70 Programmakenmerken
Besturings-interfaces
Programmeerbare analoge ingangen
De omvormer heeft twee programmeerbare analoge ingangen. Elk van de ingangen
kan onafhankelijk ingesteld worden als een spannings- (0/2...10V of 10...10V) of
stroom- (0/4...20mA) ingang door middel van een jumper op de JCU besturingsunit.
Elke ingang kan worden gefilterd, geïnverteerd en geschaald. Het aantal analoge
ingangen kan verhoogd worden door het gebruik van FIO-xx I/O-uitbreidingen.
Zie ook
Aansluitvoorbeelden van druksensoren
Instellingen
Parametergroep
13 Analoge ingangen
Diagnostiek
Parameters
02.04...02.13
Programmeerbare analoge uitgangen
De omvormer heeft twee programmeerbare analoge stroomuitgangen. Elke uitgang
kan worden gefilterd, geïnverteerd en geschaald. Het aantal analoge uitgangen kan
verhoogd worden door het gebruik van FIO-xx I/O-uitbreidingen.
Instellingen
Parametergroep
15 Analoge uitgangen
Diagnostiek
Parameters
02.16...02.19
Programmeerbare digitale ingangen en uitgangen
De omvormer heeft vijf digitale ingangen, een digitale ingang voor startvergrendeling,
en twee digitale ingang/uitgangen.
Eén digitale ingang (DI5) kan ook gebruikt worden als PTC thermistor ingang. Zie de
sectie
Thermische motorbeveiliging
Eén van de digitale ingang/uitgangen kan gebruikt worden als een frequentie-ingang,
de andere als een frequentie-uitgang.
Het aantal digitale ingangen/uitgangen kan verhoogd worden door het gebruik van
FIO-xx I/O-uitbreidingen.
Instellingen
Parametergroep
14 Digitale I/O
(pagina 154).
(pagina 120).
(pagina 172).
(pagina 120).
op pagina 83.
(pagina 160).
op pagina 114.