Download Print deze pagina

ABB ACQ810 Handleiding pagina 362

Advertenties

362 Foutopsporing
Fout (veldbuscode),
Code
overige informatie
0005
DC-ONDERSPANNING
(0x3220)
0006
AARDFOUT
(0x2330)
Programmeerbare fout:
Aardfout
0007
STORING VENTILATOR
(0xFF83)
0013
STROOMMEETVERST
(0x3183)
0014
BEDRAD OF
AARDFOUT
(0x3181)
Programmeerbare fout:
Bedrading of aarde
0015
NETFASE
(0x3130)
Programmeerbare fout:
Uitval netfase
0016
MOTORFASE
(0x3182)
Programmeerbare fout:
Uitval motorfase
0017
ID-RUN FOUT
(0xFF84)
Uitbreiding: 1
Oorzaak
DC-spanning in tussenkring
te laag vanwege
ontbrekende
voedingsspanningsfase,
aangesproken zekering of
een interne fout van de
gelijkrichtbrug.
De omvormer heeft
onbalans in belasting
gedetecteerd, doorgaans
30.05
veroorzaakt door een
aardfout in motor of
motorkabel.
Ventilator kan niet vrijelijk
draaien of ventilator is niet
aangesloten. Werking van
ventilator wordt
gemonitoord door meting
van de ventilatorstroom.
Verschil versterking
stroommeting tussen
uitgangsfase U2 en W2 is te
groot.
Een onjuiste ingangskabel-
en motorkabel-aansluiting,
of een aardfout in de
motorkabel of motor.
30.08
DC-spanning van
tussenkring oscilleert
vanwege een ontbrekende
30.06
hoofdfase of een
aangesproken zekering.
Motorcircuit-fout vanwege
ontbrekende
motoraansluiting (alle drie
30.04
de fasen zijn niet
aangesloten).
De motoridentificatierun is
niet met succes uitgevoerd.
De ID-run kan niet voltooid
worden omdat de
maximum-stroom instelling
en/of interne stroomlimiet
van de omvormer te laag is.
Oplossing
Controleer de voeding en de zekeringen.
Controleer dat er geen condensatoren
voor arbeidsfactorcompensatie of
afvlakcondensatoren in de motorkabel
opgenomen zijn.
Controleer motor en motorkabels op
aardfouten:
- meet de isolatieweerstanden van motor
en motorkabel.
Als er geen aardfout gedetecteerd wordt,
neem dan contact op met uw plaatselijke
ABB-vertegenwoordiger.
Controleer de werking en aansluiting van
de ventilator.
Neem contact op met uw plaatselijke
ABB-vertegenwoordiger.
Controleer de ingangskabel- en
motorkabel-aansluitingen.
Controleer de isolatieweerstand van de
motorkabel en de motor .
Controleer de hoofdzekeringen.
Controleer op onbalans van de
ingangsvoeding.
Sluit motorkabel aan.
Controleer de foutlogger voor een
uitbreiding van de foutcode. Zie
hieronder de te nemen actie voor elke
uitbreiding.
Controleer instelling van parameters
99.06 Motor nom.stroom
Maximale
stroom. Zorg er voor dat
Maximale stroom
>
99.06 Motor
nom.stroom.
Controleer dat de omvormer correct
gedimensioneerd is ten opzichte van de
motor.
en
20.05
20.05

Advertenties

loading