Inhoudsopgave
Advertenties
Probleem 11 – Communicatie
Storing
[01] Probleem telefoonlijn
Spanning telefoonlijn op TIP, RING op
hoofdpaneel minder dan 3 V DC.
[02] FTC-ontvanger 1-4
Het systeem was niet in staat om via een
van de ingeschakelde telefoonnummers
met een ontvanger te communiceren.
Voer [02] in om telefoonnummers te
bekijken die geen problemen kunnen
communiceren.
[03] Simkaartblokkering alternatieve
communicator
Simkaartvergrendeling is ingeschakeld
en het toestel heeft niet de juiste pincode
voor de simkaart.
[04] Alternatieve mobiele communicator
De alternatieve communicator heeft een
radio- of simkaartstoring, een probleem
met het mobiele netwerk of onvoldoende
signaalsterkte gedetecteerd.
[05] Ethernet alternatieve communicator
De alternatieve communicator heeft
gedetecteerd dat er geen netwerk
beschikbaar is.
[06] Probleem met ontvanger 1-4
Het initialiseren van de ontvanger door de
alternatieve communicator mislukt.
PowerSeries Pro Referentiehandleiding
Druk op [11] om specifieke problemen vast te stellen
Probleemoplossing
Meet de spanning tussen TIP en RING op het paneel:
Geen telefoon van de haak – 50 V DC (ongeveer).
Enige telefoon van de haak – 5 V DC (ongeveer).
Bedraad de binnenkomende lijn direct naar TIP en RING.
Als de storing verdwijnt, controleert u de bedrading of de RJ-31-
telefoonaansluiting.
Als er geen telefoonlijn op het paneel wordt gebruikt, schakel deze dan uit in
sectie [015] optie 7.
Zorg er bij gebruik van PSTN-communicatie voor dat het telefoonnummer
van de centrale meldkamer juist is geprogrammeerd. Zorg er bij gebruik van
IP of mobiel voor dat de alternatieve communicator het juiste IP en de juiste
poortnummers voor de meldkamer en APN voor mobiel heeft.
Vervang de simkaart door een die geen pincode voor simkaartblokkering heeft
geprogrammeerd.
Controleer de gebeurtenisbuffer voor bijzonderheden van het probleem.
Zorg er bij storing radio/simkaart voor dat de mobiele insteekmodule juist op
het paneel is aangesloten en dat de simkaart goed in de juiste oriëntatie is
geplaatst.
Zorg er bij een mobiel netwerkprobleem voor dat de juiste mobiele APN is
geprogrammeerd en dat de simkaart is geactiveerd.
Zorg er bij onvoldoende signaalsterkte voor dat de antenne juist is aangesloten
en dat de eenheid is gemonteerd op een locatie die een sterk signaal naar de
dichtstbijzijnde mobiele toren toestaat.
Raadpleeg de internetaanbieder om te bevestigen dat de internetservice in het
gebied actief is.
Zorg ervoor dat de ethernetkabel goed in de RJ45-aansluitingen van de
communicator en de hub/router/switch is gestoken.
Controleer of het lampje voor de verbinding op de hub/router/switch AAN is. Als
het lampje voor de verbinding UIT is, start dan de hub/router/switch op.
Als DHCP wordt gebruikt, zorg er dan voor dat het apparaat een toegewezen
IP-adres van de server heeft. Controleer in sectie [851] [992] of er een
geldig IP-adres is geprogrammeerd. Zo niet, neem dan contact op met de
netwerkbeheerder.
Als het probleem aanhoudt, vervang dan de ethernetkabel en RJ45-connector.
Zorg ervoor dat het ethernetpad internetverbinding heeft.
Bevestig bij gebruik van een statisch IP-adres of de gateway en het
subnetmaskering juist zijn ingevoerd.
Als het netwerk een firewall heeft, controleert u of het netwerk de
geprogrammeerde uitgaande poorten open heeft staan (standaard UDP-poort
3060 en poort 3065).
Zorg ervoor dat alle mobiele ontvangst-APN's zijn geprogrammeerd met de
door de mobiele aanbieder verschafte naam van het toegangspunt.
Als Gemeenschappelijke modus wordt gebruikt en slechts één pad wordt
geïnitieerd terwijl het andere pad niet succesvol is, genereer dan een
handmatige testtransmissie over beide paden of schakel de communicator uit
om het probleem "Ontvanger niet beschikbaar" te herstellen.
383
Advertenties
Inhoudsopgave
Probleemoplossen
