[03] Aanwezig inschakelen
Alleen zones buitenrand worden ingeschakeld. Interieurzones worden overbrugd, ongeacht of
vertragingszones al dan niet worden geactiveerd tijdens de uitlooptijd.
[04] Afwezig inschakelen
Alle interieur- en buitenrandzones worden ingeschakeld. CP-01-panelen vereisen een uitgang
via een vertraagde zone tijdens de uitgangsvertraging, of het systeem schakelt alleen de
buitenrandzones in.
[05] Inschakelen zonder toegang [*][9]
Alle vertraging 1- en vertraging 2-zones worden directe zones. Als er een deur of raam wordt
geopend, dan gaat het systeem direct in alarm. Deze functie wordt bijvoorbeeld gebruikt indien er
wordt verwacht dat er tijdens de ingeschakelde periode geen bewoners naar de locatie terugkeren.
Activering van deze functietoets vereist een toegangscode. Deze functie werkt alleen terwijl het
systeem is uitgeschakeld.
Zie
[*][9] Inschakelen zonder toegang
voor meer informatie.
[06] Bel aan/uit
Deze functie schakelt de deurbel in of uit en is hetzelfde als het indrukken van [*][4]. Het
alarmsysteem moet worden uitgeschakeld om deze functie te gebruiken. Als optie 7 in sectie [023]
is ingeschakeld, dan vereist deze functietoets een toegangscode.
[07] Systeemtest
Deze functie voert een systeemtest uit wanneer ingedrukt en is het equivalent van het invoeren
van [*][6][toegangscode][04]. Het alarmsysteem moet worden uitgeschakeld om deze functie te
gebruiken. Zie
[*][6] Gebruikersfuncties
voor meer informatie.
[09] Nachtstand inschakelen
Alle buitenrand- en interieurzones, met uitzondering van de nachtzones, worden ingeschakeld.
Deze toets werkt alleen wanneer het systeem is uitgeschakeld of in de modus aanwezig is
ingeschakeld.
Als er geen nachtzones zijn geprogrammeerd, dan schakelt het alarmsysteem in de modus afwezig
met een hoorbare uitgangsvertraging in. Uitgangsvertraging actief.
Inschakelen in deze modus activeert de PGM-uitgang afwezig inschakelen.
[12] Overal aanwezig inschakelen
Deze functie schakelt alle partities in die zijn toegewezen aan de gebruiker in de modus aanwezig,
op voorwaarde dat ze gereed zijn voor inschakelen. Als een partitie niet gereed is, dan kan het
systeem niet worden ingeschakeld. Bij deze optie is een toegangscode vereist.
[13] Overal afwezig inschakelen
Deze functie schakelt alle partities in die zijn toegewezen aan de gebruiker in de modus afwezig, op
voorwaarde dat ze gereed zijn voor inschakelen. Als een partitie niet gereed is, dan kan het systeem
niet worden ingeschakeld. Bij deze optie is een toegangscode vereist.
[14] Overal uitschakelen
Deze functie schakelt alle partities uit die aan de gebruiker zijn toegewezen. Bij deze optie is een
toegangscode vereist.
[15] Temperatuur
Met deze functie kan het toetsenpaneel onmiddellijk toegang verkrijgen tot het menu
temperatuurweergave.
82
PowerSeries Pro Referentiehandleiding