Advertenties
216 Parameters
Nr.
Naam/Waarde
31.06
Mot.temp2 bron
Berekend
PTC JCU
Pt100 JCU x1
Pt100 JCU x2
Pt100 JCU x3
Pt100 Ext x1
Pt100 Ext x2
Pt100 Ext x3
31.07
Mot temp2almLim
0 ... 200 °C
31.08
Mot.temp2 fltLim
0 ... 200 °C
31.09
Mot.omg.temp.
-60 ... 100 °C
Beschrijving
Selecteert hoe de temperatuurmeting plaatsvindt voor
thermische motorbeveiliging 2. Wanneer overtemperatuur
wordt gedetecteerd, reageert de omvormer volgens
parameter
31.05
Mot.temp2.bev..
De temperatuur wordt bewaakt gebaseerd op het thermische
motorbeveiligingsmodel, dat gebruik maakt van de
thermische motortijdconstante (parameter
Mot.therm.tijd) en de belastingcurve van de motor
(parameters 31.10...31.12). Doorgaans is afregeling door de
gebruiker alleen nodig als de omgevingstemperatuur afwijkt
van de normale voor de motor gespecificeerde
bedrijfstemperatuur.
De motortemperatuur neemt toe als de motor in het gebied
boven de belastingcurve werkt De motortemperatuur neemt
af als de motor in het gebied onder de belastingcurve werkt
(als de motor oververhit is).
WAARSCHUWING! Het model beschermt de motor
niet als de koeling niet goed werkt als gevolg van vuil
en stof.
De temperatuur wordt bewaakt via 1...3 PTC sensoren
aangesloten op digitale ingang DI5.
De temperatuur wordt bewaakt via een Pt100 sensor
aangesloten op analoge ingang AI1 en analoge uitgang AO1
op de JCU Control Unit van de omvormer.
De temperatuur wordt bewaakt via twee Pt100 sensoren
aangesloten op analoge ingang AI1 en analoge uitgang AO1
op de JCU Control Unit van de omvormer.
De temperatuur wordt bewaakt via drie Pt100 sensoren
aangesloten op analoge ingang AI1 en analoge uitgang AO1
op de JCU Control Unit van de omvormer.
De temperatuur wordt bewaakt via een Pt100 sensor
aangesloten op de eerste beschikbare analoge ingang en
analoge uitgang op I/O-uitbreidingen geïnstalleerd op de
omvormer.
De temperatuur wordt bewaakt via twee Pt100 sensoren
aangesloten op de eerste beschikbare analoge ingang en
analoge uitgang op I/O-uitbreidingen geïnstalleerd op de
omvormer.
De temperatuur wordt bewaakt via drie Pt100 sensoren
aangesloten op de eerste beschikbare analoge ingang en
analoge uitgang op I/O-uitbreidingen geïnstalleerd op de
omvormer.
Bepaalt de alarmlimiet voor thermische motorbeveiliging 2
(wanneer parameter
31.05 Mot.temp2.bev.
ofwel
Alarm
of Fout).
Overtemperatuur-alarmlimiet van de motor.
Bepaalt de foutlimiet voor thermische motorbeveiliging 2
(wanneer parameter
31.05 Mot.temp2.bev.
Fout).
Overtemperatuur-foutlimiet van de motor.
Bepaalt de omgevingstemperatuur voor de thermische
beveiligingsmodus.
Omgevingstemperatuur.
FbEq
0
31.14
4
7
8
9
10
11
12
ingesteld is op
1 = 1 °C
ingesteld is op
1 = 1 °C
1 = 1 °C
Advertenties
