HS3032, HS3128 en HS3248 voldoen aan de criteria voor alarmsystemen voor opeenvolgende
bevestigde indringing volgens norm BS8243: 2010.
Om een alarmtoestand als opeenvolgend bevestigd te beschouwen:
a) Dienen de HS3032, HS3128 en HS3248 zodanig te zijn geconfigureerd dat er ten minste twee
aparte alarmtoestanden worden gerapporteerd, waarbij ieder hiervan binnen de bevestigingstijd
afkomstig is van een onafhankelijke detector. Sectie [042] optie 003 (Opeenvolgende detectie),
sectie [005]>[000]. Timer inbraakverificatie ingesteld op een waarde tussen 30 en 60.
b) De twee detectors dienen aan het volgende te voldoen:
1) verschillende technologieën die overlappende dekkingsgebieden mogen hebben; of
2) dezelfde technologie zonder overlappende dekkingsgebieden.
Iedere detector moet, om als onafhankelijk te worden beschouwd, worden geconfigureerd om
alarmvoorwaarden afzonderlijk aan de HS3032, HS3128 en HS3248 te rapporteren.
De HS3032, HS3128 en HS3248 zijn in staat om met een van de volgende methoden de
voltooiing van de volledige instelprocedure te ondersteunen:
a) drukschakelaar die buiten het onder toezicht staande pand is gemonteerd. Er moet worden
voorzien in aanwijzingen voor het te programmeren zonetype voor het inschakelen via sleutel; of
b) beveiligingsschakelaar (d.w.z. deurcontact) gemonteerd op de laatste uitgangsdeur van het
gealarmeerde pand of ruimte. Gebruik zonetype 016 (laatste deur ingesteld) voor de laatste
uitgangsdeur.
In dit geval bestaat de instelprocedure uit twee fasen: het initiëren van de instelprocedure
binnen het pand onder toezicht (bijv. met behulp van draadloze sleutels PG8929, PG8939,
PG8938, PG8949 of een gebruikerscode), gevolgd door het voltooien van de instelling door een
van de twee hierboven omschreven methoden. Dit verhindert het gebruik van een getimede
uitgangsprocedure.
Als er een beschermende schakelaar (bijv. deurcontact) als methode voor het voltooien van een
instelling wordt gebruikt, dan moet het toetsenpaneel in de buurt van de laatste uitgangsdeur
worden gemonteerd, zodat de IAS direct kan worden uitgeschakeld. Waar nodig dient te worden
voorzien in aanvullende interne hoorbare indicaties (PG8911 binnensirenes), zodat personen in een
gebouw worden geïnformeerd dat de HS3032, HS3128 en HS3248 op het punt staan om te worden
ingesteld. Er dient waar nodig in aanvullende toetsenpanelen te worden voorzien, zodat als het
alarmpaneel is ingesteld er lokaal binnen het bewaakte pand middelen beschikbaar zijn om het
systeem uit te schakelen.
HS3032, HS3128 en HS3248 zijn in staat om de volgende methoden voor uitschakelen
overeenkomstig BS8243 te ondersteunen:
6.4.2 Verhindering van de toegang tot het bewaakte pand voordat de HS3032, HS3128 en HS3248
zijn uitgeschakeld. Uitschakelen met behulp van de draadloze sleutels PG8929, PG8939, PG8938,
PG8949 voordat het bewaakte pand wordt betreden veroorzaakt of laat de eerste toegangsdeur
ontgrendelen. Programmeer in Sectie [009] dat PGM1 of PGM2 worden geactiveerd wanneer het
systeem wordt uitgeschakeld en geef het magnetische slot op de toegangsdeur vrij.
PowerSeries Pro Referentiehandleiding
421