120 – Afwezig ingeschakeld met status geen zone-overbrugging
Wanneer deze PGM-uitgang aan een enkele partitie is toegewezen, dan activeert deze wanneer
het systeem is ingeschakeld met actieve zones aanwezig/afwezig en nacht, en zonder overbrugde
zones.
Als dit aan meerdere partities is toegewezen, dan moeten alle partities in de modus afwezig
zonder overbrugde zones worden ingeschakeld voordat de PGM activeert. Als een gedwongen
inschakelbare zone wordt geschonden op het moment van inschakelen, dan activeert de PGM niet.
Als de zone wordt hersteld, dan activeert de PGM.
121-124 - Commando-uitgangen 1-4
Opdrachtuitgangen 1 - 4 worden door de gebruiker geactiveerd door het op enig toetsenpaneel
invoeren van [*][7][1-4]. Wanneer er een uitgang wordt geactiveerd, dan klinken er drie pieptonen
voor erkenning.
PGM-uitgangen van dit type kunnen worden geprogrammeerd om een vooraf bepaald schema te
volgen (geprogrammeerd in sectie
kan deze handmatig worden Ingeschakeld, Uitgeschakeld, of het schema verder doorlopen door
middel van [*][7].
Zie
[009] PGM-types
om een schema te selecteren voor deze PGM-uitgangen die moeten worden
gevolgd.
129 – Status partitie alarmgeheugen
Deze functie is bedoeld voor gebruik op een sleutelschakelaarplaat, met een licht dat door deze
PGM wordt aangestuurd om de systeemstatus aan te geven. Als de partitie wordt ingeschakeld,
dan wordt de uitgang geactiveerd (continu) aan het:
NA
begin van uitloopvertraging
E N
einde uitloopvertraging.
Als er zich op de ingeschakelde partitie een alarm voordoet, dan knippert de uitgang voor de rest
van de ingeschakelde periode. Als er zich op een uitgeschakelde partitie (24-uurszone) een alarm
voordoet, dan knippert de uitgang totdat het alarm wordt erkend.
Deze uitgang activeert niet tijdens een looptest of door een FMP-sleutel, overval of door hoorbare/
stille PGM2-ingangalarmen.
132 – Uitgang overval
Als er een overvalzone (type [042]) in alarm gaat, dan wordt deze uitgang geactiveerd totdat
de partitie wordt ingeschakeld (toegangscode, sleutelschakelaar, [*][0], enz.) of uitgeschakeld.
Een manipulatie of storing op een zonetype overval activeert deze uitgang niet. Deze uitgang
wordt in de looptestmodus niet geactiveerd. Als er zich een algemeen overvalalarm voordoet,
dan moet iedere partitie met toegewezen overvalzones worden in- of uitgeschakeld voordat de
overvaluitgang deactiveert. Als er zich op meerdere partities overvalalarmen voordoen, dan moet
er op iedere partitie een toegangscode worden ingevoerd voordat de uitgang deactiveert.
TEST: Niet voor gebruik met installaties met UL-/ULC-vermelding.
134 – 24-uurs stille ingang (PGM 2)
Bij deze ingang geeft het toetsenpaneel geen alarm aan, blijft de sirene stil en wordt het signaal
naar de meldkamer gestuurd. Deze ingang volgt uitschakelen slinger niet. Er is voor deze ingang
(Aux+) een 2,2 KΩ EOL-weerstand vereist. Als er zich een kortsluiting of open circuit voordoet, dan
wordt er een alarm gegenereerd.
TEST:
Niet voor gebruik met UL-installaties.
130
[601]-[604]
Schemalabels). Zelfs als de uitgang een schema volgt
PowerSeries Pro Referentiehandleiding