heeft een lage busspanning.
Pagina 90
Tabel 23: Probleem 05 Storingen van apparaten Probleem-optie Probleemomschrijving [01] Zone 001 – 248: er is een toezichtstoring in een zone. [02] Toetsenpaneel 01 – 32: er is een toezichtstoring in een draadloos of bekabeld toetsenpaneel. [03] Sirene 01 – 16: er is een toezichtstoring met een sirene. [04] Repeater 01 –...
Pagina 91
Tabel 26: Probleem 08 RF-overtreding Probleem-optie Probleemomschrijving [01] Zone 001 - 248 RF-overtreding: geen respons van een draadloze zone gedurende 13 minuten. Dit probleem voorkomt inschakelen totdat het is erkend of opgeheven met behulp van [*][2]. [02] RF-overtreding toetsenpaneel 01 - 32: geen respons van een draadloos toetsenpaneel gedurende 13 minuten.
Pagina 92
Tabel 29: Probleem 11 Communicatie Probleem-optie Probleemomschrijving [01] TLM: telefoonlijn ontkoppeld van bedieningspaneel. [02] Ontvanger 01-04 FTC-probleem: communicatiefout met geprogrammeerde ontvangerpaden. [04] Alternatieve communicator mobiel: storing radio of simkaart, lage signaalsterkte gedetecteerd of storing mobiel netwerk. [05] Alt. comm ethernet ethernetaansluiting niet beschikbaar. Er is of geen geldig IP-adres geprogrammeerd of de module was niet in staat om met DHCP een IP-adres te verkrijgen.
Tabel 31: Probleem 13 AUX-problemen Probleem-optie Probleemomschrijving [11] HSM3204CX: de AUX-uitgangsspanning van de Corbus-repeater valt buiten het bereik. [12] Probleem AUX 1 HSM3350: de AUX-uitgangsspanning van de 3A-voeding valt buiten het bereik. [13] Probleem AUX 2 HSM3350: de AUX-uitgangsspanning van de 3A-voeding valt buiten het bereik.
• Alarmtoon • Zonenaam - stemaankondiging (alleen HS2LCDWFVPROx-toetsenpanelen) De geluiden van bovenstaande deurbel kunnen in sectie [861]-[892], subsecties [101]-[228] worden geprogrammeerd. [*][5] Toegangscodes programmeren Gebruik deze sectie om de volgende functies uit te voeren: • Druk op [1] om de gebruikerscodes 0002 - 1000, en mastercode 0001 te programmeren •...
Toegangscodes zijn 4, 6 of 8 cijfers lang, afhankelijk van de instelling van programmeersectie [041]. Dubbele codes zijn niet geldig. TEST: Systemen die voldoen aan EN50131-1 met meer dan 100 toegangscodes, moeten de toegangscode op 8 cijfers instellen (sectie [041], optie 02). Installateurscode Deze code geeft toegang tot de Installateursprogrammering [*][8].
Dwangcodes - toegangcodes [0002] t/m [1000] Dwangcodes werken op dezelfde manier als gebruikerstoegangscodes, behalve dat ze een dwangrapportagecode verzenden wanneer ze worden gebruikt om een functie op het systeem uit te voeren. Dwangcodes kunnen niet worden gebruikt voor toegang tot menu's [*][5], [*][6] of [*][8]. Dwangcodes worden gecreëerd door de hoofdgebruiker of supervisorgebruikers.
Dwangcode Converteert standaardgebruikerscode naar dwangcode. Zie Typen toegangscodes voor bijzonderheden. Overbrugging zone Gebruikers met dit kenmerk kunnen zones overbruggen. Sectie [023] optie 4, toegangscode vereist voor [*] [1], moet ingeschakeld zijn om dit kenmerk te gebruiken. Bel squawk Wanneer deze optie wordt toegewezen, dan piept de hoofdbel wanneer het alarmsysteem op afwezig wordt ingeschakeld.
Een proximitytag verwijderen: Selecteer een gebruiker en selecteer Druk op [*] voor proximitytag, om een proximitytag te verwijderen. Druk op de [*]-toets wanneer u wordt gevraagd om de proximitytag te verwijderen. Om de authenticatieflexibiliteit te vergroten, kan gebruikerstoegang worden bereikt door een geldige gebruikerscode in te voeren of door een proximitytag te swipen.
Gebeurtenissen worden weergegeven in de volgorde waarin ze zich hebben voorgedaan, beginnend met de meest recente. De tijd en datum worden voor alle gebeurtenissen weergegeven. Sommige gebeurtenissen kunnen een tweede scherm met een beschrijving hebben. Een sterretje (*) op het eerste scherm geeft aan dat er een tweede scherm beschikbaar is. Als dit is geprogrammeerd, dan uploadt de gebeurtenissenbuffer automatisch naar DLS/SA wanneer 75% capaciteit wordt bereikt.
inschakelen geannuleerd of uitgesteld, afhankelijk van de timer uitstellen automatisch inschakelen. De rapportagecode annuleren automatisch inschakelen wordt verzonden (indien geprogrammeerd). TEST: Automatisch inschakelen zal een actieve bel niet stilzetten. TEST: De meldcode voor automatisch inschakelen annulering wordt ook verzonden als het inschakelen wordt onderdrukt door een van de volgende: •...
De looptest kan op ieder moment worden gestopt door op het toetsenpaneel [*][6][Mastercode] [08] in te voeren. De test wordt na 15 minuten inactiviteit automatisch beëindigd. Er klinkt 5 minuten voor de automatische beëindiging een geluidssignaal. TEST: Brand- en koolmonoxidemelders worden niet getest in de gebruikerslooptest. Als een brand- of CO-alarm wordt gedetecteerd, dan eindigt de looptest automatisch en worden de gepaste rapportagecodes direct naar de meldkamer verzonden.
Gebruik de bladertoetsen (lcd-toetsenpanelen) of de [*]-toets (led-/ICON-toetsenpanelen) om het volume te verhogen of te verlagen of voer een waarde in tussen 00-15. Door 00 te selecteren wordt de zoemer van het toetsenpaneel uitgeschakeld. TEST: Bij installaties met UL-/ULC-vermelding mag de klankgever van het toetsenpaneel niet worden uitgeschakeld.
Ga naar een uitgang en druk op [*] om deze te selecteren, of voer het nummer van een commando-uitgang in. De uitgang wordt in- of uitgeschakeld of kan voor een vaste tijdsduur worden geactiveerd. Druk op [*][7][9] en voer de mastercode of supervisorcode van het systeem in. Blader naar elke commando-uitgang en druk op [*] om een geprogrammeerd schema in- of uit te schakelen om de uitgang te controleren.
Deze functie biedt de mogelijkheid om het pand te verlaten als het alarmsysteem is ingeschakeld zonder het alarm eerst uit te moeten schakelen en weer in te moeten schakelen. Als u op [*][0] drukt begint er een 2 minuten-timer te lopen die het mogelijk maakt om elke deur die is geprogrammeerd als een vertraagde zone te openen en te sluiten zonder dat er een alarm afgaat.
Zones koppelen aan een PIR-camera Voor PSP v1.30 kun je een video-opname starten vanaf een PIR-camera wanneer een zone op het systeem in alarm gaat. U kunt maximaal acht zones aan één PIR-camera koppelen. Als u een PowerG PGx934 of PowerG PGx944 PIR-camera gebruikt, kunt u elk van de acht zones in de programmeringssecties [804] [xxx] [025] tot [804] [xxx] [032] toewijzen, waarbij xxx een nummer is vanaf 001 t/m 248.
Programmering Uitleg programmeren Deze sectie beschrijft hoe u met behulp van ondersteunde soorten toetsenpanelen programmeeropties voor het alarmsysteem kunt bekijken. Programmeringsmethoden Het alarmsysteem kan met de volgende methoden worden geprogrammeerd: Tabel 33: Programmeringsmethoden Methode Beschrijving Procedure Sjabloon programmeren Gebruik vooraf Druk in het scherm Invoersectie op [899].
Pagina 107
Uitgangsvertraging - door installateur gedefinieerd. Installateurscode - programmeerbare, unieke 4-cijferige code. De standaardwaarde is [5555]. Sjabloonprogrammering uitvoeren: Voer [*][8][Installateurscode][899] in. Als deze sectie per ongeluk is ingevoerd, drukt u op [#] om af te sluiten en de systeemprogrammering wordt niet gewijzigd. Voer een 5-cijferige waarde in die de gewenste programmeeropties op het scherm Gegevens invoeren vertegenwoordigt.
DLS-programmering Bij DLS-programmering moet er met DLS-software en een computer aangepaste programmering worden gedownload. Dit kan lokaal of extern worden gedaan. TEST: Bij UL-gecertificeerde systemen moet er een installateur op het terrein aanwezig zijn. Lokale programmering met micro-usb of wifi-adapter Volg onderstaande stappen in de aangegeven volgorde om lokale programmering met behulp van DLS in te stellen: Sluit de wisselstroomkabel aan.
De programmeringswerkbladen en beschrijvingen verderop in dit gedeelte bieden gelegenheid aangepaste programmeringsinstellingen vast te leggen en te beschrijven, en zijn genummerd om te helpen bij hetlokaliseren van specifieke secties. Soorten toetsenpanelen Onderstaande secties beschrijven hoe programmering met de ondersteunde soorten toetsenpanelen wordt bekeken en geïnterpreteerd.
Voorbeeld: voer [*][3][*], [1] in om ‘C1’ voor een afsluiting door gebruiker 1 in te voeren [*] om naar de hexadecimale modus te gaan (lampje Gereed knippert) [3] om C in te voeren [*] om terug te keren naar decimale modus (lampje Gereed brandt) [1] om het cijfer 1 in te voeren Als er bij het invoeren van gegevens een fout wordt gemaakt, druk dan op de [#]-toets om de sectie te verlaten.
Tabel 35: Tabel 5 Taalcodes Optie Taal Optie Taal [07] Pools [21] Bulgaars [08] Tsjechisch [22] Lets [09] Fins [23] Litouws [10] Duits [24] Oekraïens [11] Zweeds [25] Slowaaks [12] Noors [26] Servisch [13] Deens [27] Ests [14] Hebreeuws [28] Sloveens [001]-[248] Zonelabels Er kunnen voor iedere beschikbare zone aangepaste labels worden aangemaakt.
Pagina 112
Druk op Om te selecteren/weer te geven [V], [W], [X], [8] [Y], [Z], [9], [0] Opties zonelabels Druk in de zonelabelprogrammering op [*] om toegang te krijgen tot opties zonelabels, zoals het gebruik van ASCII-tekens, het wijzigen van hoofd-/kleine letters en het wissen van het scherm. Het menu Optie selecteren wordt weergegeven.
11. Druk op [#] om labelprogrammering af te sluiten en het huidige label op te slaan. [064] Bericht CO-alarm Gebruik dit gedeelte om een aangepast label te programmeren dat tijdens een koolstofmonoxide- alarm op de toetsenpanelen wordt weergegeven. De maximale labelgrootte is 14 x 2 tekens. [065] Bericht brandalarm Gebruik dit gedeelte om een aangepast label te programmeren dat tijdens een brandalarm op de toetsenpanelen wordt weergegeven.
[803][001]-[016] HSM2208 Label uitgangsuitbreiding Gebruik deze sectie om een aangepast label voor de uitgangsuitbreiding te maken. Kies 001 voor HSM2208. Kies 001-016 voor zone-uitbreiding 1-16. [804][001]-[030] Label HSM3408 8-zoneuitbreiding Gebruik deze sectie om een aangepast label voor de 8-zoneuitbreiding te maken. Kies 001-030 voor zone-uitbreiding 1-30.
