ingestelde periode verhindert te onderdrukken. Onderdrukken is mogelijk met een geldige
toegangscode voor gebruikers. Als het systeem is ingeschakeld, gaat er een timer van 30
seconden lopen. De led op het toetsenpaneel blijft 30 seconden branden. Als het systeem is
ingeschakeld, wordt de invoerprocedure gestart als de deur naar de ingangs-/uitgangsroute wordt
geopend. Het systeem wordt uitgeschakeld met een geldige toegangscode voor gebruikers of een
geregistreerde, draadloze sleutel. Het alarmsysteem ondersteunt geen prioritering van indicaties.
Maskeringssignalen worden verwerkt als indringerssignalen.
Verklaring van Overeenstemming VK
In het VK is dit product geschikt voor systemen die zijn geïnstalleerd volgens PD 6662:2017 op
graad 3 en milieuklasse II, met de volgende meldingsopties: Let indien de HS3032, HS3128 en
HS3248 met een signaleringsmethode met één pad (zoals de geïntegreerde digitale kiezer) worden
gebruikt op de volgende beperking:
Houd rekening met het feit dat storing of het compromitteren van enkelvoudige
padsignalering niet kan worden doorgegeven aan de politie. Zolang de storing aanhoudt,
kunnen hierop volgende alarmen niet aan de meldkamer en daarna aan de politie worden
doorgegeven.
Methoden voor het inschakelen
De HS3032, HS3128 en HS3248 zijn in staat om met een van de volgende methoden de voltooiing
van de volledige instelprocedure te ondersteunen:
a) drukschakelaar die buiten het onder toezicht staande pand is gemonteerd; of b)
beveiligingsschakelaar (d.w.z. deurcontact) gemonteerd op de laatste uitgangsdeur van het
gealarmeerde pand of de gealarmeerde ruimte. De instelprocedure is een proces met twee fasen:
het initiëren van de instelprocedure binnen het bewaakte pand (bijv. met behulp van een mini-
proximitytag (MPT) of een gebruikerscode), gevolgd door het voltooien van de instelling door een
van de twee hiervoor omschreven methoden. Vraag aan de installateur welke methode voor uw
systeem is ingeschakeld.
Methoden voor het uitschakelen
De HS3032, HS3128 en HS3248 zijn geschikt voor de volgende uitschakelmethoden in
overeenstemming met BS8243:
6.4.2 Toegang tot het bewaakte pand voorkomen, voordat het alarmsysteem niet meer is ingesteld.
Uitschakelen met de draadloze sleutel vóór het binnengaan van het bewaakte pand zorgt dat/staat
toe dat de initiële toegangsdeur wordt ontsloten.
6.4.5 Voltooiing van het uitschakelen met een digitale sleutel (bijv. MPT of PG8929, PG8939,
PG8949), hetzij voor het binnengaan van het beschermde pand (gebruik PG8929, PG8939, PG8949),
hetzij na het binnengaan van het beschermde pand (gebruik MPT). De toegangsvertraging
wordt geactiveerd indien de initiële toegangsdeur wordt geopend voordat de HS3032/HS3128/
HS3248 is uitgeschakeld. Tijdens de binnenkomsttijd is het alleen mogelijk om het alarmsysteem
niet meer in te stellen met behulp van een digitale sleutel. Voltooi het uitschakelen voordat de
geprogrammeerde toegangsvertraging verstrijkt.
Indien een afstandsbediening wordt gebruikt om uw inbraakalarmsysteem op afstand
in te stellen of dit ongedaan te maken, wordt u gewezen op het feit dat de dekking van
eventuele gerelateerde verzekeringen niet geldt als er niemand in uw pand is, maar het
inbraakalarmsysteem/de inbraakalarmsystemen niet volledig is/zijn ingesteld. Wij raden u
aan om voor advies hierover contact op te nemen met uw verzekeringsmaatschappij(en).
De CIE- en meldingsapparatuur moet zodanig worden geplaatst en onder toezicht staan om het
risico op vandalisme of manipulatie te minimaliseren. De CIE-, signalerings- en netwerkapparatuur
dient zich bij voorkeur op een plaats te bevinden waar een bevestigde activering wordt
gegenereerd.
420
PowerSeries Pro Referentiehandleiding