Dwangcode
Converteert standaardgebruikerscode naar dwangcode. Zie
bijzonderheden.
Overbrugging zone
Gebruikers met dit kenmerk kunnen zones overbruggen. Sectie [023] optie 4, toegangscode vereist
voor [*] [1], moet ingeschakeld zijn om dit kenmerk te gebruiken.
Bel squawk
Wanneer deze optie wordt toegewezen, dan piept de hoofdbel wanneer het alarmsysteem op
afwezig wordt ingeschakeld. Gebruik bijvoorbeeld het kenmerk pieptoon in-/uitschakelen om
ervoor te zorgen dat toegangscodes voor draadloze sleutels de bel laten snerpen, terwijl andere
codes stil zijn. Om dit te doen schakelt u dit kenmerk in op alle toegangscodes die zijn gekoppeld
aan draadloze sleutels. Deze optie is standaard voor alle toegangscodes uitgeschakeld.
TEST: Een keer snerpen geeft aan dat het inschakelen is afgerond; twee keer snerpen geeft
aan dat het uitschakelen is voltooid. Deze functie is onafhankelijk van de systeemoptie
'Pieptoon bij inschakelen afwezig'. Zie
De kenmerken van de mastercode kunnen niet vanuit de standaardwaarden worden gewijzigd.
Pieptoon is standaard uit.
Eenmalige gebruikerscode
Converteert standaard gebruikerscode in een code voor eenmalig gebruik. Zie
toegangscodes
voor bijzonderheden. Gebruik deze code niet voor gebruikers met toegewezen
draadloze sleutels.
Met behulp van een lcd-toetsenpaneel
1.
Druk op [*][5][mastercode].
2.
Gebruik de navigatietoetsen om een gebruiker te kiezen (02-1000) en druk op [*] om te
selecteren.
3.
Blader naar "Druk op [*] voor gebruikersopties" en druk op [*] om te selecteren.
4.
Blader naar een gebruikerskenmerk en druk op [*] om dit in of uit te schakelen.
Gebruikerslabels toevoegen
Er kunnen voor iedere gebruiker aangepaste labels worden geprogrammeerd, om ze makkelijker
op het alarmsysteem te identificeren. Labels kunnen maximaal 16 tekens lang zijn.
Met behulp van een lcd-toetsenpaneel
1.
Druk op [*][5] en selecteer vervolgens een gebruiker (02 -1000).
2.
Druk op het scherm "Druk op [*] voor gebruikerslabels" op [*].
3.
Toets het aangepaste gebruikersinterfacelabel in. Zie voor instructies over het invoeren van
labels
[000] Labels programmeren
Proximitytags toewijzen
Deze sectie wordt gebruikt voor het toewijzen van proximitytags aan gebruikers.
Met behulp van een lcd-toetsenpaneel
1.
Selecteer in menu [*][5] een gebruiker of voer er een gebruikersnummer in.
2.
Selecteer "Druk op [*] voor proximitytag", en stuur de geregistreerde tag door naar de
taglezer op het toetsenpaneel. Een proximitytag kan aan slechts één gebruiker tegelijk
worden toegewezen.
PowerSeries Pro Referentiehandleiding
Typen toegangscodes
[017] Systeemoptie 5
voor
Typen
97