[001]-[248] Selecteer zone Aan iedere zone in het systeem moet een zonetype worden toegewezen. De beschikbare soorten zones worden hieronder vermeld. 000 – Nulzone Aan alle ongebruikte zones toewijzen. 001 – Vertraging 1 Doorgaans toegewezen aan de belangrijkste toegangspunten. Volgt timers voor toegangsvertraging 1 en uitgangsvertraging (sectie [005]).
008 – Standaard 24 uur brand Deze zone wordt met rookmelders gebruikt. De sirene klinkt meteen als de rookmelder wordt geactiveerd. Als deze is ingeschakeld, dan zendt de communicator onmiddellijk het alarm naar de meldkamer. Een manipulatie of storing van dit type zone veroorzaakt registratie en verzending van een brandprobleem.
Pagina 117
Oneindige Methode inschakelen uitgangsvertraging Modus inschakelen Draadloze sleutel afwezig Afwezig *0 inschakelen Afwezig *9 inschakelen Aanwezig Toets aanwezig Aanwezig Draadloze sleutel aanwezig Aanwezig Externe toegang/sms Niet gebruiken DLS inschakelen Afwezig Geen activiteit inschakelen Afwezig TEST: Wanneer problemen/open zones annuleren inschakeling zijn ingeschakeld voor deze zone, annuleren alle problemen of open zones op het systeem inschakeling wanneer de zone wordt overtreden en hersteld.
Pagina 118
Als er tijdens de automatische verificatiereeks een tweede brandzone wordt geschonden, dan wordt er voor beide zones onmiddellijk een brandalarm geactiveerd. Draadloze rookmelders Als de zone wordt geactiveerd, dan begint er een vertraging van 40 seconden. Het alarm gaat af als de zone na 30 seconden nog steeds in storing is.
TEST: Wanneer een hoorbaar alarm actief is, is het gebruik van de sleutelschakelaar bij uitschakelen hetzelfde als invoer van een toegangscode op het toetsenpaneel. Het gebruik van de sleutelschakelaar in de eerste 30 seconden van een vertraagd brandalarm is hetzelfde als het indrukken van een toets op het toetsenpaneel (de 90 seconden vertraging begint).
Methode inschakelen Oneindige uitgangsvertraging Modus inschakelen Gebruikerscode Afwezig Sleutelschakelaar Afwezig Toets afwezig Afwezig *0 inschakelen Afwezig *9 inschakelen Aanwezig Toets aanwezig Aanwezig Nachttoets Nacht Externe toegang/sms Niet gebruiken DLS inschakelen Afwezig Geen activiteit inschakelen Afwezig Als u het geluid van een brandalarm uitzet door een gebruikerscode in te voeren en de zones die het brandalarm hebben geïnitieerd open blijven, wordt het bericht Bellen uitgeschakeld weergegeven.
04 - Bypass ingeschakeld AAN: de zone kan handmatig worden overbrugd. UIT: de zone kan niet worden overbrugd. TEST: Voor UL- en ULC-brandtoepassingen zal bypass niet worden ingeschakeld voor brand- en CO-zones. 05 - Forceer inschakelen AAN: het systeem kan met de zone open worden ingeschakeld. De zone wordt tijdelijk overbrugd en wordt, wanneer beveiligd, door het systeem bewaakt.
TEST: Als er voor opties 09, 10 en 11 meer dan 1 optie is ingeschakeld, dan heeft het laagste kenmerknummer voorrang. Als opties 09 en 10 beiden worden ingeschakeld, dan volgt de zone de configuratie normaal gesloten lus. 12 - Snelle lus- / normale lusrespons AAN: Volgt een snelle lusrespons van 40 ms.
Manipulatie Standaardwaarde: 5,6 kΩ Programmeerbaar bereik: 0,5 kΩ tot 7,5 kΩ (005 tot 075) Storing/Maskering Standaardwaarde: 10 kΩ Programmeerbaar bereik: 0,5 kΩ tot 15 kΩ (005 tot 150) Systeemtijden Deze sectie beschrijft het programmeren van verschillende timers die voor het gehele alarmsysteem van toepassing zijn.
Voorbeeld nr. 1: De klok verliest gemiddeld 9 seconden per dag. Programmeer de alarmcontroller om de klok aan te passen zodat de laatste minuut van de dag 51 seconden duurt. Daardoor wordt de klok van de alarmcontroller 9 seconden vooruit gezet en wordt het probleem verholpen. Voorbeeld nr.
Maand Geldige waarden zijn 001 - 012 (januari tot en met december). Week Geldige waarden zijn 000-005. Voer “000” in om een specifieke datum (1-31) te programmeren in het Dag-veld. Voer 001-005 in om de specifieke week van de maand te programmeren. 005 is de laatste week van de maand. 1-31 (als 000 is geprogrammeerd in het veld Week).
[007]-[008] PGM-timer Deze sectie beschrijft hoe programmeerbare uitgangen kunnen worden geïnstalleerd en geprogrammeerd. PGM's worden gebruikt om elektrische stroom te sturen naar externe apparaten, zoals lampen en sirenes, meestal wanneer er een alarmgebeurtenis plaatsvindt. De alarmcontroller voorziet maximaal twee PGM's van 100 mA en twee PGM's van 300 mA van stroom. PGM-uitgangen kunnen worden uitgebreid met de optionele uitbreiding met 8 uitgangen (HSM2208), de uitbreiding met 4 uitgangen met hoge stroomuitvoer (HSM2204) en de Corbus-repeater (HSM304CX) met 4 PGM- relaisuitgangen.
De PGM staat ook onder toezicht, en er wordt een probleemtoestand gegenereerd als er geen 2,2 KΩ-weerstand tussen de PGM-aansluiting en Aux+ aanwezig is. De 2-draads rookmelderingang zorgt voor een onmiddellijk en vergrendelend alarm. 107 – Externe sirene Deze uitgang is normaal actief en levert maximaal 1A om de batterij van de externe sirenes op te laden.
120 – Afwezig ingeschakeld met status geen zone-overbrugging Wanneer deze PGM-uitgang aan een enkele partitie is toegewezen, dan activeert deze wanneer het systeem is ingeschakeld met actieve zones aanwezig/afwezig en nacht, en zonder overbrugde zones. Als dit aan meerdere partities is toegewezen, dan moeten alle partities in de modus afwezig zonder overbrugde zones worden ingeschakeld voordat de PGM activeert.
135 – 24-uurs hoorbare ingang (PGM 2) Lcd-toetsenpanelen geven aan dat het systeem in alarm is, de sirene klinkt voor de duur van de onderbreking van de bel en het signaal wordt naar de meldkamer verzonden. Deze ingang volgt uitschakelen slinger niet. Er is voor deze ingang (Aux+) een 2,2 kΩ afsluitweerstand vereist. Als er zich een kortsluiting of open circuit voordoet, dan wordt er voor alle partities en sirenes een alarm gegenereerd.
TEST: De PGM-kenmerken voor deze optie, die in sectie [010] worden geprogrammeerd, wijken af van de normaal geprogrammeerde standaardselectie van kenmerken. TEST: Als deze PGM wordt geconfigureerd te voorzien in status Openen/sluiten, dan moet de PGM als een getimede uitgang, zonder vergrendeling, worden geprogrammeerd. 155 - Systeemprobleem Deze uitgang kan worden geprogrammeerd om te worden geactiveerd wanneer zich een van de volgende probleemomstandigheden voordoet:...
Als een alarm deze uitgang in de uitgeschakelde toestand activeert, dan wordt de uitgang gedeactiveerd als een gebruiker tijdens een onderbreking van de bel een geldige toegangscode invoert. De uitgang wordt ook gedeactiveerd als iemand het systeem inschakelt nadat de onderbreking van de bel is verstreken.
Pagina 134
175 - Belstatus en programmeertoegangsoutput Deze PGM wordt geactiveerd wanneer de sirene, modus Installateursprogrammering of DLS/SA actief is. Het wordt gedeactiveerd na de time-out van de bel, wanneer Installateursprogrammering wordt afgesloten of wanneer de DLS/SA-programmering wordt verbroken. 176 - Bediening op afstand Deze uitgang wordt op commando van DLS-software extern geactiveerd en gedeactiveerd.
[010] PGM-kenmerken De volgende opties worden gebruikt om de bedrijfskenmerken van de hoofdbel en PGM-uitgangen te programmeren. [000] Maskering hoofdbel Deze programmeringssectie wordt gebruikt om het soort hoorbare alarmen te configureren dat de hoofdbeluitgang op de alarmregelaar triggert. Standaard zijn alle opties geselecteerd. Brandalarm AAN: brandalarm ([F]-toets, brandzones) activeert de hoofdsirene.
Pagina 136
UIT: actief tijdens normaal bedrijf. Gedeactiveerd door activering. 103 - Sensor resetten [*][7][2] 01 - Ware uitvoer / omgekeerd AAN: gedeactiveerd tijdens normale werking. Geactiveerd door activering. UIT: actief tijdens normaal bedrijf. Gedeactiveerd door activering. 03 – Toegangscode vereist/geen code vereist AAN: Toegangscode voor activering vereist.
Pagina 137
14 - Voorwaarschuwing automatisch inschakelen AAN: activeert wanneer voorwaarschuwing automatisch inschakelen begint. UIT: activeert niet wanneer voorwaarschuwing automatisch- inschakelen begint. 114 – Gereed voor inschakelen 01 - Ware uitvoer / omgekeerd AAN: gedeactiveerd tijdens normale werking. Geactiveerd door activering. UIT: actief tijdens normaal bedrijf. Gedeactiveerd door activering. 115 –...
132 – Uitgang overval 01 - Ware uitvoer / omgekeerd AAN: gedeactiveerd tijdens normale werking. Geactiveerd door activering. UIT: actief tijdens normaal bedrijf. Gedeactiveerd door activering. 146 - TLM-alarm 01 - Ware uitvoer / omgekeerd AAN: gedeactiveerd tijdens normale werking. Geactiveerd door activering. UIT: actief tijdens normaal bedrijf.
Pagina 139
09 - Medisch alarm AAN: activeert bij medisch alarm, [+]-toets, medische zones. UIT: activeert niet bij medisch alarm. 10 – Inbraakalarm Bevestigd AAN: activeert bij geverifieerd inbraakalarm (of politiecode). UIT: activeert niet bij geverifieerd inbraakalarm. 11 - Openen na alarm AAN: activeert wanneer het systeem wordt uitgeschakeld met een alarm in het geheugen.
Pagina 140
08 - AC-probleem AAN: activeert wanneer een systeemapparaat een lichtnetstoring detecteert. UIT: activeert niet bij lichtnetstoringen. 09 - Apparaatfout AAN: activeert als er zich een van de volgende storingstoestanden bij een apparaat voordoet: • storing zone 001 - 248 • storing toetsenpaneel 01 –...
Pagina 141
UIT - wordt niet geactiveerd als er sprake is van een RF-delinquentietoestand. 13 - Module toezicht AAN - wordt geactiveerd als een van de volgende toezichtproblemen van de module wordt gedetecteerd: • HSM2HOST • toetsenpaneel 01 – 32 • zone-uitbreiding 01 – 30 •...
