wordt ontvangen. Als er geen gebeurtenis of hartslag ACK (bevestiging) wordt ontvangen na
(ontvanger toezichtinterval + 75 seconden), wordt een toezichtstoring aangegeven.
TEST: Ethernetontvanger 2 kan niet onder toezicht staan.
[2] Mobiele ontvanger 1 onder toezicht Standaard (UIT)
AAN: Mobiele ontvanger 1 staat onder toezicht en heartbeats worden verstuurd naar mobiele
ontvanger 1 op basis van het toezichtinterval dat is geprogrammeerd in sectie [004]. Wanneer
geen ACK (bevestiging) voor de hartslag wordt ontvangen, dan wordt de hartslag elke 5 seconden
opnieuw verzonden. Wanneer twee hartslagen achter elkaar geen ACK (bevestiging) is ontvangen
wordt de radio opnieuw ingesteld.
UIT: Mobiele ontvanger 1 staat niet onder toezicht. Wanneer het is uitgeschakeld, wordt geen
hartslag naar de ontvanger verzonden. Er wordt een toezichtstoring aangegeven.
TEST: Mobiele ontvanger 2 kan niet onder toezicht staan.
[3] Supervisietype Standaard (UIT)
AAN: Hartslag 1 (commercieel toezicht). Dit type toezicht is geschikt voor toepassingen waarbij
wisseldetectie nodig is in het toezichtpakket.
UIT: Hartslag 2 (particulier toezicht). Dit type toezicht is geschikt voor toepassingen waarbij
toezicht op het communicatiepad naar de ontvanger nodig is (geen wisseldetectie).
TEST: Commercieel toezicht verbruikt meer data dan particulier toezicht en dient alleen te
worden gebruikt wanneer dit noodzakelijk is om te voldoen aan de keuring van de installatie.
Primair pad Standaard (UIT)
AAN: Mobiel kanaal is het primaire pad. Ethernetkanaal is het secundaire pad.
UIT: Ethernetkanaal is het primaire pad in een dubbele communicator. Mobiel kanaal is het
secundaire pad.
[6] Firmware-upgrade op afstand Standaard (AAN)
AAN: De firmware van het bedieningspaneel kan op afstand worden bijgewerkt via de paden
Ethernet/mobiel.
UIT: De firmware van het bedieningspaneel kan niet op afstand worden bijgewerkt. Upgrade lokale
firmware is nog steeds mogelijk.
[7]Testverzendingen afwisselen Standaard (UIT)
AAN: Wanneer het periodieke interval voor testverzending plaatsvindt, wisselt de testverzending
tussen verzending naar de primaire en secundaire ontvangers per testverzendingsinterval.
UIT: Wanneer het periodieke interval voor testverzending plaatsvindt, wordt de testverzending
naar de geprogrammeerde ontvangers verzonden, op basis van de instellingen van de meldcodes
voor periodieke testverzending.
[8]Lage mobiele netwerkdekking-probleem. Standaard (UIT)
Deze optie maskeert de storing zwak signaal van het aanmaken van een mobiele storing.
AAN: Een gebeurtenis mobiele storing wordt aangemaakt wanneer het niveau van het radiosignaal
onder de drempelwaarde komt (gemiddeld CSQ-niveau is 4 of lager).
UIT: Een gebeurtenis mobiele storing wordt niet aangemaakt wanneer het niveau van het
radiosignaal onder de drempelwaarde komt (gemiddeld CSQ-niveau is 4 of lager).
[006] Omschakelopties 2 systeem
[1] Ethernet 1-ontvanger ingeschakeld. Standaard (AAN)
AAN: Ethernetontvanger 1 is ingeschakeld.
PowerSeries Pro Referentiehandleiding
193