7 - Gebeurtenisbuffer volgt slinger-uitschakeling
AAN: Zodra een gebeurtenis de ingestelde limiet voor het uitschakelen van de slinger bereikt
Communicatievariabelen, zal het niet langer gebeurtenissen in de gebeurtenisbuffer loggen totdat
het uitschakelen van de slinger is gereset. Dit voorkomt dat de gebeurtenisbuffer wordt gevuld met
valse gebeurtenissen.
UIT: De gebeurtenisbuffer blijft gebeurtenissen in de buffer registreren, zelfs nadat de gebeurtenis
in slingerafsluiting is gegaan.
8 – Tijdelijke drievoudige brandsignalering
AAN: Alle brandbellen klinken in het Temporal Three Pattern. De toon klinkt als volgt: (500 ms AAN,
500 ms UIT, 500 ms AAN, 500 ms UIT, 500 ms AAN, 1,5 sec UIT).
UIT: Alle brandbellen klinken met de standaard brandbeltoon van 1 seconde aan/1 seconde uit.
TEST: Deze moeten aan zijn voor UL/ULC-installaties.
[014] Systeemoptie 2
1 - Pieptoon
AAN: De sirene laat een enkele pieptoon horen wanneer deze is ingeschakeld, inclusief auto-
alarminschakeling, en laat een dubbele pieptoon horen wanneer deze is uitgeschakeld.
Wanneer het systeem is uitgeschakeld, laat de sirene een reeks van drie pieptonen horen om
alarmen in het geheugen aan te geven.
UIT: De sirene laat geen pieptoon horen bij het in- of uitschakelen.
NA
TEST:
Voor UL / ULC, moet zijn ingeschakeld als draadloze sleutels worden gebruikt met
het alarmsysteem.
2 - Pieptoon auto-alarminschakeling
AAN: De sirene laat eens per 10 seconden een pieptoon horen tijdens de vooralarmtijd bij auto-
alarminschakeling.
UIT: De sirene laat geen pieptoon horen tijdens de vooralarmtijd bij auto-alarminschakeling.
3 - Pieptoon bij vertrek
AAN: De sirene laat eens per seconde een pieptoon horen tijdens de uitgangsvertraging en
verandert in de laatste 10 seconden naar 3 pieptonen per seconde.
UIT: De sirene laat geen pieptoon horen bij uitgangsvertragingen.
4 – Pieptoon bij binnenkomst
AAN: De sirene pulseert met dezelfde timing als de zoemer van het toetsenpaneel tijdens de
toegangsvertraging en verandert in de laatste 10 seconden naar 3 pieptonen per seconde.
UIT: De sirene wordt niet geactiveerd tijdens de toegangsvertraging.
5 – Pieptoon bij probleem
AAN: Wanneer er sprake is van een probleem met het systeem, laat de sirene 2 keer per 10
seconden een pieptoon horen (volgens de zoemer van het toetsenpaneel).
De sirene wordt stil gezet nadat de pieptonen van het toetsenpaneel zijn uitgezet (elke willekeurige
toets die op het toetsenpaneel wordt ingedrukt).
UIT: De sirene wordt niet geactiveerd als er sprake is van een probleem.
148
PowerSeries Pro Referentiehandleiding
[377]