16 - Geen netwerk AAN - wordt geactiveerd als een van de volgende, niet-netwerkgebonden omstandigheden zich voordoen: • Zone 001 – 248 • toetsenpaneel 01 – 32 • sirene 01 – 16 • Repeater 01 – 08 • Gebruiker 01-1000 (draadloze sleutels) niet-netwerkproblemen UIT - wordt niet geactiveerd als er geen netwerkproblemen zijn.
Pagina 143
UIT: activeert niet bij dwangalarm. 12 - Noodalarm AAN: activeert bij noodalarm. UIT: activeert niet bij noodalarm. 13 - Brand Supervisie AAN: activeert bij alarm toezicht brand. UIT: activeert niet bij alarm toezicht brand. 14 - Brandproblemen AAN: activeert bij probleemtoestand brand. UIT: activeert niet bij probleemtoestand brand.
Pagina 144
165 - Prox gebruikt 01 - Ware uitvoer / vergrendelde uitvoer AAN: gedeactiveerd tijdens normale werking. Geactiveerd door activering. UIT: geactiveerd tijdens normale werking. Gedeactiveerd door activering. 165 – Partitie prox gebruikt 01 - Ware uitvoer / vergrendelde uitvoer AAN: gedeactiveerd tijdens normale werking. Geactiveerd door activering. UIT: geactiveerd tijdens normale werking.
Getimede uitgang Vergrendeling Alarm volgen PGM-uitgang AAN bij openen van de zone (inclusief manipulatie en storing), UIT bij sluiten AAN bij zonealarm, UIT bij onderbreken van de bel of wanneer het alarm wordt stilgezet AAN bij openen zone, UIT bij een geldige code AAN bij zonealarm, UIT bij een geldige code...
Commando-uitgang 1 - 4 Deze optie wordt gebruikt voor het toewijzen van een schema, geprogrammeerd in sectie [601] - [604], voor te volgen PGM-types 166 en 121-128. Programma 001-004 voor schema's 1-4. Programma 000 voor het activeren van de PGM wanneer er een proximitytag wordt gepresenteerd. [012] Blokkering systeem Blokkering toetsenpaneel –...
UIT: Alle zones moeten worden bekabeld met een EOL-weerstandsconfiguratie. Dit wordt bepaald door optie 2 hieronder. TEST: De geldige EOL-waarde is 5600 ohm (5,6 KΩ). 2 - DEOL / SEOL AAN: Alle zones maken gebruik van Double-End-of-Line-weerstanden, behalve Standard Fire, Delayed Fire, Auto-Verified Fire, CO en bewakingszonetypes.
7 - Gebeurtenisbuffer volgt slinger-uitschakeling AAN: Zodra een gebeurtenis de ingestelde limiet voor het uitschakelen van de slinger bereikt [377] Communicatievariabelen, zal het niet langer gebeurtenissen in de gebeurtenisbuffer loggen totdat het uitschakelen van de slinger is gereset. Dit voorkomt dat de gebeurtenisbuffer wordt gevuld met valse gebeurtenissen.
6 - Gereserveerd 7 - Beëindiging uitloopvertraging AAN: De uitgangsvertraging wordt teruggebracht tot 5 seconden nadat een vertraging 1 zone is hersteld. Het geforceerd inschakelen van zones met vertragingstype 1 beëindigt ook de uitgangsvertraging. UIT: De timer voor de uitgangsvertraging blijft lopen, zelfs nadat de vertragingszone is hersteld. Alle hoorbare opties die zijn gekoppeld aan de uitgangsvertragingsfunctie worden stil gezet totdat de tijd die is geprogrammeerd voor de uitgangsvertraging is verstreken.
UIT: Het inschakelen van [*][0] is niet toegestaan. Voor alle functies voor het inschakelen moet een toegangscode worden ingevoerd voor activatie (inclusief de toetsen Aanwezig/Afwezig). 5 - Gereserveerd 6 - Hoofdcode kan niet door gebruiker worden gewijzigd AAN: De mastercode (toegangscode 01) mag door de gebruiker niet worden gewijzigd en mag alleen in Installateursprogrammering worden geprogrammeerd.
van een code voor het verwijderen van het leegmaken het alarm uit en wordt het systeem uitgeschakeld. UIT: De lampjes op het toetsenpaneel blijven te allen tijde ingeschakeld. 4 – Toetsenpaneel leegmaken vereist code AAN: Er moet een geldige code worden ingevoerd voordat een leeggemaakt toetsenpaneel kan worden gebruikt.
2 - Deurbel bij het sluiten AAN: Als een zone met het attribuut deurbel ingeschakeld is gesloten, laten de toetsenpanelen van het systeem en de sirene (indien ingeschakeld) een pieptoon horen. UIT: Als een zone met het attribuut deurbel ingeschakeld is gesloten, laten de toetsenpanelen van het systeem en de sirene (indien ingeschakeld) geen pieptoon horen.
8 – Pieptoon alleen bij in-/uitschakelen afwezig AAN: Pieptonen zijn alleen te horen bij afwezig inschakelen, evenals bij het uitschakelen in de modus Afwezig. Deze functie voorkomt dat de sirene activeert bij het inschakelen van de modus Aanwezig en de Nachtmodus. UIT: Pieptonen zijn te horen tijdens alle typen in- en uitschakeling.
zoneoverbruggingen. Bij het uitschakelen registreren en rapporteren alle automatisch overbrugde nachtzones of zones Aanwezig/Afwezig niet-overbrugde zones niet. Alle handmatig overbrugde zones blijven registeren en rapporteren. 5 - Toetsenpaneelzoemer volgt bel AAN: De zoemer van het toetsenpaneel wordt geactiveerd met alle belactiviteiten voor de geselecteerde partitie.
3 - Gereserveerd 4 - Gereserveerd 5 - Hoorbare busfout AAN: De sirene wordt geactiveerd door alle toezichtproblemen in de module. UIT: Alleen supervisieproblemen met de zone-uitbreiding terwijl ingeschakeld activeert de sirene. 6 - Dwangcodes AAN: Het dwangcodeattribuut kan worden ingeschakeld/uitgeschakeld in het menu [*][5]. Voor BS8243-installaties is dit standaard uitgeschakeld.
3 - [*][8] Toegang terwijl ingeschakeld AAN: Deze optie zorgt ervoor dat [*][8] Installateursprogrammering toegankelijk is vanaf een toetsenpaneel op een uitgeschakelde partitie, terwijl andere partities op het systeem nog steeds zijn ingeschakeld. TEST: Deze optie moet worden uitgeschakeld voor UL-vermelde installaties. UIT: [*][8] Installateursprogrammering s niet beschikbaar wanneer een partitie op het systeem is ingeschakeld.
6 - Sleutelschakelaar uitschakelen tijdens inloopvertraging AAN: Sleutelschakelaars, proximitytags en draadloze sleutels schakelen het alarmsysteem alleen uit als een toegangsvertraging actief is. UIT: Sleutelschakelaars, proximitytags en draadloze sleutels schakelen het alarmsysteem uit, ongeacht de toegangsvertraging. TEST: Schakel deze optie niet in met [040] Prox en code. 7 - Installateurstoegang en DLS AAN: De gebruiker moet [*][6][toegangscode][05] invoeren voordat het installatieprogramma toegang heeft tot Installateursprogrammering door DLS of via het toetsenpaneel ([*][8]).
UIT: Het probleemlampje wordt uitgeschakeld wanneer toetsenpaneel leegmaken actief is in de ingeschakelde of uitgeschakelde toestand. 2 - Toetsenpaneel leegmaken terwijl ingeschakeld AAN: Als [016][3] is uitgeschakeld binnen 30 seconden nadat de uitgangsvertraging is beëindigd, wordt het toetsenpaneel leeggemaakt (geen indicatorlampjes). UIT: het toetsenpaneel wordt leeggemaakt als het systeem wordt ingeschakeld of uitgeschakeld.
Pagina 159
[022] Systeemoptie 10 1 - [F] Toetsoptie AAN: Wanneer u op de [F]-toets drukt, worden erkenningspieptonen alleen weergegeven via het toetsenpaneel. De sirene wordt niet geactiveerd tijdens de toegangsvertraging. UIT: De erkenningspieptonen van de [F]-toets worden weergegeven via het toetsenpaneel en klinkt bij een brandalarm.
[023] Systeemoptie 11 1 - Ready LED knippert voor Force Arm AAN: Als een gedwongen inschakelbare zone wordt geactiveerd, knipperen partitietoetsenpanelen de gereed-led in de uitgeschakelde toestand in plaats van deze constant te verlichten. Als een niet- gedwongen inschakelbare zone wordt geactiveerd, wordt de gereed-led uitgeschakeld. UIT: Als een gedwongen inschakelbare zone wordt geactiveerd, brandt de gereed-led constant.
7 – Toegangscode vereist voor [*][4] AAN: Als u het commando [*][4] Bellen gebruikt, moet een toegangscode worden ingevoerd voordat de bellen kunnen worden in- en uitgeschakeld. UIT: Een toegangscode is niet verplicht om bellen in of uit te schakelen met [*][4]. 8 –...
6 - Gereserveerd 7 - Gereserveerd 8 - DLS verbreken AAN: Alle gebeurtenissen behalve Periodieke testverzending, Periodieke test met storing en Systeemtest worden beschouwd als prioriteitsgebeurtenissen. Als DLS actief is wanneer er een gebeurtenis plaatsvindt, sluit het alarmsysteem onmiddellijk de verbinding om de nieuwe gebeurtenissen te communiceren.
5 - ID Toon AAN: Nadat het telefoonnummer is gekozen, laat het alarmsysteem een toon horen (zoals gespecificeerd door I.D. toonfrequentie-optie) gedurende 500 ms elke twee seconden om aan te geven dat een digitale apparatuur-oproep wordt uitgevoerd. UIT: I.D.-toon is uitgeschakeld. 6 - Toon gegenereerd - 2100Hz AAN: 2100 Hz I.D.-toon UIT: 1300 Hz I.D.-toon...
TEST: Deze instelling is vereist voor installaties die voldoen aan EN50131-1 met 1000 toegangscodes. [042] Geverifieerde gebeurtenissen Teller inbraak geverifieerd Deze teller bepaalt het aantal inbraakalarmen dat zich moet voordoen binnen de periode voor Inbraakverificatie voordat een alarm Inbraak geverifieerd wordt geregistreerd en gecommuniceerd.
TEST: Als op het moment van automatisch uitschakelen toegangsvertraging actief is, wordt het systeem niet uitgeschakeld. Een geldige uitschakelingsprocedure door de gebruiker die de toegangsvertraging heeft geïnitieerd is vereist. [003] – Vakantieschema's automatisch uitschakelen partitie Gebruik deze sectie om een groep vakantieschema's te selecteren. Zie [711]-[714] Vakantieschema's voor meer informatie.
[200] Partitiemaskering Een partitie is een begrensd deel van het pand dat onafhankelijk van de overige delen werkt. Partities worden toegevoegd of verwijderd uit het systeem door het aanbrengen of verwijderen van een partitiemaskering. [001] – Maskering partitie 1 - 32 inschakelen Selecteer opties 01-08 om partities in of uit te schakelen.
deze reeks wordt ingetoetst voorafgaand aan een telefoonnummer wordt de wachtstand voor de duur van het gesprek uitgeschakeld. Als deze sectie wordt geprogrammeerd en de optie wachtstand annuleren AAN staat (zie [382] Communicator optie 3), kiest het alarmsysteem deze reeks vóór het telefoonnummer. Dit gebeurt alleen bij de eerste kiespoging voor elk telefoonnummer.
