Tabel 31: Probleem 13 AUX-problemen
Probleem-optie
Probleemomschrijving
[11]
HSM3204CX: de AUX-uitgangsspanning van de Corbus-repeater valt buiten het
bereik.
[12]
Probleem AUX 1 HSM3350: de AUX-uitgangsspanning van de 3A-voeding valt
buiten het bereik.
[13]
Probleem AUX 2 HSM3350: de AUX-uitgangsspanning van de 3A-voeding valt
buiten het bereik.
Tabel 32: Probleem 14 probleem grenswaarde overschreden
Probleem-optie
Probleemomschrijving
[01]
Interactieve zone: Het aantal op het paneel geconfigureerde zones wordt niet
ondersteund door de Alarm.com-firmware (bijvoorbeeld >220).
[02]
Interactieve partitie: Het aantal op het paneel geconfigureerde partities wordt
niet ondersteund door Alarm.com-firmware (bijvoorbeeld >8)
TEST: Zorg ervoor dat u het type en de versie van de alarmcontroller (bijvoorbeeld HS3032,
1.1) en de lijst met modules die op het bedieningspaneel zijn aangesloten (bijvoorbeeld
HSM2108, HSM2HOSTx enzovoort) beschikbaar hebt voordat u contact opneemt met de
klantenondersteuning. U hebt toegang tot het versienummer door op een toetsenpaneel
[*][Installateurscode][900] in te voeren. Deze informatie staat ook op een sticker op de
printplaat.
[*][3] Weergave alarmgeheugen
Het geheugenlampje knippert wanneer er zich tijdens de laatste ingeschakelde periode of terwijl
het paneel was uitgeschakeld (24 uur-zones) een gebeurtenis alarm, manipulatie of storing heeft
voorgedaan. Druk op [*][3] om zones in het alarmgeheugen te bekijken. Het geheugen wissen
en het systeem in- en uitschakelen. Bij het bekijken van alarmen in het geheugen, geven de lcd-
toetsenpanelen de laatste zone aan die als eerste in alarm is gegaan, gevolgd door andere alarmen
in numerieke volgorde.
Deze functie kan worden geprogrammeerd om een toegangscode te vragen. Zie
Systeemoptie
11, optie 6 voor details.
Een programmeerbare functietoets kan worden geconfigureerd om alarmen in het geheugen weer
te geven. Zie
Functietoetsen toetsenpaneel
[*][4] Deurbel in-/uitschakelen
Wanneer deze functie is ingeschakeld, laat het toetsenpaneel een toon horen wanneer een als
deurbeltype geprogrammeerde zone wordt geopend of gesloten. Als u op [*][4] drukt wordt er
gewisseld tussen ingeschakeld en uitgeschakeld. Het kenmerk deurbel voor iedere zone wordt in
sectie [002], subsecties [001]-[248] optie 4 geprogrammeerd.
Er kan ook een functietoets worden geprogrammeerd om deze functie te activeren/deactiveren. Zie
Functietoetsen toetsenpaneel
vereisen. Zie
[023] Systeemoptie
De volgende geluiden kunnen voor de bel worden geselecteerd:
•
piept
•
"Bing-bong"
•
"Ding-dong"
PowerSeries Pro Referentiehandleiding
voor bijzonderheden.
voor bijzonderheden. Deze functie kan mogelijk een toegangscode
11, optie 7 voor bijzonderheden.
[023]
93