Nr.
Naam/Waarde
0.0 ... 200.0
25
25 Kritisch toerental
25.01
Krit.TT keuze
Deactiveren
Activeren
25.02
Krit.TT1 laag
-30000 ... 30000
rpm
25.03
Krit.TT1 hoog
-30000 ... 30000
rpm
25.04
Krit.TT2 laag
-30000 ... 30000
rpm
Beschrijving
Demping toerenregeling voor gebruikersmodus PI-tuning.
Configuratie van kritische toerentallen (of toerentalbereiken),
die vermeden worden vanwege, bijvoorbeeld, mechanische
resonantieproblemen.
Activeert/deactiveert de functie kritische toerentallen.
Voorbeeld: Een ventilator gaat trillen in het gebied van 540
tot 690 rpm en 1380 tot 1560 rpm. Om de omvormer de
vibratie-frequentiebereiken te laten overslaan:
• activeer de functie kritische frequenties,
• stel de kritische-frequentiebereiken in zoals in
onderstaande figuur.
Motortoerental
(rpm)
1560
1380
690
540
1
2
3
4
Kritische toerentallen zijn niet actief.
Kritische toerentallen zijn actief.
Bepaalt de onderlimiet voor het kritische-toerenbereik 1.
Opmerking: Deze waarde moet kleiner dan of gelijk aan de
waarde van
25.03 Krit.TT1 hoog
Onderlimiet voor kritisch toerental 1.
Bepaalt de bovenlimiet voor het kritische-toerenbereik 1.
Opmerking: Deze waarde moet groter dan of gelijk aan de
waarde van
25.02 Krit.TT1 laag
Bovenlimiet voor kritisch toerental 1.
Bepaalt de onderlimiet voor het kritische-toerenbereik 2.
Opmerking: Deze waarde moet kleiner dan of gelijk aan de
waarde van
25.05 Krit.TT2 hoog
Onderlimiet voor kritisch toerental 2.
Omvormertoer
Omvormer-
1
2
3
4
toerental (rpm)
ental (rpm)
Par.
25.02
= 540 rpm
Par.
25.03
= 690 rpm
Par.
25.04
= 1380 rpm
Par.
25.05
= 1590 rpm
zijn.
zijn.
zijn.
Parameters 199
FbEq
10 = 1
0
1
1 = 1 rpm
1 = 1 rpm
1 = 1 rpm