• HEX C ([*] [3] [*]) - voor het kiezen van “#" • HEX D ([*] [4] [*]) - voor het zoeken van een extra kiestoon, zoals vereist voor PBX telefoonsystemen. • HEX E ([*] [5] [*]) - om een pauze van 2 seconden aan het telefoonnummer toe te voegen. Dit veroorzaakt een statische vertraging va 2 seconden voor het zoeken van een extra kiestoon in een telefoonnummer.
Pagina 169
4/5 – Zone-uitbreiding toezichtalarm/Herstellen Wordt verzonden wanneer het systeem de communicatie met de volgende modules verliest: • Zone-uitbreidingsmodule • Toetsenpaneel met een geïntegreerde I/O geconfigureerd als een zone Deze rapportagecode is onafhankelijk van de algemene toezichtcode van het systeem dat naar de alarmen wordt verzonden en de groep gespreksrichting herstelt.
[021] Brandalarm 1 3/4 – PGM 2 2-draads alarm/herstellen Als PGM 2 wordt geprogrammeerd als een 2-draads rookalarm, wordt deze rapportagecode verzonden als een alarmconditie wordt waargenomen en wanneer deze wordt hersteld. [101] Manipulatiegebeurtenissen 3/4 – Audiomodule manipulatie/hersteld Deze rapportagecode wordt verzonden als er in een systeemmodule een manipulatie-alarm optreedt en maakt gebruik van het manipulatiealarm van het systeem en herstel gespreksrichting Manipulatie.
[211] Overige gebeurtenissen openen/sluiten 1/2 – Laat sluiten/openen Deze rapportagecode wordt verzonden als een partitie niet wordt uitgeschakeld vóór het tijdstip waarop deze automatisch wordt uitgeschakeld, als de optie Laat openen ([*][6], optie 9) is ingeschakeld. De gespreksrichtingsgroep Openen en Sluiten wordt voor deze rapportagecode gebruikt.
Pagina 172
7/8 – Probleem/herstellen voeding paneel Deze rapportagecodes worden verzonden als de voeding niet werkt of wordt hersteld. [302] Paneelgebeurtenissen 2 1/2 – Probleem/herstellen belcircuit Deze rapportagecode wordt verzonden als zich een belprobleem voordoet of als een belprobleem binnen het systeem wordt hersteld. Deze rapportagecode wordt verzonden naar de gespreksrichtingsgroep Systeemonderhoud.
Pagina 173
Als de optie Overtreding aan staat, wordt deze code verzonden als er gedurende het in de Vertraging overtredingsmelding geprogrammeerde aantal uren geen zone-activiteit in het systeem is waargenomen. 7 - Problemen met de zelftest Wordt verzonden als zich een zelftestprobleem voordoet voor een PIR. 8 - Herstel van problemen met zelftest Wordt verzonden als een zelftestprobleem voor een PIR is hersteld.
3/4 – Probleem/herstellen warmte Wordt verzonden als zich een warmteprobleem met een draadloze temperatuurmelder voordoet of wordt hersteld. 5/6 – Probleem/herstellen bevriezen Wordt verzonden als zich een bevriezingsprobleem met een draadloze temperatuurmelder voordoet of wordt hersteld. 7/8 – Probleem/herstellen sensorverbinding verbroken Wordt verzonden als de sensorverbinding van een draadloze temperatuurmelder wordt verbroken of wordt hersteld.
Pagina 175
[335] Modulegebeurtenissen 5 1/2 – Probleem/herstellen Uitgang 1 Deze rapportagecode wordt verzonden als de eerste uitgang van de uitbreidingsmodule met hoge- stroomuitgang in storing gaat (open of kort) of wordt hersteld. Alleen de eerste uitgang van de hoge-stroomuitbreidingsmodule staat onder toezicht. [351] Alternatieve communicator 1 1/2 –...
[361] Gebeurtenissen draadloze apparaten 1/2 – Draadloos apparaat stroomuitval/herstellen Deze opties worden gebruikt om rapportagecodes stroomuitval/herstellen voor draadloze apparaten in te schakelen. Deze rapportagecodes worden verzonden wanneer een draadloos apparaat stroomuitval/herstellen ondervindt. 3/4 – Probleem/herstellen lage batterijspanning draadloos apparaat Deze opties worden gebruikt om rapportagecodes probleem/herstellen lage batterijspanning voor draadloze apparaten in te schakelen.
Systeemcommunicatie De programmeeropties in deze sectie worden gebruikt om de communicatie tussen het alarmsysteem en de meldkamer te configureren. [309] Richting systeemoproep Gebruik deze programmeeroptie om de meldkamerontvangers te selecteren waarmee systeemgebeurtenissen worden gecommuniceerd. Een systeemgebeurtenis kan naar meerdere ontvangers worden verzonden. [001] Onderhoudsgebeurtenissen/herstellen (alle problemen behalve manipulaties) Deze opties bepalen welke ontvangerpaden worden ingeschakeld voor onderhoudsgebeurtenissen.
[311]-[332] Partitie oproeprichtingen Gebruik deze programmeeroptie om de meldkamerontvangers te selecteren waarmee partitiegebeurtenissen worden gecommuniceerd. Voor elke partitie kunnen oproeprichtingen worden geprogrammeerd. Elke gebeurtenis kan naar een van de vier ontvangers worden verzonden. [001] Alarm/herstellen Deze opties bepalen welke ontvangerpaden worden ingeschakeld voor de gebeurtenisrapportagecodes Partitie 1-32 alarm en herstellen.
[377] Communicatievariabelen [001] – Slinger uitschakelen Alarmen/herstellen Deze waarde bepaalt het aantal communicatiepogingen voor alarm/herstelgebeurtenissen, per zone, voordat de zone in slingerafsluiting gaat. Geldige waarden zijn 000 tot 014. Voor CP-01 zijn de waarden van 001-006. Nadat het geprogrammeerde aantal alarm-/herstelgebeurtenissen is gecommuniceerd, worden geen verdere alarm-/herstelgebeurtenissen voor de zone gecommuniceerd totdat slingerafsluiting wordt gereset.
Communicatievertraging stroomuitval (minuten of uren) Deze waarde bepaalt de vertraging voordat een stroomuitval of herstel van stroomvoorziening wordt gerapporteerd. Een stroomuitval of herstel van stroomvoorziening wordt nog steeds onmiddellijk weergegeven. Geldige waarden zijn 000 tot 255 minuten/uur (max. 180 minuten voor UL-commerciële installaties).
TEST: Deze tijd moet niet worden ingesteld als de zomertijd. [011] – Maximaal aantal belpogingen Deze sectie wordt gebruikt om het aantal belpogingen voor elk telefoonnummer tijdens het communiceren te programmeren Geldige waarden zijn 001-005. TEST: Voor UL/ULC-geregistreerde installaties moet deze waarde worden ingesteld op 005.
onderbrekingstijd van de bel verstrijkt, wordt het herstel verzonden wanneer de zone fysiek wordt hersteld of wanneer het systeem wordt uitgeschakeld. TEST: 24-uurs zones worden pas hersteld als de zone fysiek is hersteld UIT: Rapportagecodes voor zoneherstel worden verzonden wanneer de zone fysiek is hersteld. Als zones nog steeds actief zijn wanneer het systeem is uitgeschakeld, worden de herstelcodes verzonden wanneer het systeem is uitgeschakeld.
7 - Minder kiespogingen AAN: Als er een TLM-probleem is, probeert het alarmsysteem onmiddellijk de back-upontvanger te bellen. Deze optie is alleen van toepassing op PSTN. Back-upcommunicatie moet worden ingeschakeld. Zie optie 5, Parallelle communicatie. Er moeten minimaal twee ontvangers worden ingeschakeld om deze functie te laten werken zoals bedoeld.
Communicatie van gelijktijdige gebeurtenissen wordt geprioriteerd in de volgende volgorde (van hoogste tot laagste prioriteit): Brandalarmen CO-alarm Toezicht brand Brandprobleem Bewaking (medisch, paniek of beveiliging) Alle andere gebeurtenissen, zoals herstel voor brandalarmen, toezicht, storing en bewaking. UIT: Gebeurtenissen worden gecommuniceerd in de volgorde waarin ze plaatsvinden. TEST: Moet AAN zijn voor ULC-commerciële installaties voor brandbewaking.
6 - AC-storing communicatievertraging in uren / minuten AAN: De communicatievertraging van de stroomuitval (sectie [377]> [002] optie 2) is geprogrammeerd in uren. UIT: De communicatievertraging van de stroomuitval is geprogrammeerd in minuten. 8 - Sabotagelimiet AAN: Wanneer het systeem is uitgeschakeld, wordt alleen modulemanipulatie gecommuniceerd. Manipulaties van zones worden niet gecommuniceerd.
Ontvanger 2 gebruikt hetzelfde formaat dat is geprogrammeerd voor ontvanger 1. UIT: Ontvanger 2 is onafhankelijk en communiceert als een nummer en formaat zijn geprogrammeerd. 3 - Back-upoptie ontvanger 3 AAN: Ontvanger 3 maakt een back-up van ontvanger 2. Ontvanger 3 wordt alleen gebruikt als een FTC-gebeurtenis wordt gedetecteerd op ontvanger 2.
• Door gebruiker ingeschakeld DLS-venster: De gebruiker start een downloadvenster met [*] [6][Mastercode][05]. Dit kan een periode van 6 uur zijn waarin de installateur het downloaden net zo vaak als nodig start en beëindigt of het kan een periode van 1 uur voor eenmalig gebruik zijn.
7 - Alternatieve communicator DLS AAN: Als deze functie is ingeschakeld, reageert het alarmsysteem altijd op DLS-verzoeken via het IP-pad of mobiele pad van de alternatieve communicator, ongeacht of het DLS-venster actief of inactief is. Als echter een vooraf gedefinieerd aantal opeenvolgende onjuiste DLS-toegangscodes wordt gedetecteerd (zie Externe blokkering DLS) terwijl u probeert een verbinding tot stand te brengen,...
Als de code niet bij de computer hoort, staat het alarmsysteem uploaden/downloaden niet toe. Wanneer de toegangscode wordt geprogrammeerd als FFFFFF wordt SA-toegang uitgeschakeld. Als een SA-verbinding tot stand is gebracht, zijn meerdere pogingen toegestaan om de juiste toegangscode voor downloaden (geprogrammeerd in [012]) in te voeren. De operator heeft drie pogingen om de juiste toegangscode in te voeren.
toegepast op periodieke DLS-dagen. Als een waarde in dit gedeelte wordt ingevoerd, wordt de instelling in Periodieke DLS-tijd (zie de optie hierboven) opgeheven. Als 00.00 in dit veld wordt ingevoerd, initieert het alarmsysteem een DLS-oproep op de in Periodieke DLS-tijd geprogrammeerde tijd.
[711]-[714] Vakantieschema's Gebruik deze sectie om vakantieschema's te programmeren. Tijdens geplande vakantiedagen vinden er geen andere geplande gebeurtenissen plaats. Voer sectie 711 tot 714 in voor vakantiegroep 1 tot 4. Voor elk van de vier beschikbare vakantiegroepen kunnen maximaal 99 vakantieschema's worden geprogrammeerd.
[sectienummer], waarbij het sectienummer het 3-cijferige sectienummer is zoals vermeld in dit gedeelte. Installateurs kunnen programmeeropties bekijken/vastleggen via het toetsenpaneel. Systeemopties [001] IP-adres ethernet Standaard (000.000.000.000) Voer het IP-adres van de communicator in. Zorg dat het IP-adres uniek is voor de communicator op het lokale netwerk.
Pagina 193
wordt ontvangen. Als er geen gebeurtenis of hartslag ACK (bevestiging) wordt ontvangen na (ontvanger toezichtinterval + 75 seconden), wordt een toezichtstoring aangegeven. TEST: Ethernetontvanger 2 kan niet onder toezicht staan. [2] Mobiele ontvanger 1 onder toezicht Standaard (UIT) AAN: Mobiele ontvanger 1 staat onder toezicht en heartbeats worden verstuurd naar mobiele ontvanger 1 op basis van het toezichtinterval dat is geprogrammeerd in sectie [004].
Pagina 194
UIT: Ethernetontvanger 1 is uitgeschakeld. [2] Ethernet-ontvanger 2 is ingeschakeld. Standaard (AAN) AAN: Ethernetontvanger 2 is ingeschakeld. UIT: Ethernetontvanger 2 is uitgeschakeld. [3] Gereserveerd [4] Mobiele ontvanger 3 is ingeschakeld. Standaard (AAN) AAN: Mobiele ontvanger 3 is ingeschakeld. UIT: Mobiele ontvanger 3 is uitgeschakeld. [5] Mobiele ontvanger 4 is ingeschakeld.
Programmeeropties [010] Omschakelopties 3 systeem [1] 2-weg audio via mobiel. Standaard (UIT) AAN: 2-wegaudio over mobiel is ingeschakeld. UIT: 2-wegaudio over mobiel is uitgeschakeld. [2] Visuele verificatie. Standaard (UIT) AAN: Visuele verificatie is ingeschakeld. UIT: Visuele verificatie is uitgeschakeld. [3] Video op aanvraag. Standaard (UIT) AAN: Video op verzoek is ingeschakeld.
[012] Inkomende poort DLS Standaard (03.062) De inkomende poort DLS (luisterpoort) is de poort die DLS IV gebruikt om te verbinden met de communicator. Wanneer een router of poort wordt gebruikt, moet deze zijn geprogrammeerd met een transmissiecontroleprotocol (TCP)-doorstuurregel voor deze poort naar het IP-adres van de communicatormodule.
Pagina 197
Zie onderdeel [024] 5 Real-time klok voor meer informatie. Gebruik Kolom 2 (tijdverschil) om de lokale Tijdzone te vinden. Neem de tweecijferige HEX-waarde uit Kolom 1 (HEX-waarde) in dezelfde rij over. Programmeer deze HEX-waarde voor de Tijdzone. Geldig bereik is 00 - FF. Tabel 37: Wereldklok Standaard HEX-waarde...
Tabel 37: Wereldklok Standaard HEX-waarde Tijdverschil afkorting Locatie Vanuatu Time 11,5 Norfolk Island Time NZST New Zealand Standard Time 12,75 CHAST Chatham Island Standard Time Tonga Time LINT Line Island Time 70-FF N.v.t. N.v.t. N.v.t. [025] Herstellen activering radio Standaard (FF) Programmeer 00 om deze gebeurtenis uit te schakelen of FF om hem in te schakelen Deze gebeurtenis vindt plaats in mobiele communicatoren in Noord Amerika wanneer de eenheid is geprogrammeerd door Connect 24.
Interval 2: • Als de testverzending naar de secundaire ontvanger mislukt, wordt de primaire ontvanger als back-up gebruikt. • Wanneer de testverzending naar de primaire ontvanger mislukt, wordt een storing FTC aangemaakt. Testverzending uniek voor Primaire en Secundaire ontvangers: Stel Ethernetonderdeel [026] in op (FF); [027] op (FF). Stel mobiel onderdeel [028] in op (FF); [029] op (FF).
Geldig bereik: 00000 - 65535 [096] Uitgaande lokale poort SA Standaard (03.093) Geldig bereik: 00000 - 65535 Opties ethernet-ontvanger 1 [101] Accountcode Ethernetontvanger 1 Standaard (0.000.000.000) De accountcode wordt gebruikt door het meldkamer om onderscheid te maken tussen de zenders. Deze accountcode wordt gebruikt bij verzending van hartslagsignalen naar de ontvanger van de meldkamer.
Pagina 201
poortnummer moet krijgen, zoals bepaald door de systeembeheerder van de meldkamer. Geldig bereik: 00000 - 65535. [106] Ethernetontvanger 1 domeinnaam Standaard ( ) Voer de domeinnaam in als 32 ASCII-tekens. Opties ethernet-ontvanger 2 [111] Accountcode Ethernetontvanger 2 Standaard (0.000.000.000) De accountcode wordt gebruikt door het meldkamer om onderscheid te maken tussen de zenders.
TEST: Programmeer de poorten van Ethernetontvanger 1 en Ethernetontvanger 2 niet met dezelfde waarde. [115] UDP lokale poort ethernetontvanger 2 Standaard (03.065) Gebruik dit onderdeel om de waarde te programmeren van de lokale uitgaande poort. Stel de waarde van deze poort in wanneer de installatie zich achter een firewall bevindt en een bepaald poortnummer moet krijgen, zoals bepaald door de netwerkbeheerder.
De DNIS wordt gebruikt in aanvulling op de accountcode om de communicator in de meldkamer te identificeren. Geldig bereik: 000000 - 0FFFFF De waardes worden ingevoerd met een 0 vooraan gevolgd door de 6-cijferige DNIS. TEST: Elke Ethernet-/mobiele ontvanger moet worden geprogrammeerd met een unieke DNIS. [203] IP-adres mobiele ontvanger 3 Standaard (000.000.000.000) Voer het IP-adres voor mobiele ontvanger 1 in.
TEST: Elke Ethernet-/mobiele ontvanger moet worden geprogrammeerd met een unieke DNIS. [213] IP-adres mobiele ontvanger 4 Standaard (000.000.000.000) Voer het IP-adres voor mobiele ontvanger 4 in. Dit adres wordt door de meldkamer geleverd. De indeling bestaat uit 4 velden, elk veld bevat een 3-cijferige decimaal. Geldig bereik: 000 - 255. TEST: Wanneer er een geldig IP-adres is ingevoerd, wordt mobiele ontvanger 2 ingeschakeld en zal deze gebeurtenissen communiceren via het mobiele pad.
[224] Tijd mobiele testuitzending Standaard (9.999) Voer een 4-cijferige waarde in met de 24-uur tijdsindeling (UUMM) om de tijd voor de testuitzending in te stellen. Geldig bereik: 00-23 voor de uren (HH) en 00-59 voor de minuten (MM). TEST: Voer 9999 of FFFF in deze sectie in om de tijd voor de testuitzending uit te schakelen. De interne datum en tijd worden alleen automatisch geprogrammeerd door de primaire ontvanger.
Pagina 206
[424] Sms-label sessie 1 Standaard (11.111.111) Dit onderdeel wordt gebruikt om de integratiesessie te herkennen bij een integrator van derden. [425] Omschakelopties 2 integratie sessie 1 De omschakelopties in deze sectie worden gebruikt om het gebruikte pad voor integratie met toepassingen van derde partijen in te schakelen en te configureren.
Dit onderdeel wordt gebruikt om de inkomende poort voor integratie via TCP te programmeren. [450]-[460] herhaling [423]-[433] voor sessie 2 [477]-[4873] herhaling [423]-[433] voor sessie 3 [504]-[514] herhaling [423]-[433] voor sessie 4 [691] - [694] Sessie 1 tot en met 4 controle meldingen [1] –...
Pagina 208
[980] – Herstellen codes radio Waarden in dit gedeelte bieden de geschiedenis van het opstarten van de mobiele radio. Deze ingangen kunnen worden gebruikt voor het oplossen van problemen wanneer de mobiele connectiviteit wordt onderzocht. [981] – Soort radio [982] – Firmwareversie radio De firmwareversie van de radio is vereist voor identificatie en wanneer de firmware van de radio wordt geüpgraded.
Pagina 209
Tabel 40: Responscodebeschrijvingen en overeenkomende acties Responscode Beschrijving van responscode Overeenkomstige actie Systeemfirmware update Tenminste één module is niet mislukt bijgewerkt. Gebruik DLS om de firmware nogmaals bij te werken voor de betreffende module. Systeemfirmware update Tenminste één module heeft mislukt - module niet gevonden niet gereageerd tijdens het bijwerken van de firmware.
Tabel 40: Responscodebeschrijvingen en overeenkomende acties Responscode Beschrijving van responscode Overeenkomstige actie Firmwarebestand is leeg Geen actie vereist. Communicator heeft momenteel geen firmware- bestanden. Firmware wordt gedownload Geen actie vereist. Communicator is momenteel firmware aan het downloaden. De tabel toont indicatorcodes voor firmware-updates en de betekenis van elke code. De communicator kan paneel- en communicatorfirmware bijwerken.
Pagina 211
Tabel 41: Radiosignaalsterkte - Cijfers 1 en 2 Signaalnive Signaal Signaal Signaalster Signaalnive Actie CSQ-niveau Indicator 1 Indicator 2 au [dBm] Status vereist Geen signaal 0 -108,8 slecht Controleer alle antenneverb indingen. Controleer of het mobiele netwerk beschikbaar is in het gebied.
Pagina 212
Tabel 43: Probleemindicator - cijfers 4 en 5 Getal Vermoedelijke Probleemomschrijving en Probleemindicatie probleemindicatie oorzaken mogelijke oplossingen Geen indicatie Geen voeding Voer de volgende controles uit om dit probleem op te lossen: • Controleer de elektrische aansluitingen tussen het paneel en de communicator. •...
Pagina 213
Tabel 43: Probleemindicator - cijfers 4 en 5 Getal Vermoedelijke Probleemomschrijving en Probleemindicatie probleemindicatie oorzaken mogelijke oplossingen Gele led knippert 5 Mobiel probleem Voer de volgende controles uit keer om dit probleem op te lossen: • Controleer of het mobiele netwerk in de omgeving actief •...
Pagina 214
Tabel 43: Probleemindicator - cijfers 4 en 5 Getal Vermoedelijke Probleemomschrijving en Probleemindicatie probleemindicatie oorzaken mogelijke oplossingen Gele led knippert 7 Ontvanger niet Voer de volgende controles uit keer beschikbaar om dit probleem op te lossen: • Controleer of de ethernetkabel is verbonden met internet.
Pagina 215
Tabel 43: Probleemindicator - cijfers 4 en 5 Getal Vermoedelijke Probleemomschrijving en Probleemindicatie probleemindicatie oorzaken mogelijke oplossingen Gele led knippert 9 FTC-probleem Dit probleem geeft aan dat alle keer communicatiepogingen naar alle geprogrammeerde ontvangers voor door de communicator gegenereerde gebeurtenissen zijn mislukt.
Pagina 216
Herstellen radio Radio verbonden met netwerk Ontvanger 1 opgestart Ontvanger 2 opgestart Ontvanger 3 opgestart Ontvanger 4 opgestart De opstartstatuscode 12-45--- van de radio betekent bijvoorbeeld dat de radio is opgestart, dat ze een SMS-signaal van C24 Communicatie heeft ontvangen, dat de radio is verbonden met het netwerk en dat ontvanger 1 is opgestart.
Pagina 217
[993] - IP-adres ethernetgateway Dit gedeelte toont het IP-adres voor de Ethernetverbinding. Deze waarde wordt in sectie [001] geprogrammeerd of toegewezen door DHCP. [994] – Mobiel IP-adres Dit gedeelte toont het huidige dynamische IP-adres dat is toegekend door DHCP aan de mobiele verbinding.
[899] Sjabloon programmeren Met sjabloon programmeren kunt u de minimale functies voor algemeen gebruik voorprogrammeren. Dit onderdeel wordt gebruikt om de huidige opties voor het programmeren van een sjabloon te bekijken en bepaalde systeemparameters in te stellen. Druk op de (#)-toets om de weergegeven waarde te accepteren en door te gaan naar de volgende optie.
[201]-[216] 8-uitgangen uitbreidingsmodule [301]-[330] 8-zone uitbreidingsmodule [460] Alternatieve communicator [461] Module HSM2Host [481] 2-wegaudiomodule [501]-[504] 1A voedingsmodule [521]-[524] Uitgangsmodules 1-4 met hoge stroomsterkte [551][554] 3A-voeding [601]-[616] Corbus-repeater [901] Looptestmodus installatieprogramma inschakelen/uitschakelen Deze modus test de werking van elke detector in het systeem. Ga naar sectie [901] om een looptest te initiëren.
[000] – Modules automatisch registreren Als deze modus is geselecteerd, registreert het alarmsysteem automatisch alle modules die verbonden zijn met de Corbus. Het totale aantal modules dat op dat moment is geregistreerd wordt op het toetsenpaneel weergegeven. • Ga naar subsectie [000] om het automatisch aanmelden van alle nieuwe modules te beginnen.
[101] – Toetsenpanelen [102] – 8-zone-uitbreiding modules [103] – 8-uitgangsuitbreiding modules [104] – 8-zoneuitbreiding HSM3408 module [106] – HSM2Host [108] – HSM2955 [109] – Voeding [110] – 4 hoogspanningsuitgang [111] – 3A-voedingsmodule [112] – Corbus-repeatermodule Blader na het openen van sectie [902] naar het soort module dat u wilt verwijderen (101-112). Druk op [*] om het soort module te selecteren en blader dan naar de specifieke module die u wilt verwijderen.
Druk op [*] om het soort module te selecteren en blader dan naar de specifieke module die u wilt bevestigen. Druk op [*] om naar de bevestigingsmodus te gaan. Het serienummer en positienummer van de module worden weergegeven op het toetsenpaneel en de status-leds op het apparaat knipperen.
Pagina 223
Diagnose De diagnostiekfunctie voert via het toetsenpaneel van het systeem een livemeting uit van spanning, vermogen en batterijconditie voor het alarmpaneel en de apparatuur. Deze informatie kan in plaats van een multimeter worden gebruikt om problemen met het paneel en de module op te lossen. Om informatie over een specifieke module te bekijken, gaat u naar het overeenkomende gedeelte: [000] Paneel [001] Ingangsspanning/vermogen gelijkstroom...
[912] Weektest Deze functie wordt gebruikt om valse alarmen te beoordelen. Nadat er een vals alarm heeft plaatsgevonden in een zone, blokkeert de Weektestmodus alle voorwaarden voor een hoorbaar alarm of extra meldingen van valse alarmen. Er wordt ter beoordeling een verslag van het valse alarm opgeslagen in de gebeurtenisbuffer.
Pagina 225
[990] Blokkering installateur in-/uitschakelen Als deze optie is ingeschakeld, kan een installateur de hardware niet herstellen naar standaard; pogingen daartoe worden gelogd in de gebeurtenissenbuffer. Een hoorbare indicatie van blokkering van de installateur wordt gegeven als het alarmsysteem wordt ingeschakeld (het telefoonlijnrelais klikt snel). Wijzigingen van de standaardsoftware- instellingen zijn nog steeds mogelijk als blokkering van de installateur is ingeschakeld.
Blokkering systeem [012] Blokkering systeem (3-cijferige decimaal) Beschrijving op [012] Blokkering systeem Blokkering toetsenpaneel: (Bereik: 000-255; standaard 000) TEST: Voor installaties maximaal geprogrammeerde vergrendeling van 10 pogingen. Duur blokkering toetsenpaneel: (Bereik: 001-255; Standaard 000) TEST: Voor installaties minimaal geprogrammeerde duur van 2 minuten. Blokkering op afstand: (Bereik: 003-255;...
Pagina 285
☐ 8 - Brandbel gaat door [015] Systeemopties 3 Beschrijving op [015] Systeemoptie 3 ☑1 - [F]-toets ingeschakeld ☐ 2 - [P]-toetsaankondiging ☐ 3 - Snel uitlopen ☑ 4 - Snel inschakelen / functietoets ☐ 5 - Gereserveerd ☐ 6 - Hoofdcode kan niet door gebruiker worden gewijzigd ☑...
Pagina 286
☐ 4 - Meerdere treffers ☐ 5 - Laat om te sluiten ☐ 6 - Zomertijd ☐7 - Deurbel uitschakelen tijdens snelle uitloopvertraging ☐ 8 - Pieptoon bij afwezig inschakelen/ uitschakelen [018] Systeemopties 6 Beschrijving op [018] Systeemoptie 6 ☐ 1 - Uitzondering testtransmissie ☐...
Pagina 287
☐ 2 - EU-inloopprocedure ☑ 2 - EU-inloopprocedure ☐ 3 - [*] [8] Toegang terwijl ingeschakeld ☐ 4 - Reset op afstand ☐ 5 - Reset door de technicus ☐ 6 - Sleutelschakelaar uitschakelen tijdens inloopvertraging ☐ 7 - Installateurstoegang en DLS ☑...
Pagina 288
☐ 6 - 2-weg audio verbreken ☐ 7 - Storingspiepjes zijn stil ☐ 8 - Sleutelschakelaararmen in afwezigheidsmodus ☑ 8 - Sleutelschakelaararmen in afwezigheidsmodus [023] Systeemopties 11 Beschrijving op [023] Systeemoptie 11 ☐ 1 - Ready LED-flitser voor Force Arm ☐...
Pagina 290
Dinsdag: Zaterdag: Vakantie 1: ☐ Aan ☑ Uit Vakantie 3: ☐ Aan ☑ Uit 003 – Vakantieschema partitie 1 automatisch uitschakelen: Vakantie 2: ☐ Aan ☑ Uit Vakantie 4: ☐ Aan ☑ Uit (3-cijferige decimaal) 004 – Partitie 1 auto inschakelen voorwaarschuwing (standaard: 004): 005 –...
Pagina 327
[308] Gebeurtenisrapportage Beschrijving op [308] Gebeurtenisrapportage ☑ 1 - Probleem met belcircuit 302 – Paneelgebeurtenissen 2 ☑ 2 - Herstel storing belcircuit ☑ 3 - Probleem met de telefoonlijn ☑ 4 - Herstel van probleem met telefoonlijn ☑ 5 - Problemen hulpapparatuur ☑...
Programmering audiomodule [802] Programmering audiomodule 2-cijferige invoer 00 = Geen station toegewezen 01-04 voor audiostations 1-4 Standaard: 00 Stationtoewijzing zone 1: Stationtoewijzing zone 2: Stationtoewijzing zone 3: Stationtoewijzing zone 4: Stationtoewijzing zone 5: Stationtoewijzing zone 6: Stationtoewijzing zone 7: Stationtoewijzing zone 8: Stationtoewijzing zone 9: Stationtoewijzing zone 10: Stationtoewijzing zone 11:...
Pagina 348
Stationtoewijzing zone 37: Stationtoewijzing zone 38: Stationtoewijzing zone 39: Stationtoewijzing zone 40: Stationtoewijzing zone 41: Stationtoewijzing zone 42: Stationtoewijzing zone 43: Stationtoewijzing zone 44: Stationtoewijzing zone 45: Stationtoewijzing zone 46: Stationtoewijzing zone 47: Stationtoewijzing zone 48: Stationtoewijzing zone 49: Stationtoewijzing zone 50: Stationtoewijzing zone 51: Stationtoewijzing zone 52: Stationtoewijzing zone 53:...
Pagina 349
Stationtoewijzing zone 78: Stationtoewijzing zone 79: Stationtoewijzing zone 80: Stationtoewijzing zone 81: Stationtoewijzing zone 82: Stationtoewijzing zone 83: Stationtoewijzing zone 84: Stationtoewijzing zone 85: Stationtoewijzing zone 86: Stationtoewijzing zone 87: Stationtoewijzing zone 88: Stationtoewijzing zone 89: Stationtoewijzing zone 90: Stationtoewijzing zone 91: Stationtoewijzing zone 92: Stationtoewijzing zone 93: Stationtoewijzing zone 94:...
Pagina 350
Stationtoewijzing zone 119: Stationtoewijzing zone 120: Stationtoewijzing zone 121: Stationtoewijzing zone 122: Stationtoewijzing zone 123: Stationtoewijzing zone 124: Stationtoewijzing zone 125: Stationtoewijzing zone 126: Stationtoewijzing zone 127: Stationtoewijzing zone 128: Stationtoewijzing zone 129: Stationtoewijzing zone 130: Stationtoewijzing zone 131: Stationtoewijzing zone 132: Stationtoewijzing zone 133: Stationtoewijzing zone 134: Stationtoewijzing zone 135:...
Pagina 351
Stationtoewijzing zone 160: Stationtoewijzing zone 161: Stationtoewijzing zone 162: Stationtoewijzing zone 163: Stationtoewijzing zone 164: Stationtoewijzing zone 165: Stationtoewijzing zone 166: Stationtoewijzing zone 167: Stationtoewijzing zone 168: Stationtoewijzing zone 169: Stationtoewijzing zone 170: Stationtoewijzing zone 171: Stationtoewijzing zone 172: Stationtoewijzing zone 173: Stationtoewijzing zone 174: Stationtoewijzing zone 175: Stationtoewijzing zone 176:...
Pagina 352
Stationtoewijzing zone 201: Stationtoewijzing zone 202: Stationtoewijzing zone 203: Stationtoewijzing zone 204: Stationtoewijzing zone 205: Stationtoewijzing zone 206: Stationtoewijzing zone 207: Stationtoewijzing zone 208: Stationtoewijzing zone 209: Stationtoewijzing zone 210: Stationtoewijzing zone 211: Stationtoewijzing zone 212: Stationtoewijzing zone 213: Stationtoewijzing zone 214: Stationtoewijzing zone 215: Stationtoewijzing zone 216: Stationtoewijzing zone 217:...
Pagina 353
Stationtoewijzing zone 242: Stationtoewijzing zone 243: Stationtoewijzing zone 244: Stationtoewijzing zone 245: Stationtoewijzing zone 246: Stationtoewijzing zone 247: Stationtoewijzing zone 248: [802] Optie 1 activering 2-wegaudio 1 - ☐ Sabotage 2 - ☐ Toekomstig gebruik 3 - ☑ [A] Sleutelalarm 4 - ☑...
Draadloze programmering [804] Draadloze programmering 000 – WLS apparaatregistratie Zones: (Selecties) Zone #: Deze sectie geeft een overzicht Zonedefinitie: van de programmering van (2-cijferige decimaal) Partitietoewijzing: draadloze apparatuur. Zie de (14 x 2) Zonelabel: bijbehorende bladen voor installatie van de apparatuur WLS-sleutels (selectie) WLS-sleutels #: en de installatieaanwijzingen...
Probleemoplossing Testen • Systeem inschakelen • Programmeer de gewenste opties (zie Beschrijvingen programmering) • Schakel de zones handmatig uit en herstel deze • Controleer of de juiste meldingscodes naar de meldkamer zijn verzonden Probleemoplossing Programmeerbaar bericht lcd-toetsenpaneel: • Druk op [*][2], indien nodig gevolgd door de toegangscode, om een probleem te bekijken •...
Pagina 376
Probleem [1] onderhoud vereist Druk op [01] om specifieke problemen vast te stellen [03] Verlies van klok Het programmeren van tijd en datum: Voer [*][6][Mastercode] in en druk op [01]. De interne klok van de alarmcontroller is niet ingesteld Voer de datum en tijd (24-uurs klok) in met de volgende indeling: UU:MM MM/ DD/JJ voorbeeld voor 18:00, 29 juni 2019: voert u in: [18] [00] [06] [29] [19]...
Pagina 377
Probleem [2] – Probleem batterij module Druk op [02] om specifieke problemen vast te stellen [04] 4 Hoge stroomuitgang 1-4 Batterij Verifieer dat de over de ingangsaansluitingen voor gelijkspanning gemeten bijna leeg (HSM2204) spanning 16 - 18 V DC bedraagt. Vervang indien nodig de lichtnetadapter HSM65W Batterij HSM2204 minder dan 11,5 V DC.
Pagina 378
Probleem [2] – Probleem batterij module Druk op [02] om specifieke problemen vast te stellen [14] HSM3350 batterij 2 bijna leeg Controleer of de over de ingangsaansluitingen voor gelijkspanning gemeten spanning 16-18 VAC bedraagt. Vervang indien nodig de lichtnetadapter HSM65W Voer 14 in om te bekijken welke HSM3350 een batterijspanning van minder dan 11,5 Sluit de batterij aan en ontkoppel de wisselstroom.
Pagina 379
Probleem [3] probleem busspanning Druk op [03] om specifieke problemen vast te stellen Storing Probleemoplossing [01] Bus met lage spanning HSM2HOST Zorg ervoor dat de spanning op de module hoger dan de vermelde limieten is. De draadloze 2-wegintegratiemodule Zorg ervoor dat de bedrading niet te lang is. heeft een spanning van minder dan 6,3 V Controleer de spanning van de batterij van het paneel.
Pagina 380
Probleem [4] geen wisselstroom Druk op [04] om specifieke problemen vast te stellen Storing Probleemoplossing [01] Zone 1-248 AC Controleer of de spanning gemeten op de gelijkstroomingangsaansluitingen 16-20 VDC is. Vervang indien nodig de lichtnetadapter HSM65W. [03] Sirene 1-16 AC Zorg er bij de modules HSM2204 of HSM2300 voor dat er een transformator van [04] Repeater 1-8 AC 40 VA 16,5 V AC wordt gebruikt.
Pagina 381
Probleem [05] Storingen van apparaten Druk op [05] om specifieke problemen vast te stellen [09] CO-probleem Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van het CO-apparaat voor stappen voor probleemoplossing van het probleem lage gevoeligheid. Voer 09 in voor het bekijken van de zone of een draadloos CO-apparaat dat zich in probleem lage gevoeligheid bevindt.
Pagina 382
Probleem [8] RF-overtreding Druk op [08] om specifieke problemen vast te stellen Storing Probleemoplossing [01] Zone 1-248 fouten Open/sluit het apparaat, druk op een toets op het toetsenpaneel of manipulatie/ herstel. [02] Storingen bedieningspaneel 1-32 Zorg ervoor dat het apparaat fysiek aanwezig is. [03] Sirene 1-16 storingen Controleer op storingen bij het apparaat (bijv.
Pagina 383
Probleem 11 – Communicatie Druk op [11] om specifieke problemen vast te stellen Storing Probleemoplossing [01] Probleem telefoonlijn Meet de spanning tussen TIP en RING op het paneel: Spanning telefoonlijn op TIP, RING op Geen telefoon van de haak – 50 V DC (ongeveer). hoofdpaneel minder dan 3 V DC.
Pagina 384
Probleem 11 – Communicatie Druk op [11] om specifieke problemen vast te stellen [07] Ontvanger 1-4 Supervisie Dit probleem wordt aangegeven wanneer toezicht is ingeschakeld en het apparaat niet in staat is om met succes met de ontvanger te communiceren. Het alarmsysteem verliest de communicatie met een ethernet- of Neem contact op met de meldkamer als dit probleem aanhoudt.
Pagina 385
TEST: Zorg ervoor dat u het type en de versie van de alarmcontroller (bijvoorbeeld HSM3032 V1.1) en de lijst met modules die op het bedieningspaneel zijn aangesloten (bijvoorbeeld HSM2108, HSM2HOSTx enzovoort) beschikbaar heeft voordat u contact opneemt met de klantenondersteuning. U kunt het versienummer oproepen door op een willekeurig lcd- toetsenpaneel [*][Installateurscode][900] in te voeren.
Rapportagecodes De volgende tabellen bevatten rapportagecodes voor contact-id en automatische SIA-indeling. [308] Gebeurtenisrapportage voor gebeurtenisrapportagecodes. Contact-id Elk van de cijfers geeft specifieke informatie over het signaal weer. Bijvoorbeeld, als zone 1 een in- of uitgangspunt is, dan bevat de gebeurteniscode [34]. De meldkamer zou het volgende ontvangen: * INBR - IN-/UITGANG - 1 waar de “1”...
Pagina 387
Codes automatisch Codes automatisch Sectie # Definitie Richting kiezer* contact-id rapporteren SIA** [308]-[101] HSM2300: E (3) 41- (621-624) ES- (0621-0624) Voedingsmodule # 1-4 R (3) 41- (621-624) EJ- (0621-0624) sabotage / hersteld [308]-[101] HSM2955: audiomodule E (3) 41-553 ES-0553 gemanipuleerd/ R (3) 41-553 EJ-0553 hersteld...
Tabellen voor sjabloonprogrammering De volgende tabellen geven de programmeeropties voor cijfers 1 - 5 van de sjabloonprogrammering weer. Cijfer 1 – opties voor definitie zones 1 - 8 TEST: Een '0' op de plaats van cijfer 1 geeft aan dat de eerste 8 zones de standaardzonedefinities van het paneel gebruiken.
DLS/leiding Geselecteerde Openingen/ Herstellen in/uit Optie Algemeen problemen sluitingen zonealarm installateur ü ü ü ü ü ü ü ü ü ü ü ü ü ü ü ü betekent inbegrepen, blanco betekent standaardinstelling, X betekent uitgeschakeld Gemeenschappelijke groep Gemeenschappelijke groep Gemeenschappelijke groepsprogrammering Stel alle rapportagecodes in op automatisch [308] Gebeurtenisrapportage - alle gebeurtenissen aan...
Pagina 403
Gemeenschappelijke groep Gemeenschappelijke groepsprogrammering Onderhoud gespreksrichtingen ingeschakeld [309][001] Onderhoud - bit 1 ontvanger 1 - aan [309][001] Onderhoud - bit 2 ontvanger 2 - uit [309][001] Onderhoud - bit 3 ontvanger 3 - uit [309][001] Onderhoud - bit 4 ontvanger 4 - uit Testuitzending gespreksrichtingen [309][002] Testuitzending - bit 1 ontvanger 1 - uitgeschakeld...
Geselecteerde problemengroep Programmering geselecteerde problemen Brand, alarm [308][311] - Bit 3 brandprobleem - aan [308][311]- Bit 4 herstellen brandprobleem - [308][305] - Bit 3 2W rookprobleem - aan [308][305] - Bit 4 2W rookprobleem herstellen - aan Probleem hulpvoeding [308][302] - Bit 5 probleem AUX paneel - aan [308][302] - Bit 6 herstellen probleem AUX paneel - aan [308][332] - Bit 5 probleem AUX-module - aan...
Programmering leiding in/uit DLS/ Herstellen groep zonealarm installateur Herstellen rapportagecodes zonealarmen [307][001] - Bit 2 herstellen alarm - uit [307][002] - Bit 2 herstellen alarm - uit [307][003] - Bit 2 herstellen alarm - uit [307][004] - Bit 2 herstellen alarm - uit [307][005] - Bit 2 herstellen alarm - uit [307][006] - Bit 2 herstellen alarm - uit [307][007] - Bit 2 herstellen alarm - uit...
Pagina 406
Optie Programmeersectie Instelling DLS-aansluiting/-terugbellen [401] Optie 1 AAN Dubbelgesprek ingeschakeld Optie 3 AAN Terugbellen ingeschakeld Optie 4 UIT Door de gebruiker geïnitieerde oproepen [406] 008 uitgeschakeld Aantal keren overgaan voor beantwoording is [401] Optie 1 AAN Dubbelgesprek ingeschakeld Optie 3 UIT Terugbellen uitgeschakeld Optie 4 AAN Door gebruiker geïnitieerd oproepen...
Pagina 407
21. Alle informatie in de sjabloonprogrammering wordt hersteld naar de standaardinstellingen nadat de een herstel van de standaardinstellingen van de hardware of software is uitgevoerd. De 5-cijferige code voor sjabloonprogrammering is standaard op 0000000 ingesteld. TEST: Door op de toets hekje (#) te drukken gaat u verder door de sjabloonprogrammering en accepteert u wat op deze locaties wordt weergegeven, waardoor mogelijk gewenste programmering wordt overschreven.
Wettelijke goedkeuringen Wettelijke goedkeuringen FCC-CONFORMITEITSVERKLARING VOORZICHTIG: Wijzigingen of aanpassingen die niet uitdrukkelijk zijn goedgekeurd door Digital Security kunnen uw bevoegdheid om deze apparatuur te gebruiken tenietdoen. Deze apparatuur is getest en in overeenstemming bevonden met de limieten voor een digitaal apparaat van klasse B, conform Deel 15 van de FCC-voorschriften.
van de REN's niet groter zijn dan vijf (5,0). Neem contact op met de lokale telefoonmaatschappij, om zeker te zijn van het aantal apparaten dat op een lijn kan worden aangesloten, zoals bepaald door het totale aantal REN's. Voor producten die na 23 juli 2001 zijn goedgekeurd, maakt het REN voor dit product deel uit van het product-id met de notatie.
Verklaring Innovation, Scientific and Economic Development Canada (ISED) OPMERKING: Deze apparatuur, HS3032/HS3128/HS3248, voldoet aan de toepasselijke technische specificaties voor eindapparatuur van ISED Canada. Dit wordt bevestigd door het registratienummer. De afkorting IC voor het registratienummer geeft aan dat de registratie is uitgevoerd op basis van een Verklaring van overeenstemming waarin staat dat er wordt voldaan aan de technische specificaties van ISED Canada.
Pagina 412
uitgangsmodule, HSM2300 hulpvoeding, HSM2204 uitgangsmodule, HSM2HOST9 draadloze 2- wegzendontvanger, PG9901 binnensirene, PG9911 buitensirene en LE9080/3G9080/3H9080 mobiele en PSDN-communicatiemodule. Let op • Gebruik bij SIA FAR-installaties alleen modules/apparaten die op deze pagina worden vermeld. • Brandalarmverificatiefunctie (auto geverifieerd brandzonetype [025]) wordt niet ondersteund op 2-draads rookmelderszones, model FSA-210B(T)(S)(ST)(LST)(R)(RT)(RD)(RST)(LRST).
SIA tabel met kort overzicht Tabel 46: Tabel 5 SIA-snelle referentie Programmeersectie SIA-functie Opmerkingen Bereik/standaard Tijd verlaten Toegang tot Bereik: 45 - 255 Vereist [005]>[001], optie 3 vertragingen seconden (programmeerbaar) binnenkomst Standaard: 60 sec. en uitgang en onderbreking bel voor het systeem.
Pagina 414
Tabel 46: Tabel 5 SIA-snelle referentie Programmeersectie SIA-functie Opmerkingen Bereik/standaard Tijd verlaten en Systeemtijden en Standaard: Toegestaan voortgangsaankondigi hoorbare pieptonen Ingeschakeld ng/uitschakelen of bij vertrek kunnen extern inschakelen worden uitgeschakeld [861]>[001]-[005], optie bij gebruik van de draadloze sleutel om het systeem aanwezig in te schakelen.
Pagina 415
Tabel 46: Tabel 5 SIA-snelle referentie Programmeersectie SIA-functie Opmerkingen Bereik/standaard Venster afbreken voor Toegang tot Standaard: Vereist niet-brandzones zonekenmerken, d.w.z. Ingeschakeld [002]>[001]-[248], optie slingeruitschakeling, 7 AAN verzendvertraging en overlappende zone. Kan per zone of zonetype worden uitgeschakeld. Tijd venster afbreken - De toegang tot de Bereik: 00-45 sec.
Pagina 416
Tabel 46: Tabel 5 SIA-snelle referentie Programmeersectie SIA-functie Opmerkingen Bereik/standaard Aankondiging Toegang tot de Er werd een annulering Vereist annuleren rapportagecode voor verzonden [308]>[001], optie 8 alarm geannuleerd. Standaard: Ingeschakeld Zone-overschrijdend Schakelt Programmeren vereist Vereist [042] > Selectie 3, optie zoneoverschrijding Standaard: voor het volledige...
Tabel 46: Tabel 5 SIA-snelle referentie Programmeersectie SIA-functie Opmerkingen Bereik/standaard Wisselgesprek Toegang tot de Hangt af van de Vereist annuleren kiesreeks wordt telefoonlijn van de [382], optie 4 UIT gebruikt om gebruiker wisselgesprek Standaard: uit te schakelen. Uitgeschakeld Wisselgesprekreeks kan in [304] worden geprogrammeerd Systeemtest: Het systeem activeert...
Pagina 418
TEST: De modellen HS3032P, HS3128P, HS3248P, die bestaan uit een printplaatassemblage voor bedieningspaneel HS3032, HS3128, HS3248 met HSM2HOST8 draadloze zendontvanger die in de kunststof behuizing HSC3020CP is gemonteerd, voldoen aan de eisen van graad 2, klasse II apparatuur volgens de normen EN50131-1: 2006 + A1: 2009 + A2: 2017. De modellen HS3032P, HS3128P en HS3248P zijn door Telefication gecertificeerd conform EN50131-1: 2006 +A1:2009+A2:2017, EN50131-3:2009 type B, EN50131-6:2017 type A, EN50131-10, EN50136-2:2013 graad II, klasse II, ATS SP3 (kiezer), SP4 (ethernet), DP2 (kiezer en ethernet),...
Opmerkingen voor installaties die voldoen aan EN50136-1:2012 - uitsluitend van toepassing voor geïntegreerde telefoonlijn en ethernetcommunicatiemiddel. De communicator werkt in doorlaatmodus en erkent het alarm naar het compatibele bedieningspaneel, nadat er een erkenning van de compatibele alarmontvanger is ontvangen. Het geïntegreerde communicatiemiddel wordt bewaakt door het bedieningspaneel en wordt geprogrammeerd via het menu dat beschikbaar is via het compatibele toetsenpaneel dat is aangesloten op het alarmbedieningspaneel HS3032, HS3128, HS3248.
ingestelde periode verhindert te onderdrukken. Onderdrukken is mogelijk met een geldige toegangscode voor gebruikers. Als het systeem is ingeschakeld, gaat er een timer van 30 seconden lopen. De led op het toetsenpaneel blijft 30 seconden branden. Als het systeem is ingeschakeld, wordt de invoerprocedure gestart als de deur naar de ingangs-/uitgangsroute wordt geopend.
Pagina 421
HS3032, HS3128 en HS3248 voldoen aan de criteria voor alarmsystemen voor opeenvolgende bevestigde indringing volgens norm BS8243: 2010. Om een alarmtoestand als opeenvolgend bevestigd te beschouwen: a) Dienen de HS3032, HS3128 en HS3248 zodanig te zijn geconfigureerd dat er ten minste twee aparte alarmtoestanden worden gerapporteerd, waarbij ieder hiervan binnen de bevestigingstijd afkomstig is van een onafhankelijke detector.
Specificaties De volgende tabel geeft een overzicht van de specificaties van de PowerSeries Pro alarmcontroller. PowerSeries Pro Referentiehandleiding...
Functie Beschrijving Zoneconfiguratie 32, 128 of 248 draadloze zones Tot maximaal 8 draadloze zones. 41 zonetypen. 15 programmeerbare zonekenmerken Normaal gesloten, enkele afsluitweerstand, dubbele afsluitweerstand en drievoudige afsluitweerstand. Volledig bewaakte bedrade zone-uitbreiding met de HSM2108 of HSM3408. Volledig bewaakte draadloze zone-uitbreiding met de HSM2HOST 2-weg draadloze integratiemodule of het HS2LCDRFPROx-toetsenbord.
Pagina 426
Functie Beschrijving Opties normale en hoge laadstroom batterij. Bewaakt batterijlaadcircuit. Stroomafname 120 mA (nominaal). - printplaat bedieningspaneel PowerSeries Pro Referentiehandleiding...
Pagina 427
Functie Beschrijving Beluitgang 10,8 VDC tot 12,5 VDC (UL/ULC-toepassingen). 10 VDC tot 14 VDC (EN-toepassingen). 700 mA bewaalt (1 kΩ), stroom begrensd tot 2 A. Stabiele, gepulseerde, temporale 3 of temporele 4 cadans. Kortsluitdetectie (hardware en software). Aux + 10,8 VDC tot 12,5 VDC (UL/ULC-toepassingen). 10 VDC tot 14 VDC (EN-toepassingen).
Pagina 428
Functie Beschrijving De integrale ethernetcommunicatiepoort en optionele mobiele plug-inmodule (modellen 3G9080, 3H9080, LE9080 voor UL/ULC en 3G9080-EU, GS9080 voor EN50131-toepassingen) kunnen in dezelfde behuizing worden geïnstalleerd en geconfigureerd als primair of back-up met AES 128-bits versleuteling. Voldoet aan EN50136-1, EN50136-2 ATS-configuraties SP4, DP3. Systeembewakin Stroomuitval Zoneprobleem...
Melders en vluchtplan situeren Melders en vluchtplan situeren De volgende informatie is uitsluitend bedoeld als algemene richtlijn. Raadpleeg de lokale brandweerrichtijnen en -voorschriften bij het situeren en installeren van rook-en CO- alarmeringsinstallaties. Rookmelders Onderzoek heeft aangetoond dat alle vijandige branden in huizen in meer of mindere mate rook veroorzaken.
Afbeelding 1 Afbeelding 2 Afbeelding 3 Afbeelding 3a Afbeelding 4 Brandontsnappingsplan Er is vaak maar heel weinig tijd tussen het ontdekken van brand en het moment waarop die dodelijk wordt. Daarom is het erg belangrijk dat er een gezinsontsnappingsplan wordt ontwikkeld en geoefend.
• Zorg ervoor dat het waarschuwingssysteem voor brand goed werkt door het wekelijks te testen. Als u onzeker bent over de werking van het systeem, neem dan contact op met uw installateur. • Wij raden u aan contact op te nemen met uw plaatselijke brandweer en nadere informatie over brandveiligheid en ontsnappingsplannen op te vragen.
Pagina 432
RAADPLEEG HET INSTRUCTIEBLAD VOOR INSTALLATIE- EN GEBRUIK VAN DE CO-MELDER VOOR DE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES EN NOODINFORMATIE. PowerSeries Pro Referentiehandleiding...
Lijst met nieuwe functies Versie 1.2 • Ondersteuning voor 32 toetsenpanelen en 32 partities voor HS3248-model • Ondersteuning voor 30 HSM3408-modules • 32 HS2TCH-toetsenpanelen • Ondersteuning voor 16 HS2LCDWF-toetsenpanelen • Ondersteuning voor 16 HSM3204CX-modules voor het HS3248-paneel • Installateurscode voor communicator toegevoegd voor optie [851] [011] •...
Beperkte garantie Beperkte garantie Digital Security Controls (DSC) garandeert de oorspronkelijke koper dat gedurende een periode van 12 maanden vanaf de datum van aanschaf het product bij normaal gebruik vrij is van defecten in materialen en vakmanschap. Tijdens de garantieperiode zal DSC, naar eigen keuze, een defect product repareren of vervangen bij terugzending van het product naar de fabriek, zonder kosten voor arbeid en materiaal.
Pagina 435
In aanvulling op de onderdelen die de garantie ongeldig maken, worden de volgende onderdelen niet door de garantie gedekt: (i) vrachtkosten naar het reparatiecentrum; (ii) producten die niet zijn voorzien van het DSC-productlabel en lotnummer of serienummer; (iii) producten die zijn gedemonteerd of zodanig zijn gerepareerd dat zij de prestaties negatief beïnvloeden of adequate inspectie of tests onmogelijk maken om een garantieclaim te verifiëren.
Systeemstoringen Dit systeem is zorgvuldig ontworpen om zo effectief mogelijk te zijn. Er zijn echter omstandigheden, zoals brand, inbraak of andere soorten noodgevallen waarin het mogelijk geen beveiliging biedt. Ieder type alarmsysteem kan met opzet worden uitgeschakeld of niet naar verwachting functioneren door uiteenlopende oorzaken.
Pagina 437
Systeemgebruikers Het kan voorkomen dat een gebruiker een paniek- of noodschakelaar niet kan gebruiken vanwege een permanente of tijdelijke lichamelijke handicap, het onvermogen het apparaat op tijd te bereiken of onbekendheid met de juiste bediening. Het is belangrijk dat alle systeemgebruikers worden getraind in het juiste gebruik van het alarmsysteem en dat ze weten wat ze moeten doen wanneer het systeem een alarm aangeeft.
Pagina 438
Er kunnen zich omstandigheden voordoen waarin het systeem als bedoeld reageert, maar waarin de bewoners toch niet beschermd zijn tegen noodgevallen doordat ze niet in staat zijn om tijdig op de waarschuwingen te reageren. Als het systeem wordt bewaakt, dan is de reactie mogelijk te laat om de bewoners of hun eigendommen te beschermen.
Licentie softwareproduct Licentie softwareproduct Het SOFTWAREPRODUCT wordt zowel beschermd door auteursrechtwetgeving en internationale auteursrechtverdragen als door andere wetgeving en verdragen met betrekking tot intellectueel eigendom. Het SOFTWAREPRODUCT wordt niet verkocht, maar in licentie gegeven. 1. LICENTIEVERLENING Deze gebruiksrechtovereenkomst verleent u de volgende rechten: (a) Installatie en gebruik van de Software: voor elke licentie die u aanschaft, mag u slechts één kopie van het SOFTWAREPRODUCT installeren.
Pagina 440
Alle rechten met betrekking tot de titel en het intellectuele eigendom van het SOFTWAREPRODUCT (inclusief, maar niet beperkt tot alle afbeeldingen, foto's en tekst die in het SOFTWAREPRODUCT zijn opgenomen), alsmede de begeleidende gedrukte materialen en alle kopieën van het SOFTWAREPRODUCT, berusten bij DSC of zijn leveranciers.