Nr.
Naam/Waarde
DI3
DI4
DI5
Constant
Pointer
79.16
Start stop vertr
0 ... 3600 s
79.17
Random coef
0.0 ... 10.0%
79.18
Normaal TT
0.0...32767.0 rpm
79.19
Hoog TT
0.0...32767.0 rpm
80
80 Debietberekening
80.01
Debietber. Modus
Niet gebruikt
PQ-curve
HQ-curve
Beschrijving
Digitale ingang DI3 (als aangegeven door
bit 2).
Digitale ingang DI4 (als aangegeven door
bit 3).
Digitale ingang DI5 (als aangegeven door
bit 4).
Bit pointer instelling (zie
115).
Stelt een vertraging in voor het stoppen en starten van een
pomp (of pompen). Telkens wanneer een start- of stopniveau
bereikt wordt, moet deze vertraging eerst verstrijken voordat
enige actie ondernomen wordt.
Start-/stopvertraging.
Randomiseert de startniveaus (parameters 79.06...79.13)
om het aankoeken op de wanden van de container te
vermijden. Zo wordt bijvoorbeeld, wanneer deze parameter
ingesteld is op 10.0%, het werkelijke startniveau
gerandomiseerd in het bereik
(startniveau - 10%) ... (startniveau + 10%).
Random coëfficiënt.
Definieert, in de modus legen, het pomptoerental wanneer
het gemeten niveau onder de hoog-niveau instelling is
(parameter 79.14), en de hoog-schakelaar (parameter
79.15) niet actief is.
Definieert, in de modus vullen, het pomptoerental wanneer
het gemeten niveau boven de laag-niveau instelling is
(parameter 79.03), en de laag-schakelaar (parameter 79.04)
niet actief is.
Idealiter dient deze parameter ingesteld te worden op het
optimale bedrijfspunt van de pomp.
Normaal toerental.
Definieert, in de modus legen, het pomptoerental wanneer
het gemeten niveau het niveau gedefinieerd door parameter
79.14 Hoog niveau
overschrijdt, of wanneer de hoge-limiet
schakelaar (parameter 79.15) actief is.
Stelt, in de modus vullen, het pomptoerental in wanneer het
gemeten niveau zakt beneden het niveau gedefinieerd door
parameter
79.03 Laag
niveau, of wanneer de lage-limiet
schakelaar (parameter 79.04) actief is.
Zie de schema's bij parameter
Hoog toerental.
Instellingen voor de debietberekenings-functie.
Zie ook de sectie
Stromingsberekening
Activeert de debietberekenings-functie, en bepaalt of er een
PQ (power/flow) curve of HQ (head/flow) curve gebruikt
wordt voor de berekening. De curves worden gedefinieerd
door parameters 80.04...80.23.
Debietberekening niet gebruikt.
De PQ-curve wordt gebruikt voor debietberekening.
De HQ-curve wordt gebruikt voor debietberekening.
02.01 DI
02.01 DI
02.01 DI
Termen en afkortingen
op pagina
79.01 Niveau
modus.
op pagina 65.
Parameters 295
FbEq
status,
1073873409
status,
1073938945
status,
1074004481
-
1 = 1 s
10 = 1%
10 = 1%
10 = 1%
0
1
2