Bediening van het systeem
In- en uitschakelen
De volgende tabel beschrijft de verschillende methoden voor in- en uitschakelen.
Tabel 16: Methoden in-/uitschakelen
Methode
Afwezig inschakelen
Aanwezig inschakelen
Nachtstand inschakelen
Uitschakelen
Zonder toegang inschakelen
Snel inschakelen/snel verlaten
* Er is een toegangscode vereist alleen als sectie [015] optie 4 is uitgeschakeld. Zie
Systeemoptie
3.
** Zie
[*][0] Snel
inschakelen/uitlopenvoor meer informatie. Deze functie mag niet worden
gebruikt in EN50131-gecertificeerde systemen.
Zie de gebruikershandleiding PowerSeries Pro voor gedetailleerde inschakelings-/
uitschakelingsinstructies.
Partitie versus algemeen toetsenpaneel
Bedieningspanelen kunnen worden geconfigureerd om een individuele partitie of alle partities te
besturen (zie
Installatie partitie
Bediening met een enkele partitie
Toetsenpanelen voor een enkele partitie bieden toegang tot alarmfunctionaliteit voor een
toegewezen partitie.
Toetsenpanelen voor enkele partities gedragen zich als volgt:
•
Geeft de ingeschakelde toestand van de partitie weer
•
Geeft de open zones weer, indien de zone behoort tot de partitie waaraan het toetsenpaneel
is toegewezen
•
Geeft overbrugde zones weer en staat het overbruggen van zones of het creëren van
overbruggingsgroepen toe van zones die zijn toegewezen aan de partitie van het
toetsenpaneel
•
Geeft systeemprobleem weer (systeembatterij bijna leeg, storingen/manipulatie
systeemcomponenten)
•
Geeft alarmen in het geheugen weer die zich op de partitie hebben voorgedaan
•
Hiermee kan de bel worden in-/uitgeschakeld
•
Activeer de systeemtest (laat bellen afgaan/PGM's toegewezen aan de partitie)
•
Maak programmeren van labels mogelijk (gebruikerslabels voor de partitie)
PowerSeries Pro Referentiehandleiding
Beschrijving
[Toegangscode*]
[Toegangscode*]
Wanneer ingeschakeld in verblijfmodus [*][1] +
[Toegangscode*]
[Toegangscode]
[*][9] + [Toegangscode]
[*][0]**
toetsenpaneel).
gedurende 2 seconden +
gedurende 2 seconden +
[015